Waar liggen de grenzen van ons inlevingsvermogen? Verandert je notie van wat je eigen identiteit is, wanneer je als schrijver of acteur altijd volledig opgaat en samensmelt met de personages die je schrijft en speelt? Caro Derkx bevraagt de existentiële crisis van een scheppend kunstenaar in haar theatrale lezing A Portrait of the Artist in Red, Yellow and Blue. (meer…)
In het Zuiderpark in Den Bosch is tijdens Theaterfestival Boulevard een aantal korte dansvoorstellingen te zien, zowel buiten als binnen in de tenten. Nasib Katong Dua is een virtuoos duet van Cheroney Pelupessy in samenwerking met danser Jefta Tanate, dat reflecteert op de onderdrukte positie van de Indonesische en Molukse bevolking. Portrait, Balder on Blue Floor, een korte solo van Simon Bus voor de Noorse danser Balder Hansen, verdient een geschiktere locatie.
Voor de blauwe tent in het Zuiderpark staat een lange rij. Het past maar net in het tentje, waar een ondiep podium overblijft voor de dansers. De tassen moeten onder de stoel van de eerste rij toeschouwers. Het duet Nasib Katong Dua (‘ons lot’) opent met een inleidende tekst die verwijst naar het dragen van een verleden en de band met voorouders. Midden in de ruimte doet muzikant Jermaine Rumahlaiselan direct het horeca-geroezemoes op de achtergrond vergeten als ze op een tahuri, een Moluks blaasinstrument in de vorm van een schelp, blaast en met een ferme stok in trage slagen op de tifa (een Moluks slaginstrument) slaat.
Twee dansers positioneren zich in de ruimte, ze zijn gekleed in een ruim zittende aubergine-bruine kostuums met hier en daar donkerrode accenten (ontwerp: Mirjam Manusama). De twee bewegen niet los van elkaar maar ook niet echt met elkaar en hebben ieder een andere blik. Zij straalt lyriek en emotie uit, zijn blik is wat meer in het hier en nu. Ze volgen hetzelfde pad door de ruimte dicht bij elkaar, terwijl een soundscape het geluid van de live drum bijstaat.
Geleidelijk groeit het contact tussen de twee, nergens echter nadrukkelijk of romantisch. In een bewegingstaal die moderne dans mengt met traditionele elementen, zoals de vechtbewegingen van de pentjak silat, zijn vooral de roeibeweging met de armen een rode draad. Of de twee nu om elkaar heen draaien of buitelen, in verschillende variaties komt die specifieke beweging terug. In andere wat meer duidende bewegingssequenties ondersteunen de twee elkaar om iets te grijpen (te plukken) of trekken ze elkaar één voor één naar de achtergrond om de ander voor te gaan of te beschermen. Uit de toch overwegend abstracte taal ontstaat zo een verhaal over verplaatsen, vluchten en overleven.
Gaandeweg het duet groeit de dynamiek met virtuoze spins in de lucht, wilde acrobatische sprongen, en ferme stampen. Tanate en Pelupessy hebben het publiek fysiek volkomen in de greep. Een opzwepend drumduet tussen Tanate en Rumahlaiselan vormt het muzikale hoogtepunt, terwijl muziekopnames (Tom van Wee) vooral het onderliggende drama van een uitputtingsslag illustreren. In Nasib Katong Dua herleeft de struggle van een onderdrukt, opgejaagd volk. Maar er is ook hoop, het stamina houdt duidelijk stand.
Van een hele andere orde is de solo Portrait, Balder on Blue Floor. Op een mini-podium van twee bij twee creëert choreograaf Simon Bus opnieuw een korte solo. Ditmaal danst hij zelf niet zoals in Self-Portrait; Man on Oranje Floor (2019). In de hoofdrol Balder Hansen uit Noorwegen, afstuderend aan de Academie voor Theater en Dans in Amsterdam. De solo is geïnspireerd op het ongeluk waarbij hij zijn gehoor aan één kant verloor. Het ultrakorte werk is te zien buiten in het park tussen de horecagelegenheden. Aan weerszijden van het podiumpje staan twee geluidsboxen, we zitten op een uitklapbankje. Tijdens de korte solo verzamelen passanten zich om de set.
In een onnatuurlijke hoek boven zijn hoofd heeft Hansen – wit shirt, blauwe broek, oorbel en flinke baard – zijn ellebogen geplaatst, terwijl hij met zijn buik op de vloer ligt. Dan richt hij zich op. Maar voor je dat goed en wel hebt geregistreerd, kletst hij even hard weer op de vloer met zijn hoofd. Althans, zo lijkt het: de abrupte beweging wordt versterkt door geluid. Dan kruipt hij weer omhoog op ellebogen en knieën, om vervolgens weer op de grond te ploffen. Het hele lichaam van de man is gespannen, tot en met de tenen en de toppen van de vingers. Maar wat het meest opvalt aan dit merkwaardige figuur is zijn mond: die staat bijna voortdurend open en de onderkaak trekt regelmatig naar één kant.
Bus’ hoekige en acrobatische choreografie zit vol met onverwachtse bounces en vreemde handelingen, waarin de man zijn lichaam probeert te manipuleren. Soms versnelt Hansen zijn beweging, soms vertraagt hij juist – hij lijkt wel een stripfiguur. Langzaam ontstaat een even grimmige als komische solo, die de worsteling laat zien van een man in nood. Gelukkig zag ik dit werk al eerder dit voorjaar in Theater De Regentes in Den Haag. Uit die ervaring weet ik hoe ingenieus en essentieel de wisselwerking is tussen beweging en sound in deze bijzondere en zeer scherp ‘gesneden’ solo. In het Bossche Zuiderpark viel dat alles weg en bleef van Portrait, Balder on Blue Floor te weinig over.
Foto Nasib Katong Dua: Jean Philipse