In mijn hoofd ben ik een dun meisje van NTjong is een gefreakte performance over schoonheidsidealen ****
Op het dak van de school staat een jongen van een jaar of zestien. Springen of niet springen, dat is de vraag. Hoe kwam hij zo ver? Gedoe met de wereld, zijn vader en een meisje. Dat hebben wel meer pubers, maar is het reden genoeg voor zulke rigoureuze gedachten? Dat is aan de tekst van Jan Sobrie, de regie van Casper Vandeputte en de invulling van Joris Smit die Titus speelt bij NTjong.
Titus Wulteputte is niet genoemd naar de nietsontziende generaal van Shakespeare, maar naar een varken. Zijn vader is slager, die zocht de naam van zijn zoon niet zo ver van huis. Want Titus was een bijzonder varken, dat met 26 verschillende knorretjes zijn gemoedstoestand kon overbrengen.
Een varken als naamgever, een slager als verwekker… Titus vindt dat hij voor grotere dingen is geboren. Vader weet niet wat hij aan moet met zijn niet toevallig vegetariër geworden zoon. Hij ziet dat Titus zich afsluit van zijn omgeving en stuurt hem om erover te praten maar naar de dokter – een nitwit met slechte adem waar je niks aan hebt. Op school is Titus een coach en vraagbaak geworden van weinig inspirerende leeftijdgenoten. Weinig mensen begrijpen hem, maar zijn fantasie en een meisje maken het leven draaglijk. In zijn verbeelding gaat Titus terug naar de tijd dat zijn moeder en oma nog leefden; een leven dat hij in zijn verhalen nog wat boeiender maakt. Fantasieën gaan vaak over Tina, zij is het lichtpuntje in zijn bestaan. Samen zouden ze de wereld aan kunnen, als haar overmatig katholieke moeder maar niet tussen hen in zou staan. Zij verbiedt verder contact, en als Tina haar moeder gehoorzaamt, is dat de aanleiding voor Titus om het dak op te gaan.
Titus is op zich geen uitzonderlijke pubergeschiedenis, maar Jan Sobrie heeft het gegeven mooi verwoord. Zijn tekst zet zijn titelheld meteen neer als een talige en gevoelige buitenstaander in een niet-talige en gevoelsarme omgeving. Af en toe is de constructie ervan opzichtig literair, met enigszins gekunstelde herhalingen als structuurelementen. Daartegenover staat veel beeldend taalgebruik en een schat aan mogelijkheden voor regisseur en acteur om verschillende accenten te leggen in de karakterisering van Titus. Dromer, drama queen, slachtoffer, rebel, fantast, neuroot, losbol, spitse geest in een botte omgeving, het zit er allemaal in.
Joris Smit speelt Titus getergd en impulsief. Je weet niet zeker of het goed komt met deze jongen, al geloof je ook niet dat hij gaat springen. Hij blijft wel wat hangen in het grimmige en klagerige, wat de afwisseling niet ten goede komt. Smits Titus neemt je voor hem in, maar houdt je ook op afstand.
Regisseur Casper Vandeputte maakte naam met Speeldrift en Somedaymyprincewill.com en is inmiddels vast verbonden aan het Nationale Toneel. Daar regisseert hij dit jaar Nieuwspoort, Elektra van Hugo von Hofmannstal en dus Titus, bij NTjong. De nieuwe jeugdtheatergroep, voortgekomen uit de inlijving van Stella Den Haag, biedt de reguliere regisseurs extra mogelijkheden. Die benut Vandeputte meteen door twee versies te maken: ook Reinout Scholten van Aschat speelt de monoloog. Die is naar ik hoorde heel anders van toon. Gouden materiaal voor de afdeling educatie: mooier kun je de mogelijkheden van tekst, regisseur en acteur niet laten zien.
Foto: Bowie Verschuuren