Hoe danst een steen? Of een grassprietje? Dit zijn vraagstukken die het Vlaamse dansgezelschap Voetvolk van Lisbeth Gruwez en Maarten van Cauwenberghe uitpluizen tijdens de wereldpremière van hun voorstelling Nomadics, vertoond tijdens Julidans. Ondanks noemenswaardige componenten, voelt de voorstelling waarin natuur centraal staat behoorlijk kunstmatig. (meer…)
In een reeks theatrale rituelen brengt de Belgisch-Marokkaanse choreograaf Radouan Mriziga in Akal een ode aan moeder aarde en het matriarchaat. De filosofische zoektocht, die oude en hedendaagse vormen van schoonheid mengt, vormt de basis van een solo die op het lijf geschreven is van de veelzijdige en charismatische danseres en zangeres Dorothée Munyaneza.
Akal (aarde) is het derde deel van een trilogie waarin Radouan Mriziga de historische cultuur van de Imazighen – de oorspronkelijke bevolking van Noord-Afrika – centraal zet. De opmerkelijke geometrie in hun kleding en kleden is terug te vinden in de set, waarin kleurige lijnen verschillende driehoeken vormen. Vanuit een bescheiden verhoging midden in de ruimte vertrekt het lijnenspel.
We zitten rondom dat midden, in een langgerekte rechthoek. Het is bepaald geen intieme setting – de hele zaal van Frascati 1 wordt benut. Hoog aan de zijwanden zijn kleine lichtbakken opgehangen, waarop in verschillende kleuren een voor mij vreemde taal verschijnt, Tamazight zal het zijn. Wie omhoog kijkt, ziet in het buizenstelsel van het grid een batterij gekleurde lampen schijnen. Dat licht vormt een belangrijk tegenspel in het verder vrij sobere Akal.
Na lang wachten, verschijnt een vrouw gekleed in een blauw gewaad. Op haar hoofd twee vergulde horens die zijn vastgezet met dreads, onder haar blauwe gewaad een goudkleurige legging en dito glimmende schoenen. Gedragen positioneert de vrouw zich om vervolgens met uitgekiende stampen op de grond haar eigen lijnen te creëren in de immense ruimte. Ze neemt de tijd. Armen nemen overwogen posities aan, die uiteindelijk boven haar hoofd de horens kruisen.
In een volgende fase begeeft de vrouw zich in het midden, waar ze – even overwogen, maar met meer dynamiek – gevechtshoudingen aanneemt. Wat daarna volgt is een song die de natuur bezingt, veelal in het Engels, soms in Afrikaanse taal. Verwijzingen naar het matriarchaat van de Imazighen vormen parallellen met de natuur. De lucht, ver weg, staat voor de afwezige vaders, de woestijn voor de aanwezige moeders.
Mriziga is een estheet, die lichaam, ruimte en architectuur met elkaar in dialoog brengt. Elke vormverandering in Akal is gekaderd en eist zijn tijd op. Het verhalende lied maakt plaats voor een eigentijdse rap, maar losjes is deze zeker niet. Alles in Akal straalt beheersing uit. Wanneer de vrouw de horens zorgvuldig aflegt, speelt het wel heel dominante licht in deze performance met eindeloze variaties en verschijnen geleidelijk enkele blauwe palmbomen in de lichtbakken aan de wand.
De Brits-Rwandese Dorothée Munyaneza is een krachtige performer, die het ritueel naar haar hand zet in de gedaante van Neith, de oud Egyptische godin van de schepping. Dat doet ze met overtuiging, ook als ze in de laatste scène haar handdrum bespeelt en haar versterkte, galmende stem een veelzeggende leegte achterlaat.
Foto: Senda Jebali