Met de nonchalance van een tandartsassistent die je komt ophalen uit de wachtruimte, begeleidt Bram van Helden ons vanaf de hal van de Verkadefabriek naar een ruimte achterin. We gaan daar met zijn zessen rond een tafel zitten, met Van Helden aan een van de lange kanten. (meer…)
Stroboscoopwaarschuwingen, oordopjes bij de ingang; voor een bezoek aan de performance ZUCHT van Jelle Huizinga mag je je mentaal best even schrap zetten. In een krappe 45 minuten onderwerpt de vierdejaars performancestudent zijn publiek aan een muur van licht, geluid en geschreeuwde gedachten. Een overweldigende ervaring.
De bleke, half ontblote Jelle Huizinga loopt rondjes over het podium, als een dier gevangen in een kooi, een paard in een circuspiste of een mens in negatieve spiraal. Op emotioneel beladen, elektronische post-punk hoor je zijn woest uitgeschreeuwde, kernachtige raps over worstelen met gescheiden ouders, jezelf verliezen en zelfdestructieve gedachten over onverwerkte gebeurtenissen.
Onderliggende gedachte van de voorstelling is de zucht naar middelen en kwetsbaarheid in een context van harde adrenaline. Zijn post-punk is dan ook behoorlijk stevig – voor de liefhebber – en in combinatie met de felle lichtflitsen zeer effectief: de voorstelling verkeert in een staat van overprikkeling, een constante adrenalinestoot, die zich niet op een gezonde manier laat afvoeren. De stekelige ervaring roept een verlangen naar rust, ontlading, verstilling op, maar de kleine momentjes van relatieve stilte zijn kort – heel kort – en worden steevast gevolgd door een nieuw luidruchtig nummer.
In eenvoudige, ontwapenende raps hoor je pijn en wanhoop; elke zin kromt Huizinga zijn ontblote bovenlijf om met extra kracht zijn gedachten woedend in de microfoon te brullen, maar stilstaan doet hij nauwelijks. Hij vertelt hoe hij zichzelf door midden moet splijten tussen twee ouders en draait zich vast in een terugkerend ‘hoe dan?’. Later vraagt hij zich woest af: ‘Waarom ben ik tegen mij?’ en ‘Wie vangt je op als je alleen bent?’.
Aanvankelijk zien we weinig van zijn gezicht. Hij richt zich op de vloer, of laat het tegenlicht de toeschouwers verblinden, zodat je slechts de contouren ziet van de gemillimeterde performer. De volle kracht van Huizinga’s wanhoop is ook veel om rechtstreeks te ontvangen. Als hij zich uiteindelijk naar het publiek draait, is hij stoer, des duivels en toch ook radeloos.
Daarmee lijkt de performance in opzet geslaagd. Ook voor wiens ervaring met de zucht naar middelen beperkt is tot een behoefte aan wekelijks proosten op het weekend, wordt de druk opgevoerd, behoefte opgewekt en de ervaring invoelbaar gemaakt. ‘Ik ben niet meer verdoofd, buiten schijnt de zon, maar van binnen is het noodweer’, benoemt hij ergens halverwege. In ZUCHT komt die woelige binnenwereld naar buiten – en met effect.
Foto: Bart Grietens