In haar veelbesproken NRC-column van 16 april jongstleden vergeleek Louise Fresco ‘klimaat’ met een religie en degenen die zich er actief zorgen over maken met evangelisten. Alle alarmerende berichten over een stijgende zeespiegel, smeltende gletsjers en afnemende biodiversiteit ten spijt zouden zij met hun waarschuwingen en acties slechts hun eigen morele superioriteit bevestigd willen zien.
Ik vond het een rammelend betoog, maar begon toch te twijfelen toen ik mezelf aantrof in een kalm voortschrijdende processie die achter een klein doodskistje aanliep. In dat kistje lag het duingentiaanblauwtje opgebaard, een ooit zeer zeldzame vlinder die op twee plekken in Nederland voorkwam en sinds een jaar of veertig niet meer is waargenomen. Liepen we hier nu werkelijk een uitgestorven endemisch insect te gedenken? Dit voelde wel heel erg als een religieuze oefening.
De stille tocht gaat van de Natuurbegraafplaats in Koedijk naar een veldje waar in een cirkel strobalen en kistjes zijn opgesteld. Op die plek speelt Gouden Haas de voorstelling Herinner ons, ‘een oefening in afscheid nemen’. Hoe speels gebracht ook, de sfeer van een dreigende ondergang zal ons niet verlaten. Op een LED-bord staat bij aanvang 8.682.365 en gedurende de voorstelling zal dat getal een paar keer met één afnemen, hetgeen staat voor de soorten en het uitsterven ervan. We hebben nog even, lijkt het bord te zeggen.
In een ratjetoe aan losse scènes, variërend van een rituele handeling waarin het publiek een hoopje zand doorgeeft tot aan een Farce Majeur-achtige sketch, worden allerlei facetten van het thema ‘afscheid nemen’ belicht. Met een beetje goede wil kun je dat associatief noemen, maar op mij kwam het eerder over als een stuurloos geheel. Een twijfelende ecoloog komt langs, er klinkt een nummer dat gecomponeerd is rond het gezang van een uitgestorven Hawaïaanse vogel, er is getrommel en een dansje.
Het is allemaal hapsnap en niets wil werkelijk beklijven. Het is niet dat de toon drammerig is, integendeel. Het cynisme van de rondkruipende pissebedden is absoluut grappig en er wordt door de spelers af en toe onderling stevig gediscussieerd. Maar in de veelheid aan scènes sneeuwt te vaak het behartenswaardige onder. Zo wordt ergens de interessante vraag opgeworpen over hoe je ervoor moet zorgen dat de ratio niet botst met de emotie wat leidt tot de constatering dat ‘ik verdrietig ben over het feit dat ik niet verdrietig ben’. Dat schetst in een notendop fraai het dilemma van veel mensen: ik besef wel dat de wereld naar de klote gaat, maar ik voel het niet.
Ik had graag gezien dat Herinner ons daar wat nader op in gegaan zou zijn. Want van dat uitgestorven duingentiaanblauwtje kan ik echt niet wakker liggen. Sorry.
Foto: Moon Saris