Girls in Woods, Cezanne Tegelberg & Company, Cat Smits Company en de Poezieboys krijgen vanaf 2025 hoogstwaarschijnlijk voor het eerst structurele subsidie van de gemeente Den Haag. Hun aanvragen kregen een positieve beoordeling van de Adviescommissie Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur, die vrijdag haar rapport overhandigde aan cultuurwethouder Saskia Bruines. Theater Branoul dreigt zijn gemeentelijke subsidie te verliezen.

De Haagse adviescommissie had een jaarlijks budget van bijna 72 miljoen euro te verdelen. 91 cultuurinstellingen dienden daarvoor een aanvraag in en 70 daarvan kregen vrijdag een positief advies. Van die 70 ontvangen er 64 nu al structurele subsidie van de stad.

Nieuwkomers uit de podiumkunsten zijn Girls in Woods (€ 150.000), Cezanne Tegelberg & Company (€ 80.000), Cat Smits Company (€ 63.000) en de Poezieboys (€ 120.000). De Commissie schrijft in een inleiding verheugd te zijn over het grote aantal nieuwkomers binnen de discipline theater, ‘omdat Den Haag naast het sterke vlaggenschip – Het Nationale Theater – weinig andere stemmen in het theaterbestel kent’. De Commissie hoopt dan ook dat de nieuwe theatermakers een ander geluid laten horen. 

Van de theaterinstellingen die nu al structurele Haagse subsidie ontvangen was er positief nieuws voor onder meer Het Nationale Theater (€ 11.293.097), Korzo (€ 2.120.535), OPERA2DAY (€ 550.000), De Betovering (€ 260.000), De Vaillant (€ 980.520), De Regentes (€ 742.720), Theater en Filmhuis Dakota (€ 1.159.760), Laaktheater (€ 814.840) en het Zuiderparktheater (€ 188.000).

Uit de dans was er een positieve beoordeling voor onder meer Another Kind of Blue (€ 100.000,00), Kalpanarts (€ 185.000), Nederlands Dans Theater (€ 3.207.935) en OFFprojects (€ 150.000). De commissie noemt het artistiek-inhoudelijke niveau van de danssector in Den Haag hoog, maar merkt ook op dat alle aanvragers zich (voornamelijk) richten op een dansstijl die is gebaseerd op of afgeleid van de moderne dans. ‘Daarmee is er (binnen het meerjarig gesubsidieerde bestel) weinig variatie in het aanbod.’ Met name het ontbreken van hiphop en jeugddans valt de commissie op.

Opvallend is dat een aantal instellingen een lager bedrag geadviseerd krijgen dan dat ze aangevraagd hebben en dat de korting rechtstreeks gekoppeld wordt aan concrete activiteiten. Theatergroep Firma MES bijvoorbeeld had € 293.000 euro aangevraagd, maar krijgt € 275.000 geadviseerd. De commissie vindt de producties van Lindertje Mans ‘niet passen bij de artistieke visie van Firma MES’ en dat de organisatie voor deze activiteiten dan ook andere financieringsbronnen moet aanboren.

In veel gevallen worden aanvragen niet volledig gehonoreerd omdat de commissie vraagtekens heeft bij een voorgenomen (forse) groei. Bij bijvoorbeeld De Dutch Don’t Dance Division (aangevraagd € 400.000, geadviseerd € 320.000) acht de commissie de aangekondigde samenwerkingsprojecten met De Regentes/ Cultuurankers en de uitbreiding van de vaste formatie ‘niet noodzakelijk’. Lonneke van Leth Dans (aangevraagd € 325.000, toegekend € 240.000) krijgt het advies geen extra danser aan te nemen. Crossing Border  (gevraagd € 500.000, geadviseerd € 379.000) kan beter niet uitbreiden in het aantal festivaldagen.

Voor een aantal van deze instellingen kan de geadviseerde korting extra gevolgen hebben. Het Fonds Podiumkunsten eist van meerjarig gesubsidieerde instellingen dat ze extra inkomsten halen uit gemeentelijke subsidie. Nu de gemeentesubsidie lager uitvalt, komt die matching voor deze instellingen in gevaar.

Cabaretpodia Diligentia/Pepijn moeten het van de commissie met 750.000 euro subsidie per jaar doen in plaats van de aangevraagde 1,1 miljoen euro. De commissie wil met de ‘significant lagere advisering een duidelijk signaal afgeven aan de organisatie’. De theaters zouden zich te veel op hun gebouwen en exploitatie richten en niet op ‘artistieke output’. Ook financieel vindt de commissie ze zwak.

De subsidieaanvraag van Literair Theater Branoul, dat jaarlijks € 170.000 had aangevraagd, wordt in zijn geheel afgewezen. De Adviescommissie waardeert het doel van Branoul om hoogwaardige literaire voorstellingen te produceren, maar vindt dat de subsidie-aanvraag onvoldoende inzicht geeft in de artistieke keuzes. ‘Dat wekt de indruk dat de programmering volgt uit wat er op het pad komt van Theater Branoul, en niet uit de artistieke en zakelijke ambities van de organisatie.’

Ook de aanvragen van STET (Stichting The English Theatre, aangevraagd € 200.000), De Mix Wereldmuziektheater (aangevraagd € 224.728) en House of Rat (aangevraagd € 128.500) kregen een negatief advies.

In september neemt het college van B&W een besluit over het advies. De verwachting is dat het grotendeels zal worden overgenomen. Al werd er vier jaar wel geld weggehaald bij de grootste acht instellingen en verdeeld over kleinere.

Zie ook: Advies Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2025-2028 (pdf)

 

Foto: Bart Grietens – PEREC van De Poezieboys