Over ruim een maand wordt Peter van Rooijen 40 jaar. In het liederenprogramma Liefde, dood & taart (de laatste uit zijn Liefde/dood-trilogie) staat hij stil bij deze midlife-mijlpaal. En laat zien misschien wel één van de beste liedtekstschrijvers van het moment te zijn geworden. (meer…)
Beste meneer Van Merwijk,
Uw allerlaatste voorstelling is deze week in première gegaan. In een kleine zaal in Amstelveen. Er zijn nog kaarten heet deze dertiende solo heel passend, want de titel symboliseert uw vijfentwintigjarige theatercarrière. Zelfs deze première was niet helemaal uitverkocht. Tja, uw bewonderaars kunnen er wel weer de woorden ‘onbegrijpelijk’ en ‘niet te geloven’ tegenaan gooien, maar dat deden ze al die jaren ook al en dat hielp nauwelijks.
U legt na vijfentwintig jaar vechten tegen de bierkaai, de middelmaat, de domheid en de kijkcijfers, het moede hoofd in de schoot. U gooit het bijltje erbij neer, zingt u. En: ‘ik wil niet steeds maar moeten vechten; ik wil het mooie en het ware en het echte.’
U gaat er meer dan een jaar mee op tournee door het land. En tegelijk brengt u de boodschap dat u het opgeeft. En het lijkt wel of u daar een beetje mismoedig onder bent. Weet u wat ons nu zo dwars zit? Dat u dat doet in een programma waarin de liedjes bijna stuk voor stuk hoogtepunten zijn in uw enorme oeuvre. Liedjes waarin u de taal heiligt, de verloren liefde weergaloos bezingt, de huidige tijd op een scherpe manier duidt, de verbeeldingskracht eert en de meningendiarree van Jan Hen Merwijkiaans door de plee spoelt. Aan inspiratie en kunstenaarschap ontbreekt het u nog geenszins, meneer Van Merwijk. Maar dat vindt u zelf natuurlijk ook.
U hebt ons vanaf 1988 dertien keer anderhalf uur aan het denken gezet. Natuurlijk hebt u zo uw vaste stokpaardjes en misschien bent u daar ook wel een beetje klaar mee. U maakte ons ook aan het lachen, als boeren met kiespijn soms. En u haalde en haalt met sarcastisch genoegen het bloed onder onze nagels vandaan met uw elitaire gedrag en superieure houding.
U bent niet zo’n publiekspleasertje. En dan bereik je de grote zalen en het grote publiek niet. Als ook de kleinere zalen voor een van de beste tekstschrijvers van dit land niet vol lopen, krijgt u in dit Lawaaitijdperk te maken met dingen als ‘marktwerking’. Daar kan geen elitair elan tegenop.
Als het nog minder wordt, zoals uw speellijst voor Er zijn nog kaarten laat zien, moet u als kunstenaar straks naar de Voedselbank. Dus wij begrijpen uw overwegingen. Maar nu zegt u dat u zich volledig gaat toeleggen op schilderen! U hebt zelfs een werk op het podium staan. Best mooi, maar niemand wil het hebben. Bent u dan niet van de regen in de drup aan het komen? Misschien wel andersom.
Beste meneer Van Merwijk, een dergelijke prachtverzameling liedteksten met uw arrogante zelfverheerlijkende verhaaltjes is te goed voor een afscheid. Dat maakt de fantoompijn te groot. U zou eigenlijk een programma vol bagger moeten maken. Zodat we kunnen verzuchten: ‘Goddank, die stopt.’
Met vriendelijke groet,
Ruud Buurman
Foto: Jaap Reedijk
Door welke manager wordt Jeroen begeleid????
Blind, doof en stom??????
Ode aan Jeroen van Merwijk.
Ik…… ik wilde niet met Ik beginnen zoals zovelen, maar bij Jeroen van Merwijk kan dat wel.
Ik en mijn vrouw hebben afgelopen vrijdag 17 januari zijn laatste voorstelling bijgewoond.
Ik baal er dus van dat hij zijn laatste voorstelling gaf.
Ik heb hem nog een hand mogen gegeven, een stevige en ontving van hem behalve zijn handtekening nog een vriendelijke en begrijpende knipoog.
