De Nederlandse Toneeljury heeft vandaag haar selectie bekend gemaakt van de 12 meest indrukwekkende theaterproducties van het moment. Op twee voorstellingen na, is deze keuze te zien tijdens het Nederlands Theater Festival dat 1 september opent met de Staat van het Theater. (meer…)
Vanaf 2025 vormen makers Alida Dors, Dalton Jansen, Erik Whien, Grande Loge, Khadija El Kharraz Alami, Mathieu Wijdeven, Nastaran Razawi Khorasani, Romana Vrede en Wunderbaum het artistieke hart van Theater Rotterdam. Het theater kiest hiermee ‘voor een grote en diverse makerscommunity, die midden in de samenleving staat en daarvan een goede representatie is’.
De makers van TR staan volgens het gezelschap voor ‘non-conformistisch, vaak interdisciplinair theater, waarin de onuitgesproken regels van theater produceren en presenteren hardop worden bevraagd. Hun betrokkenheid bij actuele maatschappelijke vragen is voelbaar in werk dat uiteenloopt in signatuur en esthetiek. Als geheel beslaat de makerscommunity de volle breedte van de podiumkunsten: van teksttheater tot dans, van fysiek theater en performance tot storytelling en community art.’
Alida Dors
Theatermaker en choreograaf Alida Dors is sinds 2015 als maker verbonden aan Theater Rotterdam en werd er in 2020 artistiek directeur. Ze belichaamt met haar werk de principes van haar eerste grote liefde, de hiphopcultuur: learning by doing, crew mentality en each one teach one.
Dalton Jansen
In de nieuwe danstaal van Dalton Jansen (1993, Rotterdam) komen meerdere disciplines samen, zoals spoken word, hiphop, contemporary en breakdance. Met behulp van de Nieuwe Makerssubsidie van Fonds Podiumkunsten en partnerorganisaties Conny Janssen Danst, DOX en Productiehuis Theater Rotterdam heeft Jansen zijn dansvocabulaire en bewegingstaal verder kunnen ontwikkelen waarmee hij urgente verhalen en perspectieven wil delen. Met zijn eigen gezelschap BlackBirds geeft hij spelers en makers voor wie theater geen vanzelfsprekende keuze was de ruimte om zich artistiek te ontwikkelen.
Erik Whien
Erik Whien (1978, Gendt) werkte als regisseur onder meer bij Toneelschuur Producties en Toneelgroep Oostpool, waar hij van 2008 tot 2013 in de artistieke kern zat. Vanaf 2016 maakt hij onderdeel uit van het vaste makersensemble van Theater Rotterdam. Zijn regies Eindspel, Revolutionary Road en Slachthuis vijf werden geselecteerd voor het Nederlands Theater Festival. Vanaf 2025 is hij naast zijn werk voor Theater Rotterdam ook een van de vaste gezichten van het nieuwe gezelschap Bureau Vergezicht, waar hij samen met theatermakers Anoek Nuyens en Rebekka de Wit voorstellingen gaat maken over macht, klimaat en gedeelde verantwoordelijkheid.
Grande Loge
Grande Loge is een artistiek genootschap dat volgens de overlevering rond 1776 is ontstaan in Suriname ‘als een moksi van Indo-Afro early hiphop, pan kungfu, Suri-futurisme, shinto-spiritualisme, druïde-winti-cultuur en westerse tradities’. In 2018 richtte de Surinaams-Rotterdamse theatermaker en voormalig graffiti-artiest en winnaar van de Gieskes-Strijbis Podiumprijs 2020 Tjon Rockon (Bigi Krakti) en theatermaker, creatief producent, kroeguitbater en dramaturg Hajo Doorn (Bigi Toekang) de Rotterdamse tak van de Loge op. Sindsdien heeft Grande Loge zich, samen met Marieke Holtes (Bigi Sisa), ontwikkeld tot een ‘post-theatre posse gericht op creatieve ontwikkeling, jeugdcultuur, zingevende filantropie en sociale interactie middels vermaak en zelfontplooiing’.
