Op de meeste dagen is sportpark De Schutskamp in Den Bosch een verstopte uithoek van de stad, waar alleen saunabezoekers, atletiekers en aspirerende jonge profvoetballers de weg kennen. Deze week zijn op de velden echter nauwelijks sporters te bekennen. Of het moet dat peloton conditiearme theaterbezoekers zijn met de lichtgevende koptelefoons om hun nek, dat komt kijken naar het Bosch Buitenspel van Paleis voor Volksvlijt. 

In zijn evenwichtige ode aan het sportverenigingsleven van ‘s-Hertogenbosch toont Paleis voor Volksvlijt de vele facetten van de sportclub van groot naar klein, van buiten naar binnen. Op de tribune van atletiekvereniging O.S.S.-VOLO zien we een komische scène tussen supporters, in de voetbalkantine van sv CHC een beklijvende dialoog tussen de ondergewaardeerde vrijwilligers en in het finalenummer een interne monoloog van de sporters zelf. 

De drie situaties, geschreven door Saskia de Haas, geven een heel compleet beeld van het Bossche sporterslandschap, dat ook naar het landelijk verenigingsleven vertaald kan worden. Afwisselend is het ook. We zien een komische scène met ouders langs de lijn, in alle soorten en maten: gezellig, fanatiek, geil, of trots, met en zonder vet Bosch’ accent. Ouders die het de vereniging makkelijker maken, en ouders die achteraf nog even met de trainer willen gaan praten. 

De dialoog tussen de jubilerende verenigingsvoorzitter met de vrijwillige barman, twee uitstekende vrijetijdsspelers, toont zeer invoelend de problemen waar amateurclubs mee te maken krijgen. Met name het tanende enthousiasme om je vrije tijd aan je club te besteden maakt het nóg moeilijker om te herstellen van de contactarme coronaperiode. Door de herinneringen die de voorzitter ophaalt, kun je je dan wel weer goed voorstellen waarom de beste man het al dertig jaar volhoudt. Misschien toch eens overwegen jezelf te melden bij een club. 

Het slot, een interne monoloog van een topsporter, laat zien waar het allemaal om te doen is. Regisseur Talla Dirkzwager gaf haar meest sportieve acteur een bijzondere vorm. We zien videobeelden van de afgetrainde jongeman in verschillende contexten en horen daarbij de gedachten van een paaldanseres, zwemmer, hardloper, skater en professionele turner. De eerlijke gedachtenstroom geeft het geruststellende gevoel dat ervaringsdeskundigen aan het woord zijn. 

Dat is nog niet alles: bij de start-finish op P1 van de Verkadefabriek is óók nog een tentoonstelling van tot leven gebrachte sportersgedichten. Onder het mom van een peepshow staan grote hokken opgesteld met gedichten van Bosschenaren op de wanden. Als in het Efteling-sprookjesbos kun je door een luikje kijken en het tafereel zien, ruiken en horen: weer andere acteurs zitten hier verstopt, zwetend, benen scherend, hun vetrollen beoordelend. Het zijn grappige verrassingen, die je alvast laten nadenken over je eigen relatie met sportieve activiteiten. 

Het meest indrukwekkend is uiteindelijk het productionele spektakel dat deze week achter de Verkadefabriek plaatsvindt. Twee pelotons vertrekken elke avond met koptelefoons, waarmee je op drie locaties acteurs op je oren kan horen en waarop je peloton korte voorwoordjes en sarcastische aanmoediging krijgt. Er is overal techniek, publieksbegeleiding en stoelopstelling geregeld, supporters staan langs de kant, en zelfs aan de derde helft is gedacht, want bij de start-finish is ook een kleine bar ingericht. Alles loopt op rolletjes, niemand lijkt in paniek: het mag wel eens gezegd worden, dat ging niet vanzelf allemaal. 

Alles bij elkaar is het voor de sporters een feest van (h)erkenning en voor niet-sporters een eerlijk inkijkje in de grote wereld van de amateursport. Voor elk soort Bosschenaar, net gearriveerd of al tien jaar weg, is het Bosch Buitenspel een unieke activiteit om je stad weer op een andere manier te leren kennen.

Foto: Mari Durieux – Caboom