De twee delen van Górecki’s Concert voor klavecimbel en strijkers – het ene opzwepend en lyrisch, het andere ronduit dreunend, met een eindeloos uitgesteld einde – domineren het nieuwe werk van choreograaf Jan Martens, dat na staande ovaties in Avignon, afgelopen weekend in ITA de Nederlandse première beleefde. (meer…)
Het Holland Festival opende gisteren met een ietwat traditionele vertelling van een urgent verhaal over de gewelddadige relatie tussen mens en dier.
Met Drive Your Plow Over the Bones of the Dead maakte Simon McBurney van de Britse theatergroep Complicité een adaptatie van de gelijknamige roman van Olga Tokarczuk. Janina, een chronisch zieke vrouw met een grote liefde voor alle dieren, woont in een klein afgelegen dorpje in Polen, waar mannelijke jagers en gelovigen de dominante boventoon voeren. Ze probeert daar de dorpelingen wakker te schudden over hun gedrag. Want waarom zou je een hert anders dan een varken behandelen, een varken anders dan een hond, en een hond anders dan een mens?
Er wordt op de deur geklopt. Janina’s buurman, een fervent en trots doder van dieren, ligt dood op zijn keukenvloer. Hij is gestikt in een stukje bot van een hert, die hij na het jagen heeft geroosterd om op te eten. Het is de eerste van een reeks onverklaarbare doden; stuk voor stuk treft Janina de lijken van verschillende mannen uit het dorp aan. De een bloedend op de bodem van een put, de ander vastgeketend in een ijzeren val van een vos. De dieren lijken wraak te nemen op de jagers, en Janina probeert de dorpelingen met al haar macht in te laten zien dat dieren niet zo anders zijn dan mensen en dat ze hun liefde in plaats van hun kogels verdienen.
In de enscenering van McBurney vertelt Amanda Hadingue het verhaal als een monoloog direct aan het publiek. Haar verhaal wordt ondersteund door een fysiek ensemble van zeven acteurs. Ze spelen de bijrollen en figuranten in het verhaal, maar soms ook de dieren en objecten. Als Janina een kledingwinkel binnenstapt, houden alle spelers een kledinghanger met een jas eraan in hun hand. Als ze op bezoek gaat bij een schrijfster uit het dorp, spelen zij met ieder een boek in de hand de boekenkast. Een volgend moment veranderen de boeken in vliegende vogels, die door de jagers worden neergeschoten.
Het is opvallend dat de ooit vernieuwende stijl van dit gezelschap, een van de pioniers in het Britse theaterlandschap die vanaf de jaren ’80 de fysieke discipline van Jacques Lecoq samen heeft gebracht met teksttheater, nu aanvoelt als gedateerd. Het fysieke koor wordt uitsluitend ingezet ter illustratie van het narratief, wat behoorlijk ouderwets en soms zelf kinderlijk aanvoelt. De fysieke vormen voegen geen tegenkleur of andere interessante laag toe aan de vertelling, maar blijven een simpele verdubbeling van dat wat we al te horen krijgen. Het is jammer om te zien dat het gezelschap dat in de jaren ’80 en ’90 een lans brak voor meer fysicaliteit in het theater, hier nu zelf de zeggingskracht van de lichamen ondergeschikt maakt aan het tekstuele narratief. De vraag rijst daardoor op of het gezelschap zichzelf en zijn kernwaardes blijft bevragen en blijft vernieuwen.
Toch sleurt het spel van Hadingue me mee in de voortstuwing van het plot. Schakelend tussen een geestig en vurig timbre, vertelt ze haar verhaal vol toewijding, zonder streng of belerend te worden. Met licht sarcasme zorgt ze regelmatig voor luchtigheid en met haar diepe stemklanken zorgt ze voor doorvoelde tragiek. Het voelt een beetje alsof ik haar volg in een miniserie van zes afleveringen (de voorstelling duurt 190 minuten). Ik blijf geboeid kijken – al ligt een groot deel van mijn bingedrang in het ontrafelen van de clou. Want hoe zijn de dorpelingen nu uiteindelijk tot hun dood gekomen?
Omdat de voorstelling bijna volledig op zijn narratieve plot rust, is hier dan wellicht een spoiler alert op zijn plaats. Wat blijkt: Janina zelf vermoordde alle mannen uit haar dorp, toen ze erachter kwam dat haar honden, die ze als haar dochters zag, door deze jagers zijn gedood. Door deze kanteling in het narratief verandert deze thriller plots in een moderne Medea met een ecologische motivatie. Het laat je als kijker met een moreel dilemma achter: moeten we haar veroordelen omdat ze voor eigen rechter is gaan spelen of was haar gewelddadige schreeuw om empathie voor de natuur hard nodig? En hoe ver kan je gaan om de medemens in te laten zien dat het tijd is om alle levende dieren en planten op aarde vanaf nu als onze gelijken te gaan zien? De makers snijden hiermee een waardevol vraagstuk in een behoorlijk conventioneel jasje aan.
Foto: Camilla Adams
recensie van Neil van der Linden voor Basiaconfuoco:
https://basiaconfuoco.com/2023/06/05/over-lijken-gaan-simon-mcburneys-prachtige-volksvertelling-en-eco-thriller-als-opening-van-het-holland-festival/