Khadija El Kharraz Alami
Khadija El Kharraz Alami ((1987, Amsterdam) is actrice, theatermaker, performancekunstenaar, dramaturg, onderzoeker en regisseur. Als uitvoerend acteur speelde ze bij gezelschappen als HNT, NNT, Thalia Theater, Theatre Nationale de Strasbourg en Grande Loge. Parallel hieraan heeft ze haar eigen artistieke praktijk opgezet en beweegt ze sinds 2015 in België en Nederland.
Mathieu Wijdeven
Het werk van theatermaker en acteur Mathieu Wijdeven (1991, Tilburg) begint steeds vanuit een symbiotische relatie die mensen aangaan met objecten. In 2021 ging bij Productiehuis Theater Rotterdam zijn solovoorstelling Het waarom beantwoord in première. De voorstelling werd geselecteerd voor het Nederlands Theater Festival (2022), genomineerd voor de BNG Bank Theaterprijs (2022) en de schrijvers – Mathieu Wijdeven en Raoul de Jong – wonnen de Toneelschrijfprijs (2022).
Nastaran Razawi Khorasani
Theatermaker en actrice Nastaran Razawi Khorasani (1987, Iran) maakt intieme solo’s, maar speelt ook in groot ensemblewerk bij onder andere Internationaal Theater Amsterdam, Maas theater en dans en het Ro Theater. Samen met Davy Pieters vormt ze makersduo Kobe. Haar solovoorstellingen Songs for no one en This is not a dance, gemaakt na documentair- en vormonderzoek, speelt zij in binnen- en buitenland. Ze ontving tweemaal de BNG Bank Theaterprijs (2020 en 2021).
Romana Vrede
Romana Vrede (1972, Paramaribo) was als actrice verbonden aan het Onafhankelijk Toneel, Compagnie Dakar, Bogaerdt/VanderSchoot, Bonheur, Theater Artemis, het Noord Nederlands Toneel en Het Nationale Toneel/Theater. In 2016 maakte ze samen met Club Gewalt de voorstelling Who’s Afraid of Charlie Stevens?, over haar verstandelijk beperkte en autistische zoon. In 2020 begon ze aan het project Tijd Zal Ons Leren, waarmee ze bijna-vergeten en verzwegen verhalen van verzetsstrijders tijdens onze koloniale tijd vertelt. In datzelfde jaar debuteerde ze bij Theater Rotterdam als regisseur met de theaterhit The Story of Travis, een grootschalig familie-epos dat ze onder meer maakte met choreograaf Alida Dors en auteur Esther Duysker.
Wunderbaum
Wunderbaum bestaat uit acteurs Maartje Remmers, Marleen Scholten, Matijs Jansen, Walter Bart en Wine Dierickx, en vormgever Maarten van Otterdijk. Hun producties beginnen vaak bij de persoonlijke ervaringen van de makers en hun houding tegenover actuele (identiteits-)politieke kwesties, waarna ze zichzelf actief bevragen en met andere posities confronteren. Het gezelschap is internationaal geworteld en tegelijk sterk verbonden met Rotterdam, met Theater Rotterdam al sinds 2010 als thuishaven en vaste alliantiepartner.
‘Deze makerscommunity is een goede representatie van de stad en ons land van nu’, zegt directeur Alida Dors. ‘Ik denk dat we theater relevanter en sexyer kunnen maken, door doorleefde politieke verhalen de ruimte te geven, verhalen die reflecteren op de wereld van nu. Ik geloof dat het theater met deze stemmen haar verbindende kracht binnen de samenleving kan herpakken.’
De komende jaren wil TR zich ook meer gaan inzetten om de makers uit de community en hun producties internationaal te presenteren. Omgekeerd bindt TR ook internationale makers aan zich in de vorm van residenties. Tussen 2025 en 2028 tonen Hofesh Shechter, Alice Ripoll, Alesandra Seutin en Chokri Ben Chikha hun werk in de grote zaal en werken ze ieder een maand lang met community’s in de stad.
Nieuwe makers krijgen bij Productiehuis Theater Rotterdam de ruimte en de begeleiding om zich verder te ontwikkelen op artistiek, zakelijk en productioneel vlak. Jaarlijks volgen vier à vijf makers een intensief ontwikkeltraject. Circa tien makers worden in partnerschap met andere producerende theaters door TR ondersteund.
