Rennen van Gennep naar Palermo, 72 marathons in 112 dagen. Niet voor geld of een of ander wereldrecord, maar gewoon, voor de positiviteit. Coen Cuijpers (avonturier, schrijver, verteller, aldus zijn website) deed het, en maakte er een voorstelling over: Rennen voor geluk.

Met een rugzak vol ‘geluksitems’, zoals gelukspoppetjes en posters van Loesje, vraagt Cuijpers aan de mensen die hij onderweg ontmoet: wat kan ik voor jou doen, wat jou gelukkig maakt?

Als kind wordt hij gepest en later krijgt hij te kampen met een ernstige depressie, waar hij dankzij de hulp van vrienden uitkomt. Cuijpers weet dus hoe zinvol het kan zijn als mensen kleine dingen voor je doen, en wil dat graag teruggeven. Aan de wereld, aan wie dan ook. En waarom niet rennend je eigen pad creëren? Overal waar hij komt deelt Cuijpers betekenisvolle momenten met mensen die hij niet kent, niet voor niets wordt Forrest Gump een paar keer aangehaald. In een storm, na een val, denkt hij: ‘Als ik zelfs dit overleef, dan kan ik alles!’ Die instelling heeft hem prachtige landschappen en onvergetelijke ontmoetingen opgeleverd en brengt hem nu op het toneel.

Je kan horen dat Cuijpers van schrijven houdt: ‘Een eindeloze lus onverslijtbare schoonheid’, of ‘het dak van de nederigheid’, als hij het over de hemel heeft. De voorstelling zit vol met dit soort poëtische zinnen, die vertellend en acterend niet helemaal tot hun recht komen, maar die zonder twijfel mooi zijn om te lezen. Het decor, een tafel, twee stoelen en een bijzettafeltje met attributen, wordt nauwelijks gebruikt. Cuijpers vertelt zijn verhaal grotendeels hardlopend, met zijn rugzak op zijn rug, en gebruikt foto’s van plekken en mensen om zijn verhaal te ondersteunen. Daardoor wordt er weinig aan de verbeelding overgelaten en zijn we als publiek vooral getuige van een lineair reisverslag. Het verhaal over van Gennep tot Palermo neemt dezelfde cadans aan als een marathon: rugzak op, rugzak af, dieptepunt, hoogtepunt. Een avondvullende runner’s high, waar je op een gegeven moment een beetje moe van wordt.

Zolang er goede intentie is, zijn er geen beren op de weg. Hoogstens een stelletje herdershonden, maar na 72 marathons te hebben overleefd, durft Cuijpers zelfs die onder ogen te komen. Voor een onderhoudende voorstelling is er wel meer nodig dan alleen een goede wil. Desondanks werkt zijn positiviteit aanstekelijk. De aansporing om iets voor een ander te doen en het er werkelijk van overtuigd zijn dat je door iets kleins al een verschil kan maken, dient als tegengif tegen onverschilligheid. In die zin geloof ik dat onze maatschappij wel een beetje Coen Cuijpers kan gebruiken.

Foto: Casper de Weerd