Langzaam druppelt de Tuinzaal van de Tolhuistuin vol. Het publiek ligt op grote zitzakken, zit met een bord eten op schoot of drinkt een glas wijn – de sfeervolle zaal fungeert als een uit de kluiten gewassen huiskamer. Vooruit, mét bar dan. De 55e editie van Woorden worden zinnen viel gisteravond samen met de Poëzieweek, waarvan het thema vrijheid is. Dus de acht woordkunstenaars van vanavond nemen de vrijheid zich al dan niet aan dat thema te houden. (meer…)
‘Nederlands is mijn voorzienigheid, Nederlands is mijn wapen’, zegt acteur en performer Ahilan Ratnamohan in de voorstelling Alle woorden die ik nog niet kende. Zijn monoloog past bijzonder goed in het festival Shakespeare is Dead in Vlaams Cultureel Centrum De Brakke Grond, een tweedaags festival gewijd aan de viering van de theatertekst.
Ratnamohan werd in 1984 in Melbourne, Australië, geboren en heeft via zijn ouders sterke banden met Sri Lanka. Vandaar dat zijn optreden een dubbele kracht heeft: enerzijds viert hij zijn ontdekking van het Nederlands sinds hij in België terechtkwam, anderzijds leert hij ons, de toeschouwers in de zaal, enkele woorden in het Tamil. Uiteindelijk zeggen wij, als een leergierige klas, in het Tamil de zin: ‘Verloren woorden keren terug.’ Dit blijkt een cruciale zin uit de monoloog.
De peformancekunstenaar zit achter een tafel met een stapel papier erop, een studeerlamp verlicht het geheel. Telkens als hij op het aan-uitknopje van de lamp drukt, gebruikt hij een van de 840 onbekende woorden waarvan hij een lijst heeft aangelegd om het Nederlands machtig te worden. Vanaf 2010 woont hij in België, in Antwerpen, en heeft hij zich verbonden aan het Koninklijk Conservatorium, kunstencentrum Monty en recent bij het Brusselse productiehuis ROBIN dat sociaal-geëngageerde kunstvormen ondersteunt. Hij noemt zichzelf een ‘taalverslaafde’, een ‘taalenthousiast’ en al zijn werk heeft te maken met taalverwerving.
Zo ook Alle woorden die ik nog niet kende. Hij maakt het publiek deelgenoot van de taalverwervingscursus Memrise waaraan hij via de app zijn Nederlandse taalvaardigheid heeft te danken. Zijn monoloog valt in verschillende delen uit elkaar, die op subtiele manier op elkaar aansluiten. Persoonlijk belevenissen over zijn liefde en zijn scheiding, over de buurt in Antwerpen waar hij woont en zijn dochters vermengt hij met een nadrukkelijke stellingname: hij wil de taal van het land waarin hij woont en werkt perfect beheersen, zodat mensen die hem Nederlands horen praten niet overstappen op het Engels. Aanvankelijk leest hij boeken, kranten en artikelen vanuit links-liberale hoek totdat hij ook de andere kant van het politieke spectrum wil ontdekken, en dan komt hij uit bij teksten van Thierry Baudet. Ook de taal waarin de kunstenaars met elkaar praten probeert hij te doorgronden, op dat hij zich met hen kan verstaan. Zo oriënteert hij zich, via taal, in de volle politieke breedte van een land.
Een mooie verhaallijn is die waarin hij uit vriendschap een jonge migrant in huis haalt, de 23-jarige Benjamin. Het is aan het begin van de lockdown en deze Benjamin zit roerloos en zonder enig doel de hele dag op zijn kamer naar Netflix te kijken. Ratnamohan raadt hem aan boeken te lezen, maar Benjamin leest nooit. Toch probeert hij Benjamin langzaam duidelijk te maken dat hij werk en dus geld zal hebben als hij wel degelijk zich kan bedienen van taal. Het is een interessante visie die de performer hier ontvouwt en die hij toelicht met de juiste vraagstelling: moet je je als vreemdeling of migrant aanpassen en geheel assimileren aan het land waar je bent terechtgekomen of houd je vast aan je eigen cultuur en identiteit, met als gevaar dat je een buitengeslotene dreigt te worden. Een echt eenduidig antwoord geeft Ratnamohan niet, wel neemt hij zichzelf als leidraad in deze complexe wereld waarin in een stad als Antwerpen vele talen en dus culturen naast elkaar bestaan.
Tegen het slot neemt de tekst barokke wendingen met virtuoos-verleidelijke taalvondsten, vol ritmiek, alliteraties en schoonheid. Het is hypnotiserend zoals Ratnamohan klankgedichten van het Nederlands weet te maken, waarvan het zoeken naar de juiste woorden de kern vormt. Hij wil de machteloosheid niet te kunnen zeggen wat hij wil zeggen voorbijstreven. Tot slot komt hij tot de conclusie dat hij een woord als ‘kielzog’ niet heeft kunnen gebruiken in zijn monoloog. En ook ‘beklijvend’ is een woord dat hij niet meer zal gebruiken, want een dramaturg met wie hij onenigheid kreeg noemde alles ‘beklijvend’, waardoor het zijn waarde heeft verloren. Alle woorden die ik nog niet kende is een ongekend rijkgeschakeerde viering van de taal, en al zou Shakespeare dood zijn, zoals het festival betoogt, hij herleeft beslist in Ratnamohans ode aan de taal.
Ahilan Ratnamohan ontving vorig jaar het TheaterTekstTalent Stipendium voor het uitwerken van de theatertekst Alle woorden die ik nog niet kende.