De dertigste editie van het ITS Festival kent een nomadische vorm, maar liefst veertig voorstellingen zijn te zien in theaters door heel Nederland. In het meerdaagse programma van Frascati, tijdens de laatste week van de tournee, werden nieuwe vormen beproefd. Een jonge generatie maakt zich strijdbaar op voor andere tijden. (meer…)
In de afstudeervoorstelling Shy door Toneelacademie Maastricht volgen we een depressieve tiener in aanloop naar zijn zelfopgelegde einde. De tekst is gebaseerd op het gelijknamige boek van Britse schrijver Max Porter, vooral bekend van Grief is the Thing with Feathers.
Hij staat voor een vijver, zijn rugzak gevuld met stenen, turend in het ondiepe water. Shy, gespeeld door actrice Hendrickje Bobby Rae Zeeuw, volgt een 16-jarige jongen die het leven niet meer ziet zitten. Alles heeft hij gedaan: gerookt, geblowd, gestolen, maar ook een huis vernield en een mes in de vinger van zijn moeder geramd. In een vlugge, overvolle regie door Luuk Bellemakers en dramaturgie door Nina Wijkel, razen we door Shy’s leven en gedachtenspinsels.
De setting is Laatste Kans, een faciliteit voor jongeren met gedragsproblemen. Naast Zeeuw nemen Christopher Tjalling Hatton en Jelle Huizinga verschillende rollen op zich, waaronder psycholoog Jenny, moeder, vriendinnetje Becky, pestkoppen, een neef die dj is, en andere personages. Hoewel Hatton en Huizinga zich inleven in iedere rol, blijven de personages nogal oppervlakkig. Ze wisselen voortdurend tussen inleven en vertellen, wat eerder tot vervreemding dan tot verdieping van de personages leidt.
Het gesprek bij de psycholoog (Hatton) had zich uitstekend geleend om meer diepte te vergaren, maar zelfs in deze scène blijft de jongen ondoorgrondelijk. Zittend op twee krukken tegenover elkaar, maar vrij ver uit elkaar geplaatst – de hele speelvloer ligt ertussen – gaat hij in gesprek met zijn zielenknijper. De dialoog onthult alle misdaden die Shy heeft begaan, maar het is moeilijk om met hem mee te voelen omdat hij niet bepaald sympathiek overkomt wanneer hij praat over zijn daden en zijn wens voor de dood van zijn moeder.
Buitengewoon fraai is het decor. Voorop het toneel zien we een spiegelend rond vlak, de vijver, waarin hij zich wil verdrinken. Twee imaginaire dassen, vermoedelijk een hallucinatie van Shy, spreken hem toe en maken hem alsmaar gekker. Maar wanneer Hatton en Huizinga ineens in aliens veranderen, rommelend onder het witte achterdoek, beschenen door felle lampen, wordt het stuk te chaotisch. Is dit een vrije toevoeging van de regisseur en spelers, of daadwerkelijk afkomstig uit Porters verhaal? En waarom kiezen de makers ervoor dit uit te lichten in het stuk? In principe voegt het weinig toe.
Wanneer het trio aan het eind stenen in de vijver keilt – nu een ronde spot geprojecteerd op het witte achterdoek – ziet dat er bijna filmisch en dromerig uit. Een verrassend rapgedeelte, uitgevoerd door Huizinga, is lekker om gade te slaan. De acteur wervelt over de bühne, lijf- en ledematen pompend, adrem. Shy slaagt er goed in om levendige sfeerbeelden te schetsen, maar de personages verdienen meer uitdieping.
Foto: Jonnah Lee Goldberg
Hee Gina hi,
Normaal vind ik inhoudelijke reacties op recensies een beetje lastig,
(ook omdat ik de show niet gezien heb),
maar ik ga dit nu toch typen, want ja whatever ook eigenlijk allemaal.
Omdat ik het best een heftig uitgesproken recensie vind, in de vrij negatieve zin zal ik maar zeggen, over mensen die nog niet eens afgestudeerd zijn. En dan is het voor veel mensen ook nog de eerste recensie op dit platform ever.
(En dit is misschien een bredere discussie -waarom recenseren we überhaupt mensen die nog op school zitten- maar) is daar niet een beleid of richtlijn voor?
Een eerste recensie doet je gewoon super veel als maker,
zeker als die niet zo positief is.
En ik snap ook dat je niet forever beschermd kan worden voor de meningen van mensen,
toch vind ik het heftig deze woorden te lezen over mensen die in hun tweede, derde, vierde jaar van een theater opleiding zitten, voor wie deze woorden heel veel impact kunnen hebben (op verschillende vlakken) en die nog moeten beginnen met het bestormen van dat werkveld.
Ben benieuwd hoe jij daar naar kijkt,
en of dit vraagstuk ook speelt op de redactie van de theaterkrant bijvoorbeeld.
