Een vrouw, gekleed in Disney’s Sneeuwwitje-kostuum, staat in een corridor van een willekeurige grote supermarkt producten uit te kiezen. Haar gezicht is deels verborgen achter een Miss Piggy-masker. De hal staat in de half verduisterde ruimte opgesteld maar is niet toegankelijk voor het publiek: glazen wanden sluiten de toegang aan alle kanten af.

In Alles moet weg, de nieuwe installatie van Dries Verhoeven, begluurt het publiek de vrouw die tussen de producten op de schappen door zichtbaar is. Overal in de corridor zijn zwart-wit (bewakings)camera’s verstopt en de beelden die die camera’s produceren, worden vertoond op een groot aantal beeldschermen die aan de muren rondom de corridor hangen.

De vrouw opent ongegeneerd pakken of blikken, proeft van etenswaren, smeert zich in met tomatenpuree, likt jam van de lens van een van de camera’s en steekt ondertussen onophoudelijk een monoloog af met soms een liedje of een dansje. Het lijkt een monologue intérieur maar ze is zich heel bewust van het publiek dat zich rond haar glazen kooi verzameld heeft en haar acties direct of op een van de beeldschermen volgt. Ze weet ook precies waar de camera’s staan, en dat is te verklaren uit eigenbelang: het blijkt te gaan om een vrouw die zich principieel overgeeft aan wat eind jaren zeventig voor het eerst benoemd werd als “proletarisch winkelen”.

De slagvaardige teksten waarmee de performer Rosie Sommers (om en om afgewisseld door Isadora Tomasi) ons confronteert vormen de kern van deze weldoordachte voorstelling. In de programmatoelichting staat dat de teksten geput zijn uit interviews met ervaringsdeskundigen (winkeldieven), naast publicaties van anti-kapitalistische auteurs als Marx, Zizek, Genet, en anderen. Rake observaties, vermakelijke vergelijkingen, keiharde analyses van het (gedigitaliseerde) kapitalisme: gaandeweg de voorstelling raakt het publiek steeds meer in de ban van het betoog van deze figuur.  Deze Sneeuwwitje, afkomstig uit de commerciëel-artistieke wereld, is op zich al een icoon dat vanuit de Verenigde Staten de hele wereld overtrekt: zelfs de muren van basisscholen in West-Afrikaanse steden worden regelmatig versierd met haar afbeelding. Net als de supermarkt zelf is ze in de twintigste eeuw een wereldwijd fenomeen geworden. En de supermarkt transformeert aldus van consumptieparadijs tot een allegorie voor de hedendaagse kapitalistische maatschappij.

Met loepzuivere precisie slaagt Sommers erin elk tekstfragment het volle pond te geven, en gelukkig zijn er muzikale momenten en stiltes die de ruimte laten om het gezegde te laten bezinken. En tijd voor bezinning is wat deze voorstelling wil creëren. De Kameroense filosoof Achille Mbembe (en hij niet alleen) heeft scherpe analyses geschreven over dat het succes van het kapitalisme te verklaren is vanuit het feit dat het aangedreven wordt door louter verlangen. En willens en wetens sluiten we onze ogen voor het geweld achter de knusse beelden waarmee we verleid worden. Misschien is proletarisch winkelen wel de meest efficiënte daad van verzet hiertegen. Zoals deze Sneeuwwitje beweert: “ik steel niet, ik pak terug”. Maar of zij verzetsheld, dader of ultiem slachtoffer is, dat wordt aan het publiek overgelaten.

De zorgvuldigheid waarmee elk element van deze voorstelling is behandeld, van tekstbehandeling tot en met camera-instellingen, van ruimtegebruik tot en met geluidsdecor grenst aan perfectie, want tezamen functioneert het als een volstrekt organisch geheel. Het ontvouwt zich laag voor laag en stap voor stap word je meegenomen. Het leidt tot een indrukwekkend statement. Het publiek kijkt niet naar een particuliere anekdote, maar naar een kritische beschouwing van een systeem waar ze zelf deel van uitmaakt; en staat er bitter bij te grinniken.

Foto: Willem Popelier