Ik heb zijn boekje “ Meneer van Merwijks laatste woord over KUNST” van hem persoonlijk mogen kopen. Jammer is dat er niet meer mensen weten wat kunst is. Die mensen zullen het boekje dan ook nooit gaan lezen. Anders kunnen ze hun debiele uitleg van gemaakte kunstwerken niet volhouden.
Zoals Jeroen zegt “ als je kunt uitleggen wat het voorstelt is het al geen kunst meer”.
Je mag het zelfs niet eens zelf begrijpen!
Zijn omschrijving van kunst is dat je er niets concreets mee kunt, want anders is het echt.
Jeroen is echt, dus geen kunst. Voor ons gelukkig maar. Hij denkt dat hij cabaret maakt. Maar je kunt er niets concreets mee. Ja echt lachen bijvoorbeeld. Mensen tegenwoordig nog echt laten lachen is volgens mij een kunst. Cabaret zou mensen op moeten voeden? Het is nog geen cabaretier gelukt. Na een voorstelling gaat iedereen verder met waar hij of zij gebleven was, of het moet bijvoorbeeld om een dubieus biermerk gaan wat best op de fles mag. Dus is wat Jeroen maakt toch kunst al noemt hij het zelf niet zo.
Dat hij behalve zijn omschrijving wat kunst is het zelf ook maakt is voor mij de reden geweest hem te bewonderen. Jeroen had een schilderij van hem bij het thuiskomen even neergezet tegen de gevel en vertelde ons dat hij het vergeten had binnen te halen. Het had de hele nacht buiten gestaan en niemand had het meegenomen. Meneer van Merwijk, dat had ik ook niet gedaan. Maar ik had mij wel afgevraagd wat de bedoeling was dat het tegen de gevel stond. Bij Jeroen heeft alles een betekenis en ik zou het niet durven daar iets aan te veranderen. Zoals alle goede cabaretiers is hij net iets slimmer dan de gemiddelde toeschouwer en dat maakt je wantrouwig.
Voor mij is hij een werkelijk groot kunstenaar met een groot hart en invoelingsvermogen.
Hij is ook nog vegetariër en dat is misschien wel de reden dat hij iedereen in zijn waarde laat en niet boos wordt.
Ik kreeg die vrijdagavond ter plekke een demonstratie van zijn werkelijke aard.
Hij had bijvoorbeeld een monitor zo neergezet dat als iemand snel en hebberig de eerste wilde zijn die meneer van Merwijks handtekening kreeg, gelanceerd zou worden.
Ik was er getuige van dat het ook lukte. Een dame vloog rakelings langs mij heen en landde vlak naast Jeroen die quasi verbaasd opkeek en zei dat het niet best was met die monitor.
Meteen daarna zag ik een man op Jeroen toelopen Jeroen dacht dat hij een artikel van hem wilde kopen. Hij kwam enkel een hand vragen van Jeroen en wilde geen artikel van hem kopen. Die hand kreeg hij.
Even later kwam hij er op terug en drong zich opnieuw brutaal tussen de mensen door en had de tekening welke Jeroen maakte tijdens de voorstelling in zijn hand. “Ik wil deze tekening van u hebben” zei hij, “maar er moet nog wel een handtekening van u op”. Dat hij dat vergeten was zeg!
Jeroen keek de man even aan en maakte een zwierige handtekening op het papier en ging verder zonder ook maar de schouders op te halen.
Meneer van Merwijk is nu nog meer in mijn achting gestegen na deze laatste voorstelling, na de laatste voorstelling.
Voortaan noem ik hem alleen nog maar meneer van Merwijk als ik over hem spreek.
Ik had ook graag zijn vriend willen zijn. Jammer dat ik gewoon bij een baas moest werken en geen kunstenaar mocht zijn. Dan had ik hem ook gewoon Jeroen mogen noemen…..
Ik hoop dat hij behalve gaat schilderen, iedereen nog eens een poepie laat ruiken en dat mensen die hem onderwaarderen en niet naar zijn voorstellingen kwamen er goed spijt van krijgen.
Rembrandt van Rijn werd in zijn tijd ook niet gewaardeerd!