Hoi Just, ik herhaal hier even wat ik vorige week onder een vergelijkbare vraag/commentaar zette (https://www.theaterkrant.nl/recensie/ik-ben-de-wind/flora-kenza-nacer-en-lou-seidel/)
Afstudeervoorstellingen zijn een grensgeval – werk gemaakt binnen de beschermde omgeving van een school, maar ook van makers die hun diploma halen en klaar zijn om het werkveld in te gaan. Geslaagde afstudeervoorstellingen gaan regelmatig in het reguliere circuit in reprise, of zijn te zien op afstudeerfestivals. In principe vind ik dat afstudeervoorstellingen gerecenseerd zouden moeten worden, voornamelijk om geïnteresseerde lezers en theaterkijkers kennis te laten nemen van het werk van de nieuwste generatie makers. Bij Theaterkrant zijn we pragmatisch: op dit moment bespreken we afstudeervoorstellingen alleen als de makers daar zelf om vragen. Dat is in dit geval ook gebeurd.
Groeten van de hoofdredacteur
De discussie of een afstudeervoorstelling wel of niet besproken mag worden is interessant. De vraag is ook bij wie de verantwoordelijkheid ligt, los van wat belangrijk is om mee te nemen en mee te wegen bij de bespreking van werk van nieuwe, in dit geval nog niet eens afgestudeerde, makers. Ik zou (for the sake of the discussion) de bal eens terug willen kaatsen. Ligt de verantwoordelijkheid in eerste instantie niet bij de makers zelf en ook bij de scholen? Nu is er al jaren iets gaande op de toneelscholen, namelijk dat makers minder in het ambacht van het ‘maken’ onderwezen worden maar vooral opgeleid worden tot ondernemers, en dus leren hoe je jezelf ‘als product’ in de markt gaat zetten. De scholen onderwijzen makers in ‘marktdenken’, focussen op ‘number goals’ en ‘diamond goals’. De studenten volgen deze logica, met alle gevolgen en risico’s van dien. Het gebrek aan ambacht of nog niet ontwikkelde ambacht kan wellicht tot negatieve beschouwingen in de media leiden. Dat is het risico wat makers en scholen nemen, niet kranten of de theaterkrant. In onze huidige pornografische etalagemaatschappij gaat het vooral om het ‘uitstallen’. Waarom nemen echter nieuwe makers niet meer tijd om langzaam en geduldig in de eigen ontwikkeling, signatuur en ambacht te investeren in plaats van zich al in zo’n vroeg en pril stadium ‘uit te stallen’? Er zijn verschillende vormen van ‘gezien’ worden. Als student lijkt het me handig dat je allereerst door medestudenten en docenten wordt gezien, van constructief feedback wordt voorzien, en dat je zorgvuldig wordt begeleid. De scholen zouden goed eraan doen om studenten beter te beschermen, ook tegen zichzelf. En ze zouden meer hun verantwoordelijkheid na mogen komen om studenten niet als prooi voor de leeuwen te gooien op een moment dat ze net aan iets en met iets zijn begonnen. Dat ze ‘willen’ is niet zo verbazingwekkend in het huidige tijdsgewricht waar iedereen zo zichtbaar mogelijk moet zijn of denkt te moeten zijn (je kan de neoliberale bubbel namelijk ook leegprikken). In de kunsten (en dus ook bij kunstvakopleidingen) zou wellicht meer de vraag gesteld mogen worden, ‘kunnen’ de studenten het al, en kunnen ze het al aan? Waarom willen makers die net begonnen zijn met maken al gerecenseerd worden? Is het hoogmoed? Of onervarenheid? Weten ze wat ze doen? Op het moment dat je recensenten uitnodigt, moet je – gewild of ongewild – als maker al ervoor open staan dat alles over je kan worden geschreven, ongeacht of dat wel of niet rechtvaardig is. Waarom houden scholen en opleidingen dat niet tegen? Wellicht dat het een toneelschool niet uitmaakt of een student positief of negatief wordt besproken want voor de een staan al weer honderd andere studenten klaar. Zijn scholen in dit geval niet medeplichtig aan het creëren van competitie-denken en wedstrijdmentaliteit? Hebben de scholen niet ook een verplichting om zorgvuldig te begeleiden? ‘educatie’ betekent ‘naar buiten begeleiden’. Maar niet om al buiten neer te zetten en ‘uit te stallen’. Misschien is het probleem dat de toneelscholen zelf tot producenten en productiehuizen zijn verworden, en zodanig ‘geleid’ worden, dus met oog op markt en marketing in plaats van te investeren in ambacht en ontwikkeling. Er zijn in het verleden inderdaad al verschillende afstudeervoorstellingen besproken, dan echter meestal in een ‘schoolse’ context, bijvoorbeeld op afstudeerfestivals als ITS of ENTER.
“Langzaam, studenten, langzaam. Het ene na het andere.”
