Alles in het Royal Theater (1938) ademt nog klassieke allure: de beroemde muurschilderingen van Aldo van Eyck, het rode pluche, de sluierlampjes, de weldadige beenruimte en het gigantische bioscoopscherm. De monumentale bioscoop aan het Stationsplein in Heerlen, naar een ontwerp van architect Frits Peutz, wordt niet voor niets ‘het Tuschinski van het Zuiden’ genoemd. (meer…)
Vijf acteurs, tevens ouders, die ooit natuurlijk zelf ook zijn opgevoed, vormen de basis van Help, helikopterouders! Opgeteld hebben ze ervaring met zo’n tien verschillende opvoedstijlen; helikopterouder is slechts één van 83 soorten, aldus het vijftal. Het Laagland maakte er een soort safari van, waarin we een fractie zien van de weelde die het ouderrijk te bieden heeft. Onder de vrolijke oppervlakte schuilt een aanmoediging om over onszelf en elkaar te leren.
In een vlotte regie van Inez Derksen rond een interessant flexibele tribune zien we onder anderen de reddingsbootouder, (gevechts)helikopterouder en kindmanager tot leven gewekt. Met zelfbewuste humor wijzen de acteurs elkaar op de goede en slechte kanten van elkaars opvoedstijlen, waarvan de helikopterouder voor de meeste herkenning zorgt: de overal op voorbereidde, nooit ver uit de buurt zijnde, schermtijd bepalende, zakdoekjes, appels, snoepjes en kleurpotloden uitdelende ouder, die streeft naar niets minder dan een gelukkig kind. Nét wat te controlerend, volgens de aanwezige kinderen.
Deze vrolijke parade nodigt al uit tot zelfreflectie voor de aanwezige ouders – en een goed gesprek tussen ouder en kind achteraf, maar er tegenover zien we ook nog de kinderen die Kiki van Aubel, Evrim Akyigit, Aafke Buringh, Anton de Bies en Gürkan Küçüksentürk zelf ooit waren. Ze pochen over het gebrek aan regels thuis, lijden onder de controle van hun ouders en hebben elk een andere reden om ziek thuis te willen zitten. Van even niks kunnen doen en meer tijd om te leren voor een toets tot in de schrijnender gevallen: meer aandacht van hun ouders of een kans om voor hun ouders te zorgen.
In een fijne mix van bemoei- en bekijkplezier houden de vijf ouders de sfeer goed door de kinderen als jonge experts om tips en ervaringen te vragen. Dat wordt nog extra aangemoedigd met een werkboekje ‘wat voor kind ben jij’ voor thuis. Als volwassene kun je na afloop even doorkauwen op het contrast tussen de opvoedstijl die acteurs vroeger ondergingen, tegenover die van henzelf. De verwaarloosde Buringh ontpopte zich bijvoorbeeld tot kindmanager, terwijl Akyigit, wier leven al was uitgestippeld, nu zelf laissez-faire is.
Wat goed werkt, is dat het onderwerp volledig aansluit op de belevingswereld van alle aanwezigen en dat ook de minder betrokken oudersoorten subtiel worden aangekaart. De helikopterouder lijkt achteraf toch zo slecht nog niet. Niet alleen ouder en kind krijgen woorden aangereikt om de opvoeding te bespreken, ook opvoeders onder elkaar kunnen ervaringen uitwisselen: waar het meestal ongemakkelijk is om elkaars opvoedstijlen te evalueren, is dat na deze voorstelling eventjes de normaalste zaak van de wereld.
Foto: Joost Milde