Ongelijkheid tussen Randstad en regio is al jaren een maatschappelijke splijtzwam. Nog altijd leeft ook in de cultuursector het beeld dat de vier grootste steden de beste carrièrekansen bieden. Strookt dat centralistische denken wel met de praktijk? Nou nee, zo bleek tijdens drie ‘focusdagen’ voor theaterprofessionals uit heel Nederland. ‘In Groningen heb je ergens tijd voor en gaat het dieper.’

 Tijdens het gloednieuwe afstudeerfestival ENTER ontmoette ik een bevlogen student van de performanceopleiding. Op de Maastrichtse Toneelacademie had hij met medestudenten een collectief opgericht. Met het einde van de opleiding in zicht, zocht de hele groep nu woonruimte in Amsterdam. Als je het maakt in Mokum tel je mee, leek de beweegreden. En bovendien, waar anders was er genoeg publiek voor experimentele voorstellingen?

Deze veelgehoorde gemeenplaats kun je een net-afgestudeerde moeilijk aanrekenen. De vermeende artistiek hogere status van de Randstad is een misvatting die we als gehele cultuursector al generaties herhalen. Het blijft trouwens niet bij denkbeelden alleen. Tijdens onze focusdag in Heerlen haalde Yoram Reintjens (Parkstad Limburg Theaters) de Regionale Cultuurmonitor 2022 van de Boekmanstichting aan: van de rijkssubsidies – de BIS en de zes landelijke fondsen – ontvangt Noord-Holland jaarlijks € 64,16 per inwoner; in Limburg is dat slechts € 7,48.

What’s in a name?

Zulke denkpatronen en verdeelsleutels stroken niet met de bloeiende theaterpraktijk dwars door het land. Zelfs onze taal schiet te kort: het onderscheid ‘Randstad-regio’ neigt naar een stramme, hiërarchische onderverdeling. Anneke Jansen, programmeur van SPOT Groningen: ‘Hier verhouden wij ons niet alleen tot wat Amsterdam aan het doen is, maar meer nog tot Hamburg, Mainz of de rest van de wereld. Groningen denkt dus veel internationaler. Je centrum is waar jij bent, niet waar anderen zeggen dat het centrum ligt.’

Silvie Dees, directeur bij Theaterproductiehuis Zeeland en Zeeland Nazomerfestival: ‘In Vlaanderen gebruiken ze het woord ‘regio’ helemaal niet en hebben perifere gebieden minder last van het zogenaamde calimerocomplex. Vlaanderen heeft haar culturele infrastructuur min of meer gelijk verdeeld over dertien ‘centrumsteden’: van Kortrijk tot Turnhout en van Oostende tot Genk. Ieder heeft een volwaardig cultureel ecosysteem. In overleg vormen ze een gezamenlijke politieke lobby en stemmen ze hun profilering op elkaar af.’

Impact

Tijdens de focusdagen in Groningen, Middelburg en Heerlen, georganiseerd door het Nederlands Theater Festival – samen met SPOT Groningen, Theaterproductiehuis Zeeland, Parkstad Limburg Theaters en Cultura Nova – werd steeds opnieuw duidelijk dat nieuwe impulsen binnen kleinere culturele ecosystemen een verhoudingsgewijs grotere impact genereren. Violien Vocks, programmeur Parkstad Limburg Theaters: ‘In Heerlen kun je al snel een enorme impact maken als kunstenaar. En niet alleen als je de wijk ingaat. Ook richting het publiek van reguliere voorstellingen. In de Randstad heb je relatief meer professionals in het publiek. In Limburg zijn het voornamelijk mensen die niet per se in het theater werken: trouwe liefhebbers van het aanbod die er gevoelig voor zijn als je je als maker direct tot hen verhoudt. Dat zie ik bijvoorbeeld bij onze artist in residence Roshanak Morrowatian. Ik merk dat haar aanhang sterk is, en groeit.’

Het van oudsher vrij centralistische denken in Nederland – trickle-down beleid vanuit de Randstad richting de regio – houdt nog te weinig rekening met deze impactverschillen. Anneke Jansen: ‘Dit raakt aan een bredere maatschappelijke onvrede: niet alleen aan hoe er met kunst en cultuur wordt omgegaan, maar bijvoorbeeld ook aan de politiek rond de gaswinning in Groningen of de overstromingen in Limburg. Er zijn parallellen te trekken tussen maatschappelijke issues en de positie van kunst en cultuur in het Randland (de gebieden buiten de Randstad, red.).’

