Als de befaamde Russische balletdanser Vaslav Nijinsky (1888?-1950) danste, was het alsof hij een ander universum betrad, onttrokken aan de wetten van de zwaartekracht, alsof hij zelf God was want ‘God was beweging’, zoals hij in zijn dagboek schrijft. Hij was een wonderkind pur sang en kon zwevend dansen, leek volkomen gewichtloos. In het theatrale dansconcert De Sprong van Nijinsky van altviolist Esther Apituley in samenwerking met het Scapino Ballet Rotterdam zien we geen letterlijke balletsprongen terug, wel een getormenteerde danser die leeft in een schizofrene wereld.

Nijinsky vormt een bron van inspiratie. Schrijver Arthur Japin wijdde zijn roman Vaslav (2010) aan de danslegende, in 2014 door hemzelf bewerkt voor toneel. Boek en voorstelling concentreerden zich op één datum, 19 januari 1919, Nijinsky’s laatste openbare optreden. Zijn schizofrenie en waanzin begonnen zich toen al af te tekenen. Lezers en toeschouwers van Vaslav keken naar hem door de ogen van andere personages, onder wie zijn vrouw Romola en choreograaf en minnaar van Vaslav, Sergej Diaghilev.

In De Sprong van Nijinsky worden we geconfronteerd met Nijinsky van binnenuit. Scapino-danser Mischa van Leeuwen gaat gekleed in wit, wijdvallend gewaad, niet meteen een danskostuum maar eerder de dracht van een gesticht waarin Nijinsky dertig jaar tegen zijn wil zat opgesloten. Toch danst hij, toegewijd, soms zelfs bezeten, met hoekig-expressionistische bewegingen, lichte passen, draaiingen. Vaak ook ligt hij opgekruld als een kat op een klein rond podium.

De voorstelling is complex en vereist behoorlijk wat voorkennis. Ko van den Bosch maakte de tekst op basis van Nijinsky’s dagboeken, die hij als door waanzin gedreven volschreef. De stem van acteur Hans Dagelet klinkt als voice-over en neemt ons mee in de schizofrene wereld en vooral in het door wanen geplaagde hoofd van Nijinksy. De videokunst van Karl Klomp vormt een theatraal doolhof van projecties, vooral afkomstig uit het begin van de twintigste eeuw, onder meer van de Eerste Wereldoorlog afgewisseld met bijna abstracte beelden.

De grote kracht achter de voorstelling is de muziek van Chiel Meijering, uitgevoerd door Apituley, Paul Medeiros (viool) en Victor Lange (piano). Zij nemen ook enkele andere rollen voor hun rekening, zoals Nijinsky’s zenuwarts en zijn vrouw Romola. Meijerings compositie is vurig, temperamentvol, meeslepend met superieure vioolklanken en obstinate pianopartijen. Moeiteloos schakelt hij van Igor Stravinksy’s Le Sacre du Printemps, waarvan de première in Parijs op 29 mei 1913 een regelrecht schandaal werd, naar hedendaagse rap en hiphop. Danser Gary ‘Duimalot’ Gravenbeek treedt op als een zwarte schaduw die Nijinksy begeleidt. Aan het slot neemt hijzelf als rapper en punker het woord en geeft hij, met schitterende stem, vorm aan wat er met iemand gebeurt als hij de greep op het leven verliest.

Ballet, dans, waanzin, beweging, muziek, mythe, rap, videokunst: het komt allemaal samen in De Sprong van Nijinsky. De voorstelling eindigt in het nu, in een wereld die kil en harteloos is. Regisseur Titus Tiel Groenestege weet zelfs het modernistische bewegingspatroon van de Ballets Russes in de uitvoering te integreren. Zo ontmoeten historie, waanzin en de huidige tijd elkaar.

Foto: Bart Grietens