Vijftig jaar in het vak – dat halen maar weinig artiesten. Levende legende Urbanus draait er zijn hand niet voor om. Zijn nieuwe programma Bis bis bis is deels een best-of programma, deels een promotie voor zijn pas verschenen autobiografie en deels een nieuwe show. Met goed gedoseerd nieuw materiaal over woke en influencers houdt Urbanus zijn kalme terugblikshow verrassend actueel.

Grinnikend als hij een nootje of een inzet mist, ongegeneerd delen voorlezend van een scherm, waar hij zo’n beetje aan vastgeplakt zit, een versprekinkje hier en daar, soms een tikkeltje moeilijk verstaanbaar; zo vlotjes als het twintig jaar geleden ging, gaat het niet meer, maar het is nog steeds plezierig in de zaal van een van de eerste Nederlandstalige stand-upcomedians.

Op een groot beamerscherm zijn illustraties van zijn hand te zien, die zorgen voor een afwisselend toneelbeeld. We horen over tennis, zijn schooltijd bij de patertjes, zijn influence award: ‘de vernieuwing van mijn programma is afhankelijk van het geheugen van mijn publiek’, grapt hij. Maar dat mag natuurlijk, in een programma dat is aangekondigd als afkomstig uit een ‘koffer met het beste materiaal van vroeger’.

Urbanus mag zelf een zeventigplusser zijn, zijn publiek is dat niet. De gemiddelde leeftijd in de zaal ligt – in elk geval in Arnhem – eerder rond de 50, met uitschieters naar boven en naar beneden. Al die generaties bespelen, vraagt om een mix van nostalgie en actualiteit. Dat komt met name tot uiting in zijn gepeins over de woke-norm in humor van tegenwoordig; een spannend triggerwoord voor velen.

Hij is niet echt enthousiast, maar eerder gelaten over de nieuwe norm. Zonder morren past hij oud materiaal aan: enthousiast vertelt hij het ons als hij kleine aanpassingen deed aan oude liedjes. Hij verving probleemwoorden (zoals het N-woord) door een correctere versie (Democratische-Republiek-van-Congolezen), maakte het liedje Fillomong en Fillemeen ‘grappiger en respectvoller naar Fillemeen’.

‘Woke heeft vaak gelijk’, zegt hij in een serieuzer moment: dingen die al toen hij begon moesten veranderen, zoals de loonverschillen tussen vrouwen en mannen die hetzelfde werk doen en homofobie, daar moet nu ondertussen echt een keer iets aan gebeuren. ‘Waar ze gelijk hebben, moeten we ze knuffelen. En waar ze ongelijk hebben…’ Met het liedje Blije meningsuiting dat volgt, legt hij de vinger op de zere plek.

Foto: Frank Lambrechts – Picturesk