De populaire Britse dansproductie Message in a bottle brengt de lijdensweg van een familie oorlogsvluchtelingen terug tot een schetsmatige aaneenschakeling van ontberingen. De intenties van de makers zullen goed zijn geweest. Maar het presenteren van vluchtelingenleed als een energieke en kleurige hiphop-hommage aan de menselijke veerkracht levert vooral een ongepast simplistische weegave op van een complex onderwerp.

Als je van de school bent die het glas graag half vol ziet zou je kunnen aanvoeren dat het Kate Prince toch maar mooi gelukt is om wereldwijd volle zalen te trekken met een voorstelling die de vluchtelingenproblematiek in de schijnwerpers zet. Dat glas loopt echter al snel helemaal leeg als je ziet hoe plat de Engelse hiphopchoreografe een door het noodlot aangedreven familiekroniek ophangt aan een serie liedjes uit de rijkgevulde catalogus van Sting en The Police. Het is natuurlijk een algemene makke van zogenaamde jukeboxmusicals – wat Message in a bottle in essentie is – dat de gebruikte populaire liedjes nooit bedoeld waren om een narratief te ondersteunen. 

Dat we in de openingsscène zien hoe een jongeman in een fictief Midden-Oosters dorp verliefd wordt op een meisje op de tonen van Every little thing she does is magic, dat valt nog alleszins te billijken. Het gaat al wat meer schuren als later, nadat het harmonieuze gezin door oorlogsgeweld op de vlucht is gedreven, een met kamerbrede theatrale gebaren uitgebeelde uitspatting van seksueel geweld zich voltrekt op de tonen van Don’t stand so close to me.

Helemaal van de dramaturgische pot gerukt wordt het als de drie kinderen van de familie – na het verliezen van vader, moeder en kersverse echtgenote – eindelijk ontsnapt zijn aan de vernederingen in een zwaar bewaakt asielzoekerscentrum. Vol goede moed pakken de dochter en twee zoons als modelvluchtelingen de draad van hun leven weer op, op de soulvolle tonen van If you love somebody set them free. Voor het al te lang stilstaan bij trauma’s is in deze voorstelling geen plaats, want na de pauze zullen we potverdorie met zijn allen de menselijke veerkracht vieren.

Niet alleen de vertelling is simplistisch, dat geldt ook voor de dans. Het ensemble bestaat uit energieke jonge dansers die onmiskenbare hiphop-skills koppelen aan de publieksvriendelijke uitstraling van musicalperformers. Frontaal op de kijker mikkend beweegt het ensemble zich dynamisch springend en breakend over duidelijke lijnen, diagonalen en gemeenschapszin suggererende cirkels. En altijd precies op de beat.

Wat op den duur het meest op de zenuwen werkt, is de neiging van Prince om elk gebaar, elke gezichtsuitdrukking en elke armbeweging één op één te koppelen aan de tekst. Als Sting – of een van de andere zangers die zijn teksten uitvoeren op de geluidsband – woorden als love of heart in de mond neemt, dan kun je er gif op innemen dat Prince precies op dat moment de handen pathetisch naar de borstkas laat grijpen. 

Voor een productie die tot stand kwam met de nadrukkelijke medewerking van Sting en de bekroonde arrangeur van musicals als Hamilton en Dear Evan Hansen, Alex Lacamoire, is het geluid trouwens ronduit beroerd te noemen. Snerpend in het hoog en met bassen die klinken alsof ze in een kartonnen doos zitten verstopt is het luisteren naar de soms nogal verwaterde liedjesarrangementen geen pretje. Die sub-optimale geluidskwaliteit zou echter een stuk beter verteerbaar zijn als deze Message in a bottle in haar trivialiserende bijdrage aan het migratiedebat niet zo’n valse toon zou aanslaan.

Foto: Helen Maybanks