Dog Rising, van de Canadese choreograaf Clara Furey, begint met iets dat lijkt op een werkgerelateerde Zoom-meeting. Een vriendelijke vrouw verschijnt op een bescheiden scherm aan de zijkant van het podium. Ze merkt nonchalant op hoe iedereen erbij zit of binnenkomt. (meer…)
Tijdens de 10e Dansweek van Theater Rotterdam (van 29 mei t/m 9 juni) is de Nederlandse première te zien van UNARMOURED door de Canadese choreograaf, Clara Furey. In de kleine zaal worden de vier danserslichamen overspoeld door een golvende energie in een voorstelling op de grens tussen groove en sensualiteit, tussen sensualiteit en seksuele impuls.
Drie dansers staan op een rij, een vierde staat een eindje verderop in een hoek van de dansvloer. Uit de rij maakt de middelste zich los, ze zet twee of drie passen naar voren en buigt vanuit de heupen met rechte rug voorover. Haar buurman stapt naast haar, schopt haar voet bruusk opzij en grijpt haar been beet. De andere buurman stapt aan de andere kant naast haar, neemt haar hoofd in zijn handen en zakt met haar op zijn arm naar de vloer. Zo ligt ze daar, met haar hoofd op zijn been, terwijl haar been nog steeds wordt vastgehouden, tussen twee aanrakingen die haar lichaam zonder pardon manipuleren. De vierde danser blijft afzijdig staan, in een eigen wereld, waar die met zachte gebaren een denkbeeldige danspartner over een schouder lijkt te strelen.
Het is een opvallende openingszet van Furey, die in 2021 ook in TR te zien was met Dog Rising (2021). In het kleine uur dat volgt zien we hoe een schop en een duw Furey en dansers Justin de Luna, Be Heintzman Hope en Brian Mendez aanzetten tot een verkenning van sensuele energie. Die kan loom zijn, teder, zoekend en tastend. Maar evengoed energiek, pompend, extravert en feestelijk. Die kan op zichzelf gericht zijn, of op een ander. Gevend of nemend. Een mens is beweging, een mens is sensualiteit. Beide zijn diep in het menselijk brein verankerd, want ze zijn nodig om te overleven. Heb je honger, dan loop je je neus achterna, dat sensuele orgaan dat woordeloos opspoort waar je naar verlangt.
Op een gestaag opbouwende soundtrack van Twin Star (Tom Furey) gaat ieder voor zich, golf na golf, op zoek naar de uitersten van die drang. Om naar het einde toe op de vleugels van het steeds sterker wordende ritme, af en toe met elkaar in dezelfde beweging te vallen. De lichamen rekken zich loom achterover, handen glijden over dijbenen en buiken, en vanuit de heupen komt de intensiteit waarmee het gebeurt.
Soms ziet de choreografie eruit of ik op een rave ben gestuit waar iedereen zich overgeeft aan de beat en danst, en dan weer op een peepshow waar Mendez zich volkomen bewust is van mijn blik en met dat gegeven speelt, een ballroom avond waar ik straks de punten uit ga delen voor realness of een worstelwedstrijd die me wil schokken en verbazen met poses en gebaren van wreedheid. Allemaal domeinen waar het lichaam spreekt via beweging, waar getoond of uitvergroot wordt welke impulsen achter ons denken en handelen zitten.
Halverwege de choreografie zitten Furey en Heintzman Hope op handen en knieën tegenover elkaar. Hun ruggen rollen, de lichamen pompen van voor naar achter en terug. Hun rechterschouders raken elkaar, de beide dansers leggen het hoofd in de nek van de ander. Ze raken elkaar nauwelijks en toch zijn ze één met elkaar, in een ritme dat hen uitnodigt en tegelijk dwingt. Aan de andere kant van de vloer, na oneindig veel kleine mutaties in het schokken, rollen en stoten, vallen De Luna en Mendez in dezelfde positie en ontrolt zich tussen en door hen heen dezelfde golf van beweging. Samen vormen ze voor even een golvende, gevende, zuchtende zee.
Foto: Kinga Michalska