Het Franse gezelschap Les Colporteurs smeedt in de voorstelling en installatie Méandres een bijzondere combinatie tussen muziek en acrobatiek. De strakke koorden waarop Molly Saudek heen en weer beweegt zijn tegelijkertijd de snaren van een instrument. Het is een ingenieuze bundeling van circus, techniek, muziek en vormgeving.
Het speelse Tout Rien van de Belgische Compagnie Modo Grosso, te zien tijdens het Circusstad Festival in Rotterdam, is een licht-betoverende intieme voorstelling waarin het publiek wordt meegezogen in een gat in de tijd. Alle objecten hebben in de voorstelling compleet andere eigenschappen dan in onze dagelijkse realiteit.
Klik! Met een druk op de knop is het stikdonker. In de kleine verduisterde zaal zit object manipulator Alexis Rouvre aan een zwarte tafel. Hij heeft een spaghettisliert in zijn handen, die met elke beweging van zijn armen langer en langer lijkt te worden. Wacht eens even. Is dit wel een sliert pasta? Er tikt of klikt of rinkelt iets metaligs onder de tafel. De hand van Rouvre verdwijnt uit het zicht en haalt een breiwerk tevoorschijn, tik-tik-tik gaan de naalden nu in de handen van de artiest, de spaghetti blijkt breigaren, blijkt een spinnenweb op mensformaat, blijkt een parachute van touwtjes.
Met breigaren, kopjes en kannetjes, verschillende soorten ketting, stenen, zand en tafelkleden bouwt de voorstelling telkens weer een nieuw mini-universum met eigen universele wetten. Het lijkt op spelen zoals kinderen doen, maar met een toegevoegde laag waarin een natuurkundig ‘normaal’ wordt losgelaten. De zwaartekracht werkt niet, of heeft een onverwachte oorsprong waardoor alle materie wordt aangetrokken naar een punt halverwege de hemel. Metaal wordt tegelijk vast en vloeibaar en ontsnapt rechtstandig omhoog uit een kleine bokaal. De mens is niet meer dan een paar handen, de mens is een reus die balanceert tussen slingerende planeten, de mens is hier een non-entiteit.
Het uitgekiende lichtplan speelt een belangrijke rol in dit spel met de waarneming (de scenografie is van Rouvre en Sylvain Formatché). Je gevoel voor ruimtelijkheid wordt erdoor beperkt, en er gebeurt iets ongrijpbaars met de kleuren. Ook de kleine, halfronde tribune zorgt ervoor dat de focus van het publiek naar die ene tafel in het midden wordt getrokken (ontwerp: Jean-Marc Billon en Jani Nuutinen). Tegelijk gebeurt er om het publiek heen ook van alles, je hoort het, maar je moet zoeken en dus ben je telkens te laat om het echt waar te nemen (soundscape van Loïc Bescond).
Zo maakt Tout Rien je bewust van de zintuiglijke processen waarmee levende wezens hun wereld interpreteren. Je ziet iets bewegen in de schemering en je denkt, ha, een soortgenoot. Je hoort iets of iemand ademen in het donker en je bent op je hoede. De wereld is zwart-wit, de wereld is plat, de wereld is klein. Maar wat als er van die waarnemingen niks blijkt te kloppen?
Wanneer het applaus klinkt, lijkt het of ik uit een gat klauter, een gat in de tijd of een gat tussen de waarneming en de werkelijkheid. En als je nu denkt dat Tout Rien een grote goochelshow is, dan heb je het toch mis: deze voorstelling heeft niks van de flair en glitter van een illusionisten-act. Egoloos lijkt Rouvre regelmatig zelf te verdwijnen, terwijl hij toch volledig de controle heeft over alle wonderlijke gebeurtenissen.
Jammer genoeg was Tout Rien alleen te zien op 2 mei. Compagnie Modo Grosso is nog te zien tijdens Circusstad festival op 3, 4 en 5 mei met de voorstelling Entre-Cordes.
Foto: Cloe Brockmann