Into the Open zet alle zintuigen op scherp. Dans en muziek versmelten tot het lichaam instrument is en het instrument lichaam. Het Vlaamse collectief Voetvolk drukt op de knop van postcorona-begeerte en sleept zijn publiek mee in een enerverende intergenerationele performance die het begrip concert deconstrueert. (meer…)
Twee enorme houten hoefijzers en een soort houten glijbaan vormen een speeltuin voor drie dansers die zoekend contact leggen met elkaar. Eerst neemt het aftastend toenaderen interessante vormen aan, waarbij bijvoorbeeld één van de dansers de mouwen van haar overall naar de ander werpt om zo om de hoek van de glijbaan te kunnen komen. Een andere danser is dapper genoeg om als eerste de glijbaan te beklimmen, haar armen trots in de lucht. Wanneer zij er plotseling vanaf glijdt blijken de anderen dat ook te durven. Het heeft iets weg van kinderspel, maar kan ook symbool staan voor de complexiteit en speelsheid van het opbouwen van relaties met andere individuen.
Zo logisch als de opbouw van dit eerste deel is, zo onsamenhangend wordt de voorstelling naarmate zij vordert. Gaandeweg worden de hoefijzervormige houten stukken en ook de helling meerdere keren gedraaid, en wordt de helling uiteindelijk een schommelend schip. Tussen, boven en onder de verschillende onderdelen van de stellage voeren de dansers technisch zeer indrukwekkende handstanden, hoog opgetilde benen met prachtig gestrekte voeten, vloerwerk, en lopende bruggen uit. De bewegingstaal van moderne dans wordt gecombineerd met acrobatiek, wat soms adembenemende effecten heeft.
Desalniettemin ontbreekt een verhaal of onderliggend concept over wat de drie personages al dan niet bij elkaar te zoeken hebben. Een van de dansers beklimt eenzaam het decor terwijl de andere twee haar de rug toekeren en stuurs kijkend op de vloer zitten, wat suggereert dat er een breuk tussen de personages ontstaat. Daarna volgt direct weer een ander soort stuk, waarbij de dansers met elkaar verstrengeld in een kluwen op de grond rond bewegen, waardoor de eerdergenoemde verwijdering weer opgeheven wordt.
Het lijkt alsof verschillende stukken dans en solo’s aan elkaar gezet zijn zonder een onderliggend idee over een ontwikkeling van de karakters, of het uitwerken van een bepaald thema of concept. Ook de muziek is een medley van stijlen, die het de dansers niet makkelijk maakt om het verhaal uit te diepen. Hierdoor gaat de voorstelling naar het einde toe minder boeien, en krijgt bovendien iets weg van variété, waarbij de ene acrobaat die haar benen in haar nek legt afgelost wordt door de volgende die op haar hoofd staat. De voorstelling die leek te beginnen als een complex verhaal over ontmoetingen, blijkt uiteindelijk voornamelijk een acrobatische trukendoos.
Foto: Roos de Bolster
Zo jammer dat deze recensent afsluit met de negative ‘acrobatische trukendoos’. Daarmee doet zij de voorstelling absoluut tekort. De samensmelting van dans, muziek, decor én acrobatiek levert mijns inziens een prachtig toneelbeeld mét verhaal op. Een verhaal wat gelukkig niet eenduidig is en waar je je eigen interpretatie op los kunt laten. Dat vind ik eerlijk gezegd een verademing.
Alhoewel ik de kritiek in de recensie begrijp, en er ook wel deels in mee kan gaan, heb ik de voorstelling toch echt anders ervaren en doet de recensie de voorstelling tekort. Ten eerste was ik van het begin tot het eind geboeid. Het leverde ook een interessante spanning op dat de relatie tussen de personages niet gedefinieerd werd; hierdoor was er ruimte voor eigen interpretatie en fantasie. Ook de verandering van het decorstuk had een toegevoegde waarde. Het stond symbool voor de verandering in de relatie tussen de spelers die gedurende de voorstelling overging van heel stug naar speels en uitbundig. Dit wordt in de recensie onderbelicht. In mijn ogen was het dus meer dan een acrobatische trukendoos.
Zaterdag 23/9 bezocht ik de voorstelling Boost in Hoorn!
Wat een enorme verrassing, een ingenieus object stond klaar, een soort grote wobbel, omgeven door mooie muziek, langzaam bewogen de dansers rond de houten constructie omgeven door krachtige spandraden, soepel met vloeiende bewegingen die prachtig in elkaar overgingen. Steeds meer kwam alles in beweging, en bleek van alles mogelijk, glijden, stevige stappen, met overgangen naar zacht, rond, touwen die los gingen en weer vast in een mooie cadans, onverwachte bewegingen van het object in steeds weer nieuwe standen omarmt door de dansers.
Zij waren tot veel meer in staat dan alleen dansen. Wat een vertrouwen moet je in elkaar hebben om het object vloeiend te laten bewegen, klimmen, er op en er af, alles ging goed, vol overtuiging. Geen moment heb ik twijfel gezien bij de dansers alles was perfect getimed.
Ik heb genoten, was blij verrast dat iemand dit kan bedenken en daar een choreografie
bij bedenkt die tot het eind van de voorstelling boeit.
Na de voorstelling mocht je zelf ook op de wobbel klimmen, dat bleek helemaal niet eenvoudig om daar simpelweg op te klimmen, het geeft de kracht en passie van de dansers aan!
Helemaal van deze tijd, laat je niet in een vakje plaatsen van dansen of acrobatiek maar alle aspecten samen laten komen en dan goed roeren!
Erg leuk om met jeugd en schoolgaande kinderen deze voorstelling te bezoeken vooral niet vergeten op de wobbel te klimmen dan stijgt je respect voor de uitvoering.
Chapeau jullie hebben het geweldig gedaan!
Deze voorstelling aan het begin van het culturele seizoen gezien in de Techmedhal op de Universiteit Twente. Heel bijzonder hoe het object en de dansers de grote lichte ruimte vulden. Studenten bleven staan en keken vanaf het trappenhuis naar de voorstelling beneden. Erg tof om te zien hoe je met een technische installatie niet alleen studenten bereikt die in theater/kunst/acrobatiek geïnteresseerd zijn, maar ook publiek aanspreekt op een technische manier. Zo zijn er verschillende invalshoeken om naar ‘Open’ te kijken en dat is mooi!