“Natuurlijk was het absurd, jongen. Het publiek bestond voor meer dan 90 procent uit witte mensen. De makers voor het overgrote deel uit mensen van kleur. En dat kiezen voor zo veel verschillends hetzelfde betekende als kiezen voor niets, of vraagtekens stellen bij de verhoudingen, dat was vragen om uitstoting. En dan kon je diversiteit nóg zo toejuichen, als je weerwoord gaf was je de pineut.”
Hoezeer ik ook onderschrijf dat diversiteit noodzakelijk is voor een vitale theatersector, zet ik toch wel vraagtekens bij deze keuzes. Deze makers maken straks voorstellingen voor een zaal met overwegend witte mensen. En…vertegenwoordigen deze “diverse” makers niet allemaal min of meer hetzelfde perspectief, te weten dat van de jonge, linkse, randstedelijke kunstenaar-met-migratie-achtergrond?
Een stads theater moet er zijn voor de mensen die wonen in die stad, daarvan zijn maar 26% Westers de rest komt van elders, daar moet je dan dus je aanbod op aanpassen. Dirk en Femke ik vermoed dat julie in het theater dingen gaan zien die jullie aanspreken, en blijkbaar staat het ook gewoon daar in Theater Rotterdam, het bied niet ALLEEN niet witte producties, ook hierboven zitten er ook gewoon witte makers tussen die komen als je hun bio leest ook NIET uit de Randstad maar uit Gelderland en Brabant bijv. Het publiek kan ongetwijfeld soms 90% wit zijn op de momenten dat wat hen aanspreekt op het podium staat. Er zijn ook een heleboel witte mensen die breed georienteerd zijn en allerlei produkties willen zien ook die van Nederlanders wiens voorouders niet uit Nederland komen, universele vraagstukken vanuit verschillende perspectieven. Als ik in Theater Rotterdam kom zie ik de diversiteit van Rotterdam iedere keer weer gereflecteerd in de zaal en die is dan helemaal niet 90% wit zeker niet als dat ook niet op het podium staat, de zaal is ook gewoon vol, waarmee de bewoners van Rotterdam laten zien dat zij in ieder geval blij zijn met wat er in hun theater gebeurd en ze blij zijn dat hun plek sinds het bestaan de vinger op de pols houd de gemeenschap ingaat, wie er in de stad woont, dat ze er zorg voor dragen dat ze er voor alle bewoners zijn, nadenken wat de bewoners aanspreekt en ze graag willen zien. Wie kan daar wat op tegen hebben de beschreven makers reflecteren het percentage westerse bevolking, er staan in het programma ook nog steeds voldoende witte produkties en als er witte mensen in de zaal zitten van produkties van niet witte makers dan is er blijkbaar een enorme interesse onder het publiek om daar kennis van te nemen en van te genieten. Ik begrijp eerlijk gezegd niet hoe dat als een probleem gezien kan worden er is blijkbaar ook onder witte mensen behoefte om te zien wat er daar gebeurd. Precies wat we graag willen een een theater toch?
In Rotterdam heeft 40 procent een niet-westerse migratieachtergrond, dat zijn de cijfers. Terecht dus dat niet-witte makers een belangrijke stem hebben, maar niet zo terecht dat het 80 procent niet-witte makers rechtvaardigt. Aan de andere kant speelt TR ook in de provincie, en dat daar die zalen ook vol zouden zitten, is helaas een utopie. Dat de Rotterdamse schouwburg uitpuilt van niet-witte Nederlanders klinkt me als muziek in de oren, maar tegelijkertijd zou ik die bewering ook gestaafd willen zien met cijfers. Bij iedere voorstelling gemaakt door een niet-witte maker die ik bijwoonde steeg het aandeel niet-wit publiek tot ten hoogste 10 procent. Mochten de kaarten niet aan te slepen zijn en het publiek bestaan uit een diverse afspiegeling van de stad, heb ik uiteraard niets gezegd.
Ik schrik van de reacties hierboven, het gaat direct over de afkomst van de makers en de mogelijke linkse wind die zij zouden representeren. Zullen we het gewoon hebben over dat dit een spannende makers-poule is? Over dat dit vakmensen zijn en dat TR hier een vernieuwende keuze maakt in de makers-poule?
