Onze kapitalistische wereld, waar efficiëntie als religie beleden wordt, is niet ingericht op afwijkingen van de grootste gemene deler. Het woord afwijking alleen al heeft een negatieve lading. De nieuwe voorstelling van Het Houten Huis, Club Guy en Roni en plan -d tovert ons een wereld voor waar het feest van de uitzondering gevierd wordt.

Een stoet aan cliënten en patiënten trekt voorbij: iemand in een rolstoel, zonder onderbenen, met Down, met een reuzenhoofd in verband of een onzichtbare maar kennelijk slopende ziekte. Daarnaast is er een laag onvermoeibare zorgverleners, verplegers en artsen en daarboven staat de bureaucratie waaromheen dit hele stelsel draait.

Deze wereld is niet stabiel. De wanden van het decor (Douwe Hibma, Marlies Schot) zijn als veeldelige kamerschermen voortdurend in beweging. Twee rode zitbanken verplaatsen zichzelf naar eigen wens. Deze omgeving kan patiënten makkelijk opslokken of verpletteren. Twinkelend in dit firmament lichten bij tijd en wijle muziekinstrumenten op die zichzelf lijken te bespelen.

Elke theatergeneratie produceert talenten (en dan veelal in de omgeving van de mime-opleiding en -praktijk) die zich manifesteren met een aantrekkelijk hybride vorm van beeldend theater. In deze voorstelling komen elementen absurdistisch toneel tezamen met elementen uit de variété, dans, sport, muziek, performance, poppentheater en beeldende kunst. Ze creëren zo een eigen wereld voorbij het naturalisme. We zien onder meer een onnavolgbaar spel met baseballpet en skateboard door Lucas Saez Collins en uitbundige acrobatische duetten tussen Sam Corver en Meghan Dobbelsteijn Bisschops rondom haar zwangerschap, tot en met het begin van de barensweeën aan toe.

Uit een loket steken blauw geplastificeerde handen die een rij patiënten te woord staan. De stellige handgebaren bij een onverstaanbare uitleg van een vervormde stem verbeelden onze bureaucratie met een zeldzame overtuigingskracht. Als Thomas Schellens bij het onpersoonlijke loket komt vragen om nieuwe onderbenen, leidt dat tot een combinatie van het gênante en vermakelijke dat een Kafkaëske dialoog nu eenmaal kenmerkt.

Onlangs was op de NPO een tv-reportage te zien van Coen Verbraak over het Amsterdamse OLVG-ziekenhuis. Deze voorstelling is de perfecte pendant daarbij: waar de reportage vooral de toewijding, dilemma’s en drama’s van het personeel voor het voetlicht brengt, laat deze voorstelling zien wat doorgeschoten controlezucht aanricht bij patiënten en hun begeleiders. Het zorgpersoneel krijgt hier gelukkig niet de schuld – hoe vaak dat in werkelijkheid ook wél moge gebeuren, getuige de toenemende agressie tegen het personeel in ziekenhuizen. In een bevrijdende scène zien we hoe de in een rolstoel gezeten Marloes Dingshoff door drie verpleegkundigen in hun blauwe jassen meegetroond wordt in een aanstekelijke wals die alle zorgen doet vergeten.

Juist deze magisch-realistische wereld vermag te ontroeren. De vader (Andreas Denk) van een jongen met Down (Johannes de Jong) legt het op een bepaald moment af tegen de papierovermacht waar hij van meet af aan mee te maken krijgt. Zijn voortdurende goede wil slaat om naar wanhoop en vanuit die wanhoop belandt hij in een droomsequens waarin hij een fysieke dialoog voert met een alter ego van zijn zoon.

De vorm van fysiek acteren die in deze voorstelling in regie van Elien van den Hoek gehanteerd wordt, voegt zich naadloos bij de acteurs met een beperking, omdat dat de potentie ervan onderstreept: een beperking wordt tot een artistieke mogelijkheid. In een centrale scène zien we hoe de acteur zonder onderbenen geïnstrueerd wordt om te gaan met zijn nieuwe prothesen. De instructrice demonstreert hierbij terloops haar virtuoze lenigheid; uiteindelijk blijft de acteur alleen met de opdracht om iets kleins van de grond op te rapen. Na een aantal pogingen geeft hij dit op en werpt hij de protheses weg. Maar helemaal aan het eind van de voorstelling, als in een rustige carrousel en onder begeleiding van een melancholiek lied (Sanam Tahmasebi) alle situaties nogmaals voorbijkomen, toont hij hoe hij perfect de radslag beheert. Zonder protheses. Een bemoedigend slot aan een poëtisch evenement.

Foto: Het Houten Huis

Credits

regie & script Elien van den Hoek spel & dans Sam Corver, Andreas Denk, Marloes Dingshoff, Meghan Dobbelsteijn Bisschops, David Feenstra, Laura Feliu Casas, Johannes de Jong, Lucas Saez Collins, Thomas Schellens muziek & compositie Radek Fedyk zang & spel Sanam Tahmasebi choreografie Adam Peterson, Andreas Denk, Elien van den Hoek  regieassistentie Anne van Dorp, Zoscha van Erkel licht Tjarko van Heese geluid Tomas van Schelven bediening robots Loeki Wiefferink backstage Fynn van Rijn, Esther de Vries hoofd techniek Gerrit Schilp vormgeving Douwe Hibma, Marlies Schot decorbouw Douwe Hibma rekwisieten & decor afwerking Marlies Schot timmerman & technische ondersteuning Roy Vermeer kostuums & maskers Freja Roelofs i.s.m. André Kok lichtontwerp Desirée van Gelderen dramaturgie Loes van der Pligt, David van Griethuysen advies Marleen Jongens, Inez de Bruijn, Maarten Smit, Het Houten Huis team