Als een al geruime tijd overleden artiest een tribute-concert krijgt, dringt zich al gauw de vraag op hoe actueel zijn werk eigenlijk nog is. Bij de in 2006 gestorven zanger, tekstschrijver en componist Robert Long is het antwoord op die vraag tweevoudig, zo toont de voorstelling De dag dat ik Robert Long ontmoette. Ja, zijn liefdesliedjes ontroeren nog altijd dankzij hun originele invalshoeken en rake observaties, en zijn grote zorgen over het milieu (‘Toe maar jongens, de beuk erin’) hadden zo in de krant van vandaag gekund. Maar er zijn daarnaast ook een boel nummers die inmiddels nogal oubollig en truttig overkomen, zowel qua tekst als qua melodie. (meer…)
Robert Long zou nu tachtig jaar oud zijn geweest als hij niet in 2006 was overleden. De lange zanger stapte in 1974 revolutionair over van Engelstalige relipop (‘The Last Seven Days’) naar scherp, maatschappelijk Nederlandstalig repertoire, en veroverde daarmee een ereplek op de kleinkunst-Olympus. Het is de vraag of hij als grijsaard de mierzoete interpretatie van zijn werk door het duo Ludique zou hebben gewaardeerd.
Het sloeg in als een bom. In 1974 verscheen uit het niets het album Vroeger of later van Robert Long, die we daarvoor kenden als de vrome voorzanger van Unit Gloria, de band die EO-leden de tranen in de ogen bezorgde met ‘Our Father’. De nieuwe versie van Bob Leverman haalde de zweep over de katholieke kerk en de anti-abortus-Paus met zinnen als: ‘Hij die door zijn orgaan slechts pist, heeft steeds voor duizenden beslist.’
Van het album werd een half miljoen exemplaren verkocht en het stond ruim twee jaar op de hitlijsten. In de jaren die volgden, bouwde Long een geweldig repertoire op, een mix van vlijmscherp geformuleerde geëngageerde nummers en gevoelige, homoseksueel getinte teksten. Dat laatste zonder een boegbeeld van de homobeweging te willen zijn, daarvoor was hij te individualistisch en te anarchistisch.
Vorig jaar startten de twee mannen van Ludique de tournee van LevensLong, waarmee ze ook Duitsland hebben aangedaan. Dat was een fraai eerbetoon aan Long, die vergevorderde plannen had om door Duitsland te trekken met de vertalingen van Michael Kunze. In de Nederlandse versie van de tour zijn ook enkele Duitstalige nummers opgenomen. Interessant en met een vlekkeloze uitspraak, maar het droevige relaas van Jos, die zelfmoord pleegt zou toch echt meer indruk hebben gemaakt in het Nederlands.
De stemmen van Gerald Drent (bas-bariton) en Martijn Mulders (counter tenor) kleuren in samenzang mooi met elkaar. Maar terwijl Mulders als solist in de buurt van het aangename stemgeluid van Long komt, worden de solostukken van Drent behoorlijk brommerig. Maar het is allemaal zo lieflijk, zo zoet, zo on-Longs.
De choreografie van Bernadette Engler (tevens regisseur) is ronduit verschrikkelijk. Ze laat Drent en Mulders in hun wijde gewaden (rood voor de pauze, waardoor ze leden van een obscure Indiase sekte lijken; zwart na de pauze, waardoor ze er wel erg protestants uitzien) als gemankeerde engeltjes tamelijk dwaas om elkaar heen zweven. Wat klef. Daarbovenop vertalen ze bijna elk zinnetje in gebaren, alsof we naar doventolken zitten te kijken. Dan het zinloze heen en weer geschuif met dat decorstuk, een L-vormige halve schilderijlijst. En of dat niet genoeg is, articuleert Drent zo overdreven, alsof hij aan zijn spraakdocent wil laten horen dat hij echt wel Nederlands spreekt.
Dit alles haalt heel veel plezier weg bij de fijne liedjes van Long. Grote winst van LevensLong is pianist Peter van der Zwaag, die ook Robert Long heeft begeleid. Hij maakt de op zich tamelijk eenvoudige (maar wel smaakvolle) melodietjes, met voor de hand liggende akkoorden, toch bijzonder door zijn zwierige arrangementen. Nee, die liedjes vervelen niet en gelukkig kregen sommige nummers wel de uitvoering die het verdiende, zoals ‘Hè gezellig’, een humoristisch-zwartgallige beschrijving van een verjaardagsfeest vol gezondheidsgeklaag.
Het was trouwens aan de zaal te merken dat men het zalig vond om al die liedjes van Long weer eens te horen. Er werd op sommige momenten meegezongen als enthousiaste tieners bij het laatste concert van Doe Maar.
Foto: Mischa Muijlaert
Voor de 2e keer de de voorstelling gezien, helaas was Martijn niet in orde.
En toch werd er een mooie, respectvolle, fijne voorstelling neer gezet.
Dank jullie wel
Peter en Brigit
Mooie voorstelling, heel aardige mannen met heel veel talent. Ja..er zijn natuurlijk altijd liedjes bij die je graag had willen horen,maar zij maken de selectie en dat respecteer ik. De stem van Martijn liet het een beetje afweten maar dat kan gebeuren, het is winter he!! Maar wij hebben een mooie avond mogen beleven en zijn nieuwsgierig naar hun toekomstige voorstellingen. Heel veel succes voor Ludique!!!!
Lees nu pas dat ik ’n reactie kan geven op de prachtige voorstelling die twee mooie, lieve mensen hebben neergezet!
Martijn Mulders en Gerald Drent hebben mijn ziel geraakt;
pianist Peter van der Zwaag begeleidde hun zò mooi!
Voor de tweede keer ga ik naar deze intense voorstelling!
Robert en ik waren bevriend met elkaar, dus het doet mijn hart goed om zijn liederen
zo mooi zien en te horen vertolken!
Liefs en toi-toi-toi.
Gisteren de voorstelling gezien en het was prachtig! Juist het decor en de kostuums refereerden aan de presentatie van Robert! De jongens brachten het met overtuiging, liefdevol en met respect voor het origineel! Petje af.
De prachtige voorstelling “Levenslong” mocht ik 4 keer beleven!
(bijna 5 keer, zij het dat ik het niet meer kon halen door de file)
Ik schrijf bewust “beleven” want zo voelde het tijdens dit prachtige programma
waar twee talentvolle, bevlogen artiesten als Gerald Drent en Martijn Mulders de
teksten van Robert Long eer aan deden.
Ook Peter van der Zwaag die hun begeleidde op de piano speelde prachtig!
Lieve Gerald en Martijn, ik mis jullie!