De voorstelling Jongen van glas laat zich het best genieten alsof je bladert door een stripblad. Poppenspeelsters Sanne van Dijk en Willeke de Boer laten de scènes even abrupt beginnen als eindigen, alsof je een bladzijde omslaat en plots in een volgend verhaal terecht komt. (meer…)
Het wegvallen van een geliefde kan een mens in diepe rouw storten. Na het overlijden van een dierbare opent zich dan een groot gapend gat, een gat dat gevuld moet worden wil je er zelf niet in vallen. Overmand door woede, verdriet, angst of schuldgevoelens moet je proberen je leven weer op orde zien te krijgen.
Jongen, je moeder van Zuhause, het multidisciplinaire theatergezelschap rond danser/choreograaf Davey Bakker en muzikante/zangeres Élénie Wagner, laat zien dat die wanhoop zich ook al kan manifesteren als iemand nog niet overleden is. Alleen al de gedachte aan het toekomstige gemis kan voldoende zijn om het leven volledig op zijn kop te zetten. Het overkwam Bakker toen hij op een avond een telefoontje kreeg van zijn vader. Hij wist direct dat er iets grondigs mis was. Zijn vader belt nooit. ‘Jongen, je moeder…’, klonk het.
De voorstelling is een weergave van de uitzinnige orkaan aan emoties waaraan Bakker ten prooi viel nadat hij gehoord had dat bij zijn moeder kanker was geconstateerd. Met alle ten dienste staande middelen wordt een wereld gecreëerd waarin hij grip probeert te krijgen op die nieuwe werkelijkheid. Haar vanzelfsprekende aanwezigheid kan zomaar voorbij zijn.
Gestut door de doorgecomponeerde soundtrack van Élénie Wagner en Julius Jonker, waarin talloze muziekstijlen elkaar moeiteloos afwisselen, danst Bakker door de ruimte, verdwijnt in een bank en bouwt een wankele stellage. Ondertussen tracht hij woorden te vinden voor hetgeen zich in zijn kolkende hoofd afspeelt. De tekst van Ko van den Bosch (die ook de regie deed) is repetitief als dat nodig is, om te onderstrepen dat gedachtes zich niet opzij laten drukken. Of grimmig, om de wanhoop te benadrukken. Of juist wrang-humoristisch, als Bakker zegt dat ‘er meer moeder bij komt, met al die gezwellen en woekeringen’. Het lijkt bedoeld om zijn verdriet te neutraliseren.
Het is razend knap hoe Bakker in deze solo alle ballen in de lucht weet te houden. Vanwege het autobiografische karakter had het verhaal makkelijk larmoyant kunnen worden, maar die valkuil wordt zorgvuldig gemeden. Terwijl om hem heen zijn wereld (letterlijk) instort, zie je hem worstelen met de nieuwe realiteit. De ene keer in een dansscène (hij doet een schitterende act met een paar stoelen), een volgend moment door stil te staan en middels snapshots terug te blikken op zijn leven. Een leven waarin zijn moeder met haar ravenzwarte haar zo’n prominente rol vervulde. Nu is dat leven ‘wachttijd’ geworden.
Onderwijl doet hij verwoede pogingen een nieuwe werkelijkheid te scheppen. De stellage die hij bouwt is nog wat wankel, maar blijkt stevig genoeg hem te dragen.
Bij dit alles is de wisselwerking tussen de muziek en de tekst subliem. Voor elke emotie lijkt gezocht naar een passende stijl. Vuige punk en dampende funkjazz naast een ijle saxofoonsolo of een lief walsje op een accordeon. Het maakt van Jongen, je moeder een muziektheatervoorstelling die staat als een huis.
Foto: Oostblok media