Twee jaar geleden was het een hoogtepunt van het O. Festival: Steefs O. Show, een wervelende operette-revue waarin Steef de Jong, een live orkest en een bont gezelschap van zangers en acteurs langs verschillende hoogtepunten van het genre gingen. En dat alles met de ingenieuze bordkartonnen sets en kostuums waar De Jong bekend om staat. Dat smaakte naar meer en daarom is er nu een vervolg: Steefs O.2 Show.

Steefs O.2 Show borduurt voort op de succesformule van de voorganger en doet er nog een schepje bovenop. We krijgen muziek van het DoelenEnsemble, zang van het Luxor Musicalkoor en optredens van zowel bekende namen (Loes Luca, Richard Groenendijk, Anne-Marie Jung en Laetitia Gerards) als van een aanstormend talent (countertenor Arturo den Hartog, in een hoogtepunt van de show).

De Jong treedt op als master of ceremonies en gebruikt de wals als een rode draad in zijn revue. We walsen als het ware langs de verschillende landen waar de operettes zich afspelen: van Hongarije en Oostenrijk tot Japan en Rusland en weer terug.

In de fragmenten zien we gebruikelijke verhaallijnen van operettes. Er zijn sprookjesachtige bosnimfen, ‘exotische’ locaties en veel romantische intriges. Een chique Hongaarse gravin (Luca) ontmoet een aan lager wal geraakte man (Groenendijk) die stiekem van adel is, een jonge vrouw (Gerards) wordt in de steek gelaten door haar grote liefde (Den Hartog) en een Parijs model (Jung) gaat alleen uit de kleren voor haar schilder als ze getrouwd zijn.

De Jong praat ons bij over de verhaallijnen van de operettes, maar in de scènes zelf gebeurt niet zo gek veel. De intriges en dubbele identiteiten van operettes hebben een langere adem nodig, terwijl revue juist werkt met korte spanningsbogen. De combinatie van operette en revue is dus lastiger dan het lijkt, maar De Jong laat het toch werken. Het gaat niet zozeer om wat er gebeurt, maar om wat er te zien en te horen is.

Het duet tussen het Parijse model en haar schilder komt op stoom als ze een getekende Eiffeltoren op de achtergrond lijken te beklimmen. Met een paraplu en een verschuivende tekening lijkt Jung als een volleerde Mary Poppins weer terug op de grond te komen. Even later speelt zij een zangeres in Tripoli, met een jurk die lijkt op een paar rode lippen. Als er een groot bordkartonnen gezicht neerdaalt is het plaatje compleet. Ook in deze voorstelling kunnen we rekenen op verschillende ingenieuze vondsten in de vormgeving van De Jong. 

Bijzonder is ook hoe De Jong de muziek voor zich laat spreken. De meer komische aria’s hebben een Nederlandse vertaling gekregen met de nodige verwijzingen en woordgrappen, maar de melancholische zangstukken van Gerards en Den Hartog worden in de oorspronkelijke taal gezongen. Het DoelenEnsemble blijft op de voorgrond van het podium en krijgt een uitgebreid eigen optreden. De boodschap is duidelijk: in operette gaat het niet alleen om het verhaal. Het kijken naar het spektakel en het luisteren naar de muziek is even belangrijk.

Verhaal, muziek en vormgeving komen mooi bijeen in Der Zarewitch van Franz Léhar, waarin de zoon van een tsaar (Den Hartog) hopeloos verliefd is op een danseres (Gerards). Terwijl Den Hartog en Gerards prachtige aria’s zingen, ruilt De Jong zijn bordkartonnen decors in voor een prentenboek dat op een groot scherm geprojecteerd wordt en waarmee hij het verhaal verduidelijkt. Ook hier weer geniale vondsten, zoals een Tsaristische Tinder-zoektocht en een voertuig dat langzaam naar de horizon rijdt als de Tsaar sterft en de plicht roept voor zijn opvolger. Zowel qua vormgeving als qua zang een hoogtepunt.

Een ander summum is een intermezzo tussen de bedrijven door dat niet zou misstaan in dat andere festival in Rotterdam, Circusstad. In een bordkartonnen kostuum suggereert De Jong een acrobaat die een andere acrobaat op zijn schouders draagt. Maar er zijn nog twee andere panelen die verticaal uitgevouwen worden, waardoor er een wankele menselijke piramide ontstaat. Net als in het circus is het maar de vraag of de balans behouden blijft, waardoor je als publiek dezelfde spanning voelt.

Operettes blijken niet altijd vrolijk te eindigen. Zeker niet die van Léhar, waar De Jong veel uit put in deze show. Maar dat mag de pret niet drukken. Dat vrolijke einde komt er toch wel. En zelfs als het er niet was geweest, dan waren de komische scènes van Luca, Groenendijk en Jung, de creatieve vormgeving van de Jong of de hoge noten van Gerards en Den Hartog genoeg om een grote glimlach op je gezicht te toveren.

Foto’s: Salih Kilic