‘Fiet, fiet!’ klinkt het fluitje door het regenachtige bos. Sluipend en rennend verplaatsen de groen geklede mensen zich van boom tot boom. Eentje zwiert nog even elegant aan de kabelbaan en, tadaa! Daar zijn ze, de trouwe metgezellen van Robin Hood. (meer…)
De molenaarsdochter heeft een gedwongen afspraak met de koning. Zij wil geen jurk aan, ze wil ook haar haar niet kammen en ze wil geen parfum, ook al stinkt ze naar varkenspoep. Het zal toch maar een kort bezoek worden. Denkt ze. Hoopt ze.
De kinderen die thuis het sprookje van Repelsteeltje voorgelezen hebben gekregen en goed hebben opgelet in de Efteling, zullen niet in de war raken van de theaterversie van Het Kleine Theater, ook al is er hier en daar wat geknutseld aan het verhaal. De jonge bezoekers weten dat de molenaar, hier is het de vrouw van de molenaar, maar dat maakt kinderen tegenwoordig niet zo veel meer uit, zo trots is op dochterlief dat de koning wordt wijsgemaakt dat het kind goud uit stro kan spinnen. Ook is algemeen bekend dat een maf mannetje uit het bos haar te hulp schiet om die onmogelijke opdracht te voltooien, maar voor zijn diensten wel een pittige tegenprestatie verlangt.
Het Kleine Theater goochelt wat met de beloningen voor de eerste twee keren dat het mannetje zijn hulp aanbiedt, maar het gaat natuurlijk om de derde wens, of beter nog eis. Het ventje, heel vrolijk en huppelend gespeeld door Christopher van Duijn, wil het eerstgeboren kind van de molenaarsdochter, waarop hij inmiddels behoorlijk verliefd is geraakt. Als die situatie zich een jaar later voordoet kan zij alleen maar onder deze onbezonnen toezegging uitkomen als zij de naam weet van dat mysterieuze mannetje.
Anke Engels en Vimala Nijenhuis, de dubbele motor achter Het Kleine Theater, weten dat de kinderen in de zaal de naam van dat kereltje kennen en niet te beroerd zijn om die keihard te schreeuwen. Dus daar moest een slimme truc op verzonnen worden, die uitstekend werkt.
Het Kleine Theater heeft van het sprookje een feel good verhaal gemaakt met een innemend spelende Nijenhuis als de molenaarsdochter en Engels als haar moeder en de goudgulzige koning, die met zijn vadsige lijf en Duitse accent lekker belachelijk wordt gemaakt.
Het Kleine Theater probeert met warme, zorgeloze voorstellingen een beetje tegenwicht te bieden aan de flitsende, toffe, knallende wereld waar kinderen in deze digitale wereld moeilijk onderuit komen. Dat betekent ook dat men afziet van hightech decors. Grote doeken worden als bladzijden van een mega-prentenboek omgeslagen als moet worden geswitcht van boerderij naar paleis of bos. Helaas bleek de constructie niet al te stabiel, maar dat werd met spontane hulp uit de zaal opgelost.
Bij de zachtaardige ambitie van Het Kleine Theater past ook dat het einde van het sprookje van de gebroeders Grimm minder heftig is gemaakt. Er zit nogal een verschil tussen een woedende Repelsteeltje, die zijn zin niet krijgt en zichzelf dodelijk verwondt en co-ouderschap. Maar ook dat is een concept dat veel kinderen tegenwoordig niet vreemd voorkomt.