Remco Veldhuis en Richard Kemper zijn al meer dan twintig jaar vrienden en collega’s en ook al geruime tijd zwagers (Kemper is met de zus van Veldhuis getrouwd). Ze zien elkaar dus vrijwel dagelijks. Maar kennen ze elkaar goed? Zijn ze wel echte vrienden? In Hou dat vast wroeten ze in elkaars ziel. (meer…)
In een kakofonie van beeld en geluid – het geklik van metaal, de holle gangen, de kreten van gevangenen, overvleugeld door die van de cipiers – verkent de Nederlandse schrijver en theatermaker Nic Bruckman de wereld van de gevangenis. Binnen en buiten, open en gesloten, de begrippen draaien om elkaar heen, als de cipier en zijn gevangene.
Bruckman schreef de monoloog op basis van eigen ervaringen; hij werkte elf maanden als gevangenisbewaarder in een grote gevangenis in Londen. De voorstelling wordt gespeeld door Yannick Noomen in regie van Anne Maike Mertens.
Opvallend is de scenografie van Julian Maiwald met een lichtontwerp van Wout Panis en Maiwald, een ingenieus decor van een op rails ronddraaiende buizenstructuur, waardoor zowel het idee van een gevangenis wordt gewekt (hekken, deuren) als van telkens verschuivende perspectieven.
Middenin dat traag ronddraaiende buizenstelsel staat Noomen: zwarte schoenen, zwarte broek en een mouwloos zwart jack. Lichtflitsen scheiden de korte scènes van elkaar. Hij vertelt over zijn ervaringen toen hij net begon: de herrie, de eindeloze reeks hekwerken, kluisjes en pasjes. De alledaagse geluiden, de trolleys, de echo’s in de lange gangen, de blikken van de gevangenen. De geuren: het ruikt naar sperma en oude sokken achter de radiator, naar opgedroogde urine waar een rat overheen heeft gepoept. De ratten, die het brood eten dat de gevangenen naar buiten gooien, vermoedelijk uit angst voor ratten. Af en toe spanning in de nachtdiensten, als er een drone gesignaleerd wordt op de binnenplaats.
En dan opeens die ene blik, van die ene man, met die ogen. ‘Iemand die me ziet.’ Er ontstaat een band tussen de gevangene en zijn cipier, een spleet bij het scharnier waar de bewaarder doorheen kan kijken, lippen tegen staal. Langzaam ontstaat er iets van erotiek, een hand op een arm, een ruwe onderbroek, de suggestie van seks. Noomen trekt zijn jack uit, hij worstelt, nee hij danst, zijn bovenlijf ontbloot.
Onherroepelijk veranderen de machtsverhoudingen. De voorstelling maakt vooral indruk als zintuiglijke ervaring van geluid, lichtflitsen en het constante gevoel van dreiging. Binnen en buiten, open en gesloten, macht en afhankelijkheid, goed en kwaad, eenzaamheid en verbinding, vertrouwen en verraad, er is nergens vastigheid, de grenzen verschuiven voortdurend. Vast biedt een originele blik in een wereld vol spanningen en ambiguïteit.
Foto: Sanne Peper