Een veelgehoord geluid tijdens de focusdagen: juist dáár waar stemmen onvoldoende gehoord worden, zou meer geïnvesteerd moeten worden. Violien Vocks: ‘We weten al langer dat kunst en cultuur in grote mate positief bijdragen aan de geluksfactor van een gemeenschap. Juist in Heerlen, jarenlang laag scorend op het vlak van welvaart, is dat gevoel van eigenwaarde nog belangrijker. Dat soort neveneffecten die kunst en cultuur veroorzaken, zouden we beter moeten benoemen met z’n allen.’

Ruimte voor onderzoek en experiment

Een andere troefkaart van het Randland is de zogeheten splendid isolation, oftewel de voordelige situatie van relatieve afzondering. Anneke Jansen: ‘De meeste recensenten van de landelijke bladen zitten in Amsterdam. Dus als je in Groningen een première hebt, dan is het vaak moeilijk om een recensent te krijgen. Zeker als je een kleinere groep hebt of beginnende maker bent. Soms kan die vervelende positie in je voordeel uitwerken: je hebt letterlijk meer ruimte om te experimenteren en te ontwikkelen, voordat de pers langskomt. In Groningen heb je ergens tijd voor en gaat het dieper.’

Silvie Dees: ‘Ook in Zeeland heb je die ruimte. Met onze residenties voor makers uit het hele land, bieden we een andere omgeving, maar ook ruimte in je hoofd, op afstand van je normale werk- en leefomgeving. Bij ons kun je in alle rust iets bedenken, je wordt niet meteen beoordeeld. Bovendien: de verhalen die je hier vindt, zijn vaak regio-overstijgend en van universeel belang. Een van onze makers, Koen Verheijden, dook in het Zeeuws Archief. Dat is wereldwijd het meest volledige archief van ons koloniale slavernijverleden. Mede door de research die Koen deed, zijn drie verhalen van sterke vrouwen naar boven gekomen. Een verborgen geschiedenis die we niet zo goed kenden, is door theater ontrafeld. In lokale context geworteld zijn, kan dus een universele waarde hebben met een internationale reikwijdte.’

 Violien Vocks: ‘Als makers nu in de grensgebieden gaan werken, tonen ze ook lef. Ze gaan namelijk in tegen het denkbeeld dat je dáár moet zijn waar iedereen komt kijken. Die maker moet dus ook het geduld hebben om deze ruimte te pakken en het positieve ervan in te zien.’

Dat er juist in het Randland veel kansen zijn voor makers om residenties aan te gaan, te experimenteren en zich te ontwikkelen, is nog veel te weinig geweten. Toen dit onderwerp ter sprake kwam tijdens het Nederlands Theater Festival in september, kwamen jonge makers op mij af met de vraag: ‘Waarom is ons dit nooit verteld?’

Silvie Dees: ‘Dit verhaal vertellen we als sector niet goed. Overal in het land liggen de verhalen voor het oprapen; verhalen die je universeel kunt maken.’

Anneke Jansen: ‘We moeten systematisch anders gaan kijken. Verschillende plekken in het land hebben, elk op hun eigen manier, een functie. Dat is nog niet genoeg bekend bij de makers die daar behoefte aan hebben. We zouden meer in ketenvorming kunnen denken, waar de Randstad natuurlijk ook belangrijk is en blijft. We moeten dus vooral ook niet tegen elkaar uitgespeeld worden, maar beter omschrijven wat de verschillende kwaliteiten zijn en hoe we elkaar kunnen versterken. Kijk naar de ketenvorming in Duitsland. Daar ontwikkelen nieuwe makers hun signatuur in de luwte van kleinere steden, om vervolgens door te stromen naar andere plekken. Eline Arbo heeft bij het Noord Nederlands Toneel de ruimte gekregen om zich als jonge regisseur te ontwikkelen, maar dat verhaal vergeten we te vertellen.’

beeld Gemma Pauwels

Locatie, locatie, locatie

De komende jaren bouwt het Nederlands Theater Festival voort op de focusdagen, samen met bovengenoemde en nieuwe partners, tijdens een jaarlijkse ‘Landelijke Residentiedag’. Telkens in een andere stad, gericht op makers en organisaties uit het hele land. Enerzijds om kennis uit te wisselen over lokale praktijken en al doende beter zicht te krijgen op een goede ketenvorming. Anderzijds om te bouwen aan een landelijk speel- en residentiecircuit waar makers – in splendid isolation – inspiratie kunnen opdoen voor de volgende fase van hun ontwikkeling.

Tobias Kokkelmans is directeur van Stichting de Theaterdagen, organisator van het Nederlands Theater Festival en het Amsterdam Fringe Festival.

Dossiers

Theaterkrant Magazine januari 2024