De dag van de première van de nieuwe Fidelio bij De Nationale Opera, 5 juni, was de dag van de herdenking van het Tiananmen-bloedbad en de dag vóór de herdenking van d-Day. Zou die scène met een video van de metro van Shanghai en het getal 1933 in een reeks willekeurig lijkende getallen die booswicht Don Pizarro noemt daar een indirecte verwijzing naar zijn?

Deze enscenering van Fidelio lijkt er vol mee te zitten. Wie woont er op Keizersgracht 337, het adres dat de vrouw die later Leonore zal zingen (Jacquelyn Wagner) aan de chauffeur opgeeft als we haar aan het begin van de opera op video in een taxi zien stappen? De kosten van de rit bedragen 6,66 Euro dat moet een verwijzing naar het Bijbelse Getal van het Beest zijn.

De chauffeur blijkt even later de zanger te zijn die Don Pizarro zal vertolken, de booswicht in de opera (bariton Nicholas Brownlee). Deze Fidelio-enscenering door regisseur Andriy Zholdak (tevens licht- en mededecor- en -kostuumontwerper) is een multimediale Gesammt-ervaring met allerlei soms inderdaad raadselachtige verwijzingen, deels naar het nu, maar ook vol citaten uit de vroege Romantiek en het Duitse filmexpressionisme (Murnau, Lang, enz.), het achterkleinkind van die Romantiek.

Het libretto gaat over Leonore die (vermomd als jongen, Fidelio) haar geliefde uit de gevangenis bevrijdt, waar Don Pizarro hem had opgesloten. Regisseur Zholdak plaatst de ‘bevrijdingsopera’ in een donker perspectief, met verwijzingen naar duistere Romantici als Schlegel, de gebroeders Grimm en de latere Goethe. Brownlee doet zowel als Don Pizarro als als taxichauffeur denken aan Mephisto.

Zholdak, uit Oekraïne afkomstig, lijkt de cultuur zelf te willen koppelen aan de keuzes die mensen kunnen maken tussen onderdrukking en bevrijding, en meer in het algemeen tussen goed en kwaad. De Duitse en Europese geschiedenis zoals we die kennen is in zijn regie duidelijk aan de cultuurgeschiedenis gekoppeld, en zijn eigen land heeft er momenteel dagelijks mee te maken; bij het slotapplaus of liever gezegd deels boegeroep hield hij een Oekraïense vlag omhoog.

In het programmaboek worden teksten van Plato, Pascal, Zoroaster en Hermes Trismegistus aangehaald en zien we Gustave Doré’s illustraties bij Dante’s Inferno, Goya’s De Droom van de Rede baart Monsters, het beeld uit de Bevrijding en licht in de duisternis uit Jeroen Bosch’ Paradijs en Hel.

Dramaturgisch helder en tegelijkertijd lastig is dat in Fidelio goed en kwaad in de personages zo strikt gescheiden zijn. De ‘goeden’ zijn goed. En Don Pizarro’s kwaadaardigheid krijgt ook weinig nuance. Buiten het libretto om neemt Zholdak de vrijheid om hem als taxichauffeur zijn passagiers te wijzen op de vrijheid nog andere bestemmingen te kiezen dan waarop ze gebrand zijn. En Brownlee neemt daarbij ruim de gelegenheid om zijn komische talenten te botvieren als cynische, maar ook tamelijk humane commentator.

Volgens het concept van de voorstelling is Beethoven inmiddels dood. Pizarro heeft naar de macht gegrepen en wil de harmonie van de kosmos in de war schoppen. Hij wil ook een einde maken aan de liefde tussen Leonore en Florestan. Hij ontvoert Florestan en sluit hem op in de wereld achter de spiegels. Leonore gaat naar hem op zoek en raakt verloren in een donkere droomwereld. Zij moet zichzelf en Florestan bevrijden van het kwaad en daarmee de (wereld?)orde herstellen.

Helemaal aan het begin van de voorstelling zien we op het videoscherm een dia met als tekst ‘International Cosmic Day Space Conference 05 June 2024’ (de dag dus van de voorstelling). Weldra blijkt dat wij als publiek deelnemers zijn aan een internationale conferentie over een naderend zwart gat dat ons melkwegstelsel dreigt op de slokken. Leonore is op dat moment spreekster bij de conferentie en vraagt zich af wat de mensheid kan doen; zonder antwoorden te geven.

