In Brave Space, van het Amerikaanse circusgezelschap Aloft, transformeert de theaterzaal met hulp van de toeschouwers naar een circustent. 

Aloft Circus is in 2005 opgericht door Shayna Swanson. Haar circus wil laagdrempelig zijn en voortdurend in dialoog met het publiek. Dat is bij het speelse, lichtvoetige, maar ook geraffineerde Brave Space voortreffelijk geslaagd.

Bij binnenkomst in de Krijn Boon Studio van Theater Rotterdam zoekt het publiek een plekje in de zaal. Het vormt vanzelf een kring om een groot wit doek, een soort parachute, die ligt uitgespreid op de vloer. Daaronder zijn handen te zien en benen, zes acrobates kruipen en kronkelen onder het doek waardoor dat van vorm verandert. Die subtiele sfeer wijzigt als het harde geluid van steigerpalen klinkt. Iets wordt in elkaar geknutseld, het is grof werk, maar wat er precies onder dat doek gebeurt is niet duidelijk.

Een hoofd duikt op uit het transparante doek, gevolgd door een lichaam. Een acrobate staat op een net gebouwde steiger, stapt op een verticale paal, dan op een tweede paal en loopt voetje voor voetje naar voren. Haar collega’s verzetten de twee ijzeren palen waardoor ze een traject kan afleggen. Het ziet er behendig uit, maar niet verfijnd.

De verwondering komt daarna. Brave Space is een interactieve, immersieve ervaring. Het publiek is onderdeel van de show. Niet als acrobaat, wel als helper, als aangever. Onder het doek schuiven de acrobates steigerpalen aan elkaar en enkele omstanders krijgen het verzoek om het helpen, ze kruipen naar binnen. Artiesten en publiek bouwen zo vier masten en het tentdoek gaat langzaam de lucht in. Andere toeschouwers houden het zeil strak en zien de tent groeien. Een tel later kruipt iedereen onder het tentzeil door en is binnen.

De artiesten leggen elk verzoek met een glimlach uit, er wordt veel gevraagd. Of een kind een hoepel wil aangeven? Of een dame de verticale paal waarin een acrobate klimt wil vasthouden? Of mensen op de achterste rij het zeil omhoog willen houden? De schrijver van deze recensie trekt op verzoek aan een touw en helpt om een acrobate naar de nok van de tent te hijsen. De zorg van de andere artiesten is dan voelbaar, hun kracht ook, net als hun grote verantwoordelijkheidsgevoel. Zeker, meedoen verrijkt deze ervaring.

In de tent is een aaneenschakeling van circusacts. Een acrobate laat hoepels om haar lijf draaien, vier, vijf, zes. Meteen daarna staan alle zes artiesten in de tent, ze bewegen synchroon en werpen met ringen. Het grote rad, het cyr wheel, cirkelt door de tent, dicht bij de toeschouwers. De acrobates gaan de lucht in, ze hangen aan een trapeze, klimmen in stevige koorden en hangen aan een bundel touw. Met die bundel, het lijkt wel stro,  creëren ze een prachtig veranderend beeld. Het ene moment is dat een uitwaaierend gordijn van touw, daarna een paardenstaart, vervolgens lijkt de bundel touw op rag.

De fraaiste ervaring mag de toeschouwer zelf maken. Liggend op de rug, op de vloer, ook weer op verzoek van de artiesten, tuurt het publiek  omhoog en ontdekt  twee acrobates die in de nok van de tent bewegen. Het perspectief is anders, hoog in de tent en toch dichtbij. En omdat andere toeschouwers niet zichtbaar zijn is het een heel persoonlijke ervaring.

De kracht en eigenheid van Brave Space zit in de originele vorm en in de nabijheid, iets minder in het niveau van de acts, die zijn basaal en vrij traditioneel. Het zou niet verkeerd zijn als een choreograaf diens licht op de circusvoorstelling laat schijnen, met name op de bewegingen van de artiesten tussen de acts door. Zeker in het begin van de show, bij het gesjor met steigerpalen, is daar winst te behalen. Dat kan subtieler en artistieker.

Foto: Michelle Reid