Gisteravond aangenaam verrast door de voorstelling van deze jonge theatermakers. Prachtige verbeelding van een zwaar thema met af en toe een komische noot. Daarom vond ik dat de aliens juist wat lucht in de zwaarmoedige overpeinzingen bracht. Max Porter is een fantastische schrijver en gelukkig heeft Luuk Bellemaker de originele tekst geen geweld aan gedaan.
Het talent van Hendrickje zowel op acteer- als muzikaal vlak heeft de voorstelling groots gedragen. Christopher en Jelle speelden diverse rollen en geen moment was ik in verwarring wie ze vertolkten. Juist door dit ‘klein’ te spelen was dit een voor mij verrassende conclusie. Dit alles ook nog binnen een schitterend eenvoudig vormgegeven decor. Dank jullie wel voor deze heerlijke avond. We gaan in de toekomst zeker nog van jullie horen.
Een wervelwind aan emoties die je niet onberoerd laten in een overduidelijk tijdloos stuk. Een gevoelig en actueel thema heel knap verwoord en krachtig uitgebeeld door de spelers en makers van “Shy”. Hopelijk was gisteravond niet de laatste keer was dat deze talentvolle jonge mensen met dit meesterwerk van Max Porter op de planken hebben gestaan.
Maar heb je het boek gelezen?
Mijn 20-jarige zoon zit in een gelijke situatie als het hoofdpersonage. Hij woont in een instelling, krijgt geen contact met de mensen daar en ook niet met mij. Voor het eerst in die (moeilijke) afgelopen jaren begreep ik hem en zijn gevoelens. Dank daarvoor aan de makers. De personages oppervlakkig noemen vind ik ronduit onjuist en vreemd. Jelle en Christopher spelen de andere personage’s fantastisch. Het afwisselen tussen scènes en vertellen werkt voor mij alles behalve vreemd. Ze zijn de stemmen in het hoofd van Shy en dat hoofd is vol en snel. Daarnaast begrijp ik niet dat er niet over de prestatie van Hendrickje wordt gesproken, hoe zij in regie van Luuk vorm geeft aan Shy is werkelijk formidabel. Het klopt dat Shy niet sympathiek is in de gesprekken met zijn moeder en therapeute, maar is dat ook niet juist het punt dat deze jonge makers willen maken? Dat een jongen volgens uw woorden niet sympathiek overkomt terwijl hij spreekt over de wens van de dood van zijn moeder lijkt mij dan ook meer dan logisch, terwijl hij (als ik het mij goed herinner) later in die scene tot echte inzichten komt. Dit alles is knap geregisseerd door een nog niet afstuderende regisseur. Het nagesprek na afloop hielp mij ook. De noodzaak van de makers hoorde en voelde ik overal terug. Ik vraag me af of u het nagesprek hebt bijgewoond?
Kortom: ik heb genoten. Ik bezoek vaak het theater maar heb mijzelf nog nooit zo mogen herkennen in werk – en zeker niet van jonge, veelbelovende makers. Dank daarvoor aan alle betrokkenen. Het is een voorstelling waarvan ik hoop en verwacht dat deze nog vaak mag spelen. Ik kom dan graag opnieuw en neem mijn zoon dan mee.
Beste Just en anderen, dank voor jullie reacties. Mooi om te horen dat velen zo geraakt waren door Shy. Wat de vraag over dit soort kwesties betreft, voeg ik me bij Simon. Ik begrijp dat het vervelend is om een recensie te krijgen die niet enkel lovend is, zeker bij een allereerste voorstelling. Ondanks positieve elementen in Shy (oa decor en spel van Huizinga) waren andere onderdelen niet uitgebalanceerd. En dat is kunstkritiek ook: een eerlijk oordeel over een productie.
Afstudeervoorstellingen bespreken gebeurt vaker. Voor Het Parool recenseerde ik eerder voorstellingen van net afgestudeerde makers. Ook geven we ze kort na de academie een podium in onze rubriek ‘Jonge Makers’. Hierin gaan we uitgebreid in gesprek over hun visie en nieuw werk. Denk aan veelbelovende nieuwe namen zoals destijds Gavin-Viano, Kevin Klein en komende week Emma Buysse en Luna Joosten (Toneelacademie Maastricht). Met vriendelijke groet, Gina
Ik neem aan dat de recensente is uitgenodigd? Uit ervaring weet ik dat er veel moeite in wordt gestopt om een recensie te krijgen.
Bij dit afstudeer project “Shy” worden wij geconfronteerd met een depressieve zestien jarige die zijn eigen keuze maakt om uit het leven te willen stappen.
Het was een verrassende voorstelling, vooral gezien de zware thematiek.
Complimenten aan de acteurs en regisseur om dit thema te realiseren.
De kracht van deze theatervoorstelling houdt niet op als het “doek” valt.
De worsteling van Shy roept vragen op, die in deze tijd van urgent belang zijn.
Nogmaals een gedurfd en bijzonder goed geregisseerd theatervoorstelling met
talentvolle acteurs.
Chapeau.