Op afstudeerfestival ENTER begeleidt Theaterkrant 15 nieuwe theaterwerkers bij hun eerste recensies. Deze recensie is geschreven door een van de deelnemers van het traject, Jelle Stiphout.

Een kleine spoiler warning is op z’n plaats voor wie nog naar Last Supper van Sybren van der Velde (performance Toneelacademie Maastricht) en Solar Vlaar (regie Toneelacademie Maastricht) wil gaan kijken. De grootste troef van de voorstelling is haar verrassingselement in een verder voorspelbaar, maar daarmee niet onprettig, verloop.

Jezus, een schoonmaker, een technicus, een vrouw in tranen en een melkboer lopen een podium op. Het zou het begin kunnen zijn van een slechte mop, maar in deze voorstelling lijkt de lijst van figuren die opkomen niet op te houden. Dat voelt soms erg willekeurig, maar niets is minder waar. Hier wordt aan iets gebouwd. Iets waarvan het publiek kan vermoeden wat het is, maar waarin het telkens verrast wordt in de weg naar dat uiteindelijke bouwwerk toe.

Zoals de titel doet vermoeden, lieten de makers zich inspireren door ‘Het Laatste Avondmaal’: de wereldberoemde schildering van Leonardo da Vinci die het laatste maal van Jezus verbeeldt. Wie de muurschildering kent ziet meteen de scherpe deconstructie die de makers hier op poten zetten. Het beginbeeld van de voorstelling, ver achter op het toneel, lijkt haast een uitsnede van de schildering, maar dan net anders. We zien een jongeman (Julius van der Laan), zittend in het licht van een klein schemerlampje achter een tafel. Hij scrolt met zijn telefoon en rookt een sigaretje. We horen de geluiden van verschillende filmpjes die op zijn scherm passeren.

Het zijn fragmenten uit een documentaire over het bestaan van Jezus, TikTok-filmpjes met bekende en onbekende muziekjes, een cursus Chinees, iemand die voor de lol eens crack uitprobeert en zo nog meer. Het is een herkenbare eindeloze stroom aan, ogenschijnlijk, zinloze informatie die we allemaal dagelijks voorbij zien komen als we een beetje over onze tijdlijn heen scrollen om verveling tegen te gaan, om geprikkeld te worden of om aan onze dosis dopamine te komen. Het beeld is treurig, een tikje eenzaam, maar werkt in combinatie met de herkenbare geluiden ook behoorlijk op de lachspieren. We herkennen in het shirt van de jongen de tuniek van Jezus zoals afgebeeld door Da Vinci.

Wat volgt zijn stuk voor stuk absurde en vervreemdende beelden, kleine acts door één of twee performers waar de jongeman van een afstand naar kijkt en waar hij soms een kleine, vaak terloopse rol in speelt. De cursus Chinees komt terug, de crack ook. We zien een vrouw met een handtas vol sigaretten, een klein jongetje met een ballon, een huilende vrouw die de fles krijgt die werd aangereikt door een melkboer en zo nog veel meer. Het is een constante stroom aan nieuwe beelden die verschijnen.

In het begin vraag ik me soms af waar dit naar toe gaat. Gaan we kijken naar losse, haast op zichzelf staande scènes? Al snel begin ik te begrijpen waar we naartoe werken. De op verschillende plaatsen op het toneel geënsceneerde tafels en krukjes waar de taferelen zich afspelen vormen langzaam de stukjes van een legpuzzel. De uitkomst weten we al. De foto stond immers op de voorkant van de doos. Al deze stukjes vormen straks Het Laatste Avondmaal. Maar hoe we daar gaan komen?

Dat ik de uitkomst al weet, of denk te weten, geeft een heldere structuur aan de beelden. Het maakt dat ik begrijp dat het niet willekeurige plaatjes zijn, maar dat ze straks in een geheel zullen passen. Het zijn beelden die net als het beginbeeld treurig aan doen, een tikje eenzaam, maar ook luchtig en humoristisch zijn.

Soms wordt dat pijnlijk of gênant. De doelloosheid die we eerder bij het scrollen zagen wordt vertaald naar het dagelijks bestaan en de worsteling die we daar als mens mee kunnen hebben. Het doet denken aan de films van Roy Andersson die in zijn cinematografische universum bewegende schilderijen maakt, waarvan je niet weet of je er heel hard om moet huilen of lachen. Vlaar en Van der Velde bereiken dat niveau in deze beelden soms ook. In het ene geval meer invoelbaar dan in het andere. Bij het ene beeld gaat dat over de duur. Dan mag het langer duren, nog pijnlijker worden, nog uitgewerkter zijn. In het andere beeld duurt het dan weer net te lang. Dan ga ik tellen of voelt het alsof ik ergens op aan het wachten ben. Een voorbeeld hiervan is het moment waarop Jezus, als het tableau van het Laatste Avondmaal is gevormd, de glazen inschenkt. Dat het water verandert in wijn – een erg fijne goocheltruc – is verrassend, maar als je dat bij twaalf apostelen moet doen, zoek ik bij apostel nummer zes naar iets nieuws om naar te kijken. Ik wil, misschien in de geest van de voorstelling, verder scrollen, nieuwe prikkels. In veel gevallen vind ik dat dan wel. Dan zie ik ook even het ongeduld van de figuren in de beelden of vind ik toch nog iets nieuws in het beeld.

De voorstelling eindigt zoals verwacht. Als je Jezus op het toneel zet is het haast onvermijdelijk: hij wordt op gruwelijke wijze vermoord. Waar ik me als kenner van het bijbelverhaal al afvroeg wie dan de Judas was in deze voorstelling, keert nu de hele groep zich tegen de Messias. In een rij geven ze hem stuk voor stuk de Judaskus. En dan kleden ze hem uit en trappen ze hem genadeloos in elkaar. Ondertussen zingt het jongetje met de ballon Forever Young van Alphaville met een microfoon in zijn hand en kijkend naar de eerdere schoonmaker die nu een beeldscherm als hoofd heeft en een karaokemachine is geworden. Dit is een gouden vondst, het moment waarop alles samenkomt.

De genadeloze slachtpartij op de achtergrond, het zingende jongetje en de menselijke karaokemachine vormen een schrijnend, pijnlijk, verschrikkelijk, maar ook hilarisch beeld. De technicus komt als de slachtpartij is gestopt aangelopen met een jerrycan met nepbloed. Ze giet het over Jezus en de grond. Ondertussen wordt de tafel leeggehaald en in zijn geheel weer van het podium verwijderd. Steeds meer van het levenloze en bebloede lichaam van de jongeman van het begin van de voorstelling wordt zichtbaar. Als laatste wordt ook hij van de vloer verwijderd. Een plas bloed blijft over. We zijn weer bij het begin.

Slacht deze groep morgen een nieuw offerlam? Was dit allemaal een vreselijke nachtmerrie ingegeven door TikTok? Of wordt hier iets meer wezenlijks gezegd? Anders dan in het gebruikelijke passiespel mist namelijk de crux van de christelijke religie hier: Jezus staat niet op uit de dood. Jezus wordt levenloos afgedragen. Worden God en religie hier opnieuw doodverklaard en laat dit zien dat we er alleen voor staan in deze absurde en steeds meer seculiere wereld? In ieder geval geeft het op zeer heldere, toegankelijke en humoristische wijze uitdrukking aan de absurde doelloosheid waarvan de voorstelling van begin tot eind is doorspekt. Ik ben benieuwd waar Vlaar en Van der Velde – wat overigens een fantastische makersduonaam is – verder nog mee zullen komen.

Foto: ENTER