Queer circus. Wat is dat? Tijdens Circusstad Festival zagen we twee verschillende invullingen. De Nederlandse productie House of Circus bestaat uit drag, genderfluïditeit, glitter en ironie. De Britse voorstelling The Chosen Haram toont de felheid des levens van de queer wereld: conflict met de omgeving na coming-out, romantiek maar ook rivaliteit, de wereld van drugs en permanent seksueel high willen zijn, en de prijs daarvoor; een benadering waarin voor ironie geen plaats is. (meer…)
Maar liefst twintig acrobaten staan op het podium voor de voorstelling Möbius van Compagnie XY. En dat is nog maar de helft van het aantal artiesten dat het prestigieuze gezelschap telt; met de locatievoorstelling Voyages is de andere helft een week lang in Rotterdam-Zuid neergestreken. We boffen maar dat XY deze week te gast is bij het Circusstad, want zowel technisch als muzikaal is Möbius een feest.
Möbius verwijst naar de möbiusband, een ruimtelijke structuur die maar één vlak en één rand heeft. Wie voorbeelden ervan opzoekt, ziet figuren die verschillende kronkels maken en toch een elegant geheel blijven. Dat spanningsveld tussen deel en geheel, individu en de groep is een constante in deze voorstelling. Dikwijls staan er een of twee performers alleen op het grote witte speelvlak, maar het duurt nooit lang voordat ze weer opgenomen worden in de groep. Een lift of een acrobaat die de lucht in wordt geworpen, kan even de focus vragen, maar voordat je het weet, reageert de rest van het collectief en kijk je weer naar een groepsbeweging.
Door deze dynamiek beweegt de groep als een zwerm vogels, die steeds nieuwe patronen maakt waarin verbluffende acrobatische trucs te zien zijn. De elektronische soundscape is daarin leidend. Als het tempo in de muziek wordt opgevoerd, zien we een in een cirkel rennende menigte, waarin enkel performers moeiteloos de lucht in worden gegooid en met hetzelfde gemak door een ander worden opgevangen. Als de beat vertraagt, vertraagt ook de beweging en wordt er meer gewerkt met spiegelingen en golfbewegingen. Menselijke torens van twee of drie personen worden opgebouwd en vallen als veertjes terug in de menigte. Door de herhalende, bijna hypnotische structuur van de muziek en de schijnbaar ontspannen lichamen lijkt het alsof het allemaal moeiteloos verloopt.
Lijkt. Dat is natuurlijk niet zo. Als er tijdens een truc geluiden vanuit zowel de zaal als het podium te horen zijn, lijkt er iets te mis te gaan. Of worden we op het verkeerde been gezet en bewuster gemaakt van de risico’s die de acrobaten lopen? Terwijl de groep complexe trucs aan het uitvoeren is, wordt de elektrische gitaar in de soundscape schriller. Na de ontspanning wordt nu de spanning in het publiek meer opgevoerd, zodat we niet achterover kunnen leunen. De performers laten zich een voor een op de grond vallen en worden gelijk weer opgetild door hun collega’s: opnieuw dat terugkerende thema van het collectief als ankerpunt, maar ook een reminder dat de lichamen die we zien kwetsbaar zijn.
Zo wordt Möbius op meerdere manieren fascinerend om te zien. Het is bijzonder in hoe precies de acts en choreografie zijn afgestemd op de stemmingswisselingen in de muziek, en slim in hoe het de toeschouwer ontspant en dan weer activeert. Maar je wilt bovenal XY gaan zien voor de ongelofelijke stunts die ze uitvoeren. Een menselijke toren van soms wel vier personen of een acrobaat die een achterwaartse salto maakt, op een menselijke toren belandt en vervolgens weer heelhuids op de grond komt: dit is zo’n voorstelling waar je je blijft afvragen hoe ze al die stunts voor elkaar hebben gekregen. Wie deze week in Rotterdam de kans heeft om XY te gaan zien, moet die zeker pakken.
Foto: Christophe Raynaud