Het idee van zwarte gaten komt in de voorstelling telkens terug in de vorm van omklappende spiegels, waardoorheen de personages het toneel in- en uitlopen. Het zijn portals naar andere universa, en naar de wereld binnen en de wereld buiten de gevangenis. Ook zijn er ringen van vuur waardoor de personages zich van de ene naar de andere wereld begeven. Het programmaboek bevat een interview met een fysicus over de ‘donkere materie’, die wiskundig aantoonbaar aanwezig is, maar waarvan er ook minder blijkt te zijn dan eerst gedacht, want anders zou donkere materie volgens de wetenschap van nu ons universum uit elkaar trekken; en zouden wij er niet zijn.

Ik kan me voorstellen dat al deze referenties verwarrend kunnen werken, ook doordat Zholdak voortdurend schermen op- en neerlaat. Toch is er ook historisch van begin af aan aan deze opera gesleuteld, niet in de laatste plaats door de componist zelf. En ook met de muziek werd geschoven. In de negentiende eeuw al werd de ouverture ‘Leonore III’ geregeld als intermezzo in de tweede akte tussengevoegd. Zoals ook in deze enscenering. In het verhaal wordt Florestan als een Deus ex Machina op bevel van een minister bevrijd en met Leonore verenigd. Tijdens de ingelast ouverture verschijnt nu een hemellichaam dat eerst horizontaal en vervolgens verticaal in de lucht zweeft; het Zwarte Gat dat alles zal verslinden – een beeldcitaat uit de film Arrival van Dennis de Villeneuve, waarin het onheilspellend ogend hemellichaam een ruimteschip blijkt te zijn met buitenaardse wezens die uiteindelijk naar de aarde zijn gekomen om ons de universele taal van de vrede te leren – ook zo’n beetje de boodschap die Beethoven later in zijn negende symfonie zou verkondigen. Verder zien we op het toneel slangen verschijnen, en lijken Leonore en Florestan een aantal mythen uit de geschiedenis door te maken waarin een slang een rol speelt, zoals de val van Adam en Eva uit het Paradijs, en Orpheus die Euridice terug wil halen uit de hel.

De pracht van het Concertgebouworkest wordt onmiddelijk al duidelijk in de mysterieuze openingstonen van de eerste scène. Beethoven schreef in deze opera gedeeltelijk rechttoe rechtaan muziek, waarvoor het orkest misschien wel te goed is. Maar in de pre-Wagneriaanse en -Bruckneriaanse passages komt het geheel tot zijn recht. Dirigent Andrés Orozco-Estrada helpt de zangers ook geweldig door het orkestvolume op de juiste momenten te dempen.

Dramaturgisch, én dramatisch en zangtechnisch was deze Fidelio de opera van Don Pizarro, bariton Nicholas Brownlee. Jacquelyn Wagner als Leonore/Fidelio was overtuigend, zangtechnisch, maar ook op het toneel, inclusief de erbij verzonnen personages zoals de inleider bij het congres over het nadere zwarte gat. Florestan is dramatisch een niet erg dankbare rol, hij treedt pas op in de tweede acte als Leonore/Fidelio de hele bevrijding uit de gevangenis al bijna voor elkaar heeft. Ook had ik wat moeite met de geknepen stem van Eric Cutler, maar dat ligt ook aan Beethoven; met name in de passages waarin Florestan triomfantelijk over de herwonnen vrijheid en het huwelijksgeluk zingt laat Beethoven hem boven een vol orkest zingen. Een leuke kleinere rol was er voor de Nederlandse tenor Linard Vrielink als de hopeloos verliefde Jaquino. Hij aanbiedt Marzelline (de formidabel komische sopraan Anna El-Khashem), die het echter heeft voorzien op Fidelio.

Beethoven laat een paar keer een koor opdraven zonder dat het dramatisch veel te doen heeft. Zholdak laat het dan ook het merendeel van de tijd uit de orkestbak of de zijcoulissen zingen; wat het fraai klinkend doet. Pas in het slotkoor komt het voltallige koor het podium op, in een scène die visueel en muzikaal gelukkig veel indrukwekkender is dan de tekst van het slotkoor met het refrein ‘Laat wie een mooie vrouw heeft vrolijk met ons meezingen’ – de strekking van de opera blijkt uiteindelijk niet erg ‘bevrijd’ tegenover vrouwen. In het Duits staat er overigens Holdes Weib (Wer ein holdes Weib errungen), dat kan zowel mooi als lief en liefdevol zijn. De boventiteling koos echter voor mooi resp. beautiful in het Engels. Zal ook wel een keuze zijn. Aan het eind blijken al die beelden overigens een droom te zijn geweest, van Leonore en Florestan. Dat verklaart de overvloed aan beelden, maar het is ook wel een gemakkelijke verklaring.

Foto’s: Monika Rittershaus