Als je bang bent dat de programmering niet breed genoeg is voor je smaak als bezoeker, er wordt veel meer geprogrammeerd in TR dan de makers die zij kiezen om te ondersteunen. M.a.w. stel je niet aan.
Lieve makers, gefeliciteerd, ik ben benieuwd naar wat jullie gaan maken.
En voor de mensen die ervoor kiezen om makers die hun sporen breed verdiend hebben, en zich verder gaan ontwikkelen bij TR de komende periode te reduceren tot hun afkomst of (politieke)overtuiging: je hoeft niet te komen kijken right? Kies het podium waar je wilt zijn.
Niemand reduceert hier iemand tot diens afkomst, of stelt de kwaliteit van de makers ter discussie, maar dat de makers voor 80 procent een niet-westerse-migratieachtergrond hebben is een bewuste keuze. En ja, vrijwel alle makers zijn links (ik trouwens ook, voor de goede orde, geen maker hoor wel links), dus laten we dat maar buiten beschouwing laten. Deze makers zijn niet gekozen omdat ze niet-wit zijn, maar wel onder de voorwaarde dat ze niet-wit zijn. En zoals gezegd, bij een overwegend, en dan druk ik het zwak uit, wit theaterpubliek, is deze verhouding ontegenzeggelijk zeer scheef. En dat slechts dit opmerken al tot verontwaardiging leidt is zorgelijk. En dat er weinigen mij zullen bijvallen (terwijl ik ervan overtuigd ben dat de meerderheid het met me eens is) uit angst voor mogelijke gevolgen, is ook zorgelijk. De discussie moet openbreken.
Er is meer dan genoeg keuze voor de witte toeschouwer in Rotterdam, je hebt het Luxor, De Doelen, de schouwburg presenteert genoeg wit theater het hele jaar door. Ik denk dat de gemiddelde witte kijker juist heel erg benieuwd is naar het geluid van deze overwegend bi-culturele makers. Ik zelf ga net zo lief naar een voorstelling van Davy Pieterse als van Romana Vrede of Wunderbaum. Het is ook nogal laatdunkend om ophef te maken over deze keuze als je weet dat Rotterdam bij uitstek een diverse stad is. Je kunt ook naar een theater in Barendregt.
Laatdunkend is het ook om een plaatsnaam buiten Rotterdam incorrect te spellen. Theater Rotterdam is het voornaamste theatergezelschap van de stad. De Doelen programmeert muziek, Luxor entertainment. Het punt is dat, als u onderscheid wilt maken tussen “wit” en “zwart” theater (alsof theater door witte mensen gemaakt niet geschikt zou zijn voor zwarte mensen, en viceversa), dat, grof gezegd, “wit” theater gaat over alle facetten van het leven, en “zwart” theater over niet-wit zijn. En dan maakt het belangrijkste gezelschap dus 80 procent van haar voorstellingen over in de kern één thema. Daar valt wat van te vinden.
Hallo allemaal, ik doe vandaag de eindredactie van Theaterkrant en sluit bij deze de discussie, omdat @Jasper gewoon gelijk heeft: de reacties van @Femke, en ook die van @Dirk, zijn in de kern racistisch. Dat toont haar laatste reactie ten overvloede aan: ze legt @Sandy woorden in de mond om een stroman-argument op te kunnen zetten over dat ‘zwart theater’ alleen over ‘niet-wit zijn’ zou gaan. Daarnaast zijn haar eerdere aannames over dat deze makers vanwege hun achtergrond zijn gekozen (als ‘voorwaarde’) ook een racistisch vooroordeel. Belachelijk om te zeggen dat je ‘niemand tot hun achtergrond reduceert’ als je in je eerste comment al duidelijk een onderscheid maakt tussen ‘witte mensen’ en ‘mensen van kleur’. Knoop het in je oren: als je je vervreemd voelt van het theater als er vooral mensen van kleur op het podium en achter de schermen werken, ligt het probleem bij jou en niet bij hen. Laat het voor iedereen duidelijk zijn: racisme tolereren we niet op deze pagina’s. Iedereen die verder iets inhoudelijks over de keuze voor deze makersploeg wil zeggen is welkom, maar deze ‘discussie’ over hun kleur is gesloten.