De extra investering van 10 miljoen euro in cultuur in 2016 blijft eenmalig. Op 28 juni verwierp de Tweede Kamer de motie van cultuurwoordvoerders Van Dijk (SP) en Pechtold (D66), waarin zij de regering voorstelden structureel 10 miljoen euro aan de begroting voor de culturele basisinfrastructuur in 2017-2020 toe te voegen. Ook verwierp de Kamer […]
Diversiteit en inclusie mogen geen dwingende voorwaarden meer zijn voor cultuursubsidie. Dat vindt een meerderheid van de Tweede Kamer, die daarover gisteren een motie aannam van BBB, SGP en CU. De partijen vragen daarnaast om te onderzoeken hoe subsidies beter verspreid kunnen worden over het land.
Sinds 2021 is het onderschrijven van de Code Diversiteit & Inclusie een verplichte subsidievoorwaarde voor culturele instellingen in de basisinfrastructuur (BIS). Gesubsidieerde instellingen zijn verplicht de Code toe te passen en uit te leggen hoe ze invulling geven aan diversiteit en inclusie in hun subsidieaanvraag.
Volgens Claudia van Zanten (BBB), Chris Stoffer (SGP) en Don Ceder (ChristenUnie) is ‘cultuur in zichzelf van waarde en moet die niet primair via beleid politiek gemaakt worden, zoals nu veel gebeurt via opgelegde inclusie- en diversiteitspolitiek’. Diversiteit en inclusie mogen daarom geen dwingende voorwaarden meer zijn voor rijkssubsidie.
De indieners kregen gisteren steun van de PVV, VVD, NSC, CDA, FVD en JA21. In dezelfde motie vragen de partijen ook om een onderzoek naar een evenredige verdeling van cultuursubsidies over Nederland, ‘zodat alle regio’s kunnen profiteren van culturele activiteiten en initiatieven’.
Het is nog onduidelijk wat het (demissionair) kabinet met deze verzoeken gaat en kan doen. De oproep komt voor de cultuursector op een opmerkelijk moment. Organisaties leggen deze week de laatste hand aan hun aanvragen voor rijkssubsidie voor de periode 2025-2028 (deadline 31 jan). Daarnaast presenteert de Raad voor Cultuur aanstaande vrijdag zijn advies voor een volledige herinrichting van het cultuurbeleid vanaf 2029.
Beeld: Herman van Bostelen
Het wordt een lange winter. Maar de kou zal keurig worden gespreid over het hele land.
Ik verklaar hierbij dat ik als directeur in de gesubsidieerde podiumkunsten geheel vrijwillig en zonder dwang ervoor kies me te verhouden tot diversiteit en inclusie. Dat betekent namelijk dat we als instellingen samen publiek geld aanwenden om een zo rijk mogelijk palet aan verhalen te vertellen op het podium waarin een zo breed mogelijke groep Nederlanders zich kan herkennen. Ps beste motie- makers en ondersteuners, mocht je theater wil maken voor een specifieke groep zeg witte mannen van boven de 60 of zwarte vrouwen onder de 30 dan kan je ook gewoon een aanvraag indienen. Er is dus geen enkele reden voor deze motie en ik ken geen directeur of theatermaker die er om gevraagd heeft. Stemmingmakerij van het gevaarlijkste soort. Zijn we wakker beste podiumkunsten collegae? Ik begrijp dat het risicovol is je te laten horen nu we afhankelijk zijn van de beoordeling komende half jaar. Maar er zijn grenzen.
… ‘[cultuur] moet niet primair via beleid politiek gemaakt worden, zoals nu veel gebeurt via opgelegde inclusie- en diversiteitspolitiek.’ Dus zodra er voor een diverser palet aan Nederlandse burgers kunst wordt gemaakt, dan is het ineens politiek? Wat is het dan als er kunst wordt gemaakt voor een (wit, oud, rijk, cultureel onderlegd) publiek? Niet politiek? ‘Neutraal’? Wat we neutraal vinden en wat we politiek vinden verbergt vaak de ware agenda. @marelie, hear hear! Zijn we wakker?
Diversiteit en inclusie bedreigen volgens deze motie de waarde die cultuur in zichzelf heeft? Hoe dan?
En D&I via beleid is volgens hen te politiek, maar in één adem via hetzelfde beleid regionale werking afdwingen niet? Alle regio’s moeten mee profiteren, maar alle (sub)culturen ho maar?
Never mind dat touren burnouts, negatieve milieuimpacten en oppervlakkige publieksbinding tot gevolg heeft.
Noem het dramaturgische beroepsdeformatie, maar bij zo’n gebrek aan interne consistentie vermoed ik ulterior motives, cq het R-woord.