De Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten (NAPK) is gestart met het ontwikkelen van een beleidskader ter preventie van ongewenst gedrag in de podiumkunstensector. Tijdens de online kick-off van dit traject presenteerde de belangenbehartiger voor orkesten en dans- en theatergezelschappen zijn eerste plannen. (meer…)
Het lokaal voelde klein nadat ze de tekst hadden gelezen die ik had uitgekozen. Terwijl de klas haar best deed me te voorzien van bruikbare feedback, spraken we met dichtgeknepen kelen. Kwam dit door mij? Ik taste wat in het duister tot een van de leerlingen de drang voelde om naar buiten te gaan. Ze was eerder weg dan dat ik haar kon vragen of ik iets voor haar kon doen. Van tevoren had ik wel gezegd wat het onderwerp van de tekst was, maar niet met het idee wat voor effect de inhoud zou kunnen hebben. Had ik dat dan anders aan moeten pakken? Had ik moeten zeggen: Lezen op eigen risico!!
Dezelfde avond zit ik op de bank in mijn kamer voor me uit te staren. Ik voel me bezwaard en enorm verantwoordelijk. Alsof ik van een ongevraagd soort macht heb geproefd. Is de gevoelswereld van lezers werkelijk mijn verantwoordelijkheid? Wanneer ik met mijn tutor bel, stelt ze me gerust. Ik heb het onderwerp aangekondigd en heb de klasgenote achteraf een berichtje gestuurd, meer kan ik niet doen. Er is immers geen vaste richtlijn.
Op een kunstopleiding – waar emotie en psyche ten grondslag staan van een groot deel van het vak, waar we maken om te raken, om aan het denken te zetten, om te ontregelen en te amuseren – is er geen vaste richtlijn voor het bespreken van gevoelige inhoud. Ik broed er even op en bevind me niet veel later in een eindeloze discussie van artikel naar artikel over Trigger Warnings. In de Verenigde Staten een onderwerp dat in 2014 flink oplaaide.
Het begon bij waarschuwingen op feministische blogs voor inhoud over seksueel geweld en waaide over naar alle hoeken van de media om uiteindelijk op universiteiten te belanden. Studenten eisten Trigger Warnings voor de verkrachtingen in Metamorfosis van Ovidius, voor (spoiler alert) de zelfmoord in The Great Gatsby van Fitzgerald en voor racisme in het werk van Chinua Achebe. De universiteit van Michigan stelde een lijst van maar liefst 20 gevoelige thema’s samen. Veel universiteiten in de VS hebben nu richtlijnen voor het omgaan met gevoelige inhoud.
Een paar weken later hoor ik een studiegenote aan over een afstudeervoorstelling. Ze is boos, want er was geen Trigger Warning voor het naakte lichaam dat voor haar neus een zetpil in zijn kontgat schoof. Je bent niet inclusief als je zonder waarschuwing bloot over het toneel loopt volgens haar (ik parafraseer). Voor mensen van bepaalde geloofsovertuigingen is naaktheid namelijk een directe belediging. Bovendien voelt sowieso niet iedereen zich comfortabel bij het zien van een van top tot teen bloot persoon. Mijn initiële reactie hierop is cynisch. Als je naar het theater gaat, bestaat er altijd een kans dat je naakt ziet. En als je naakt al aan moet kondigen, waar moet je dan allemaal nog meer voor waarschuwen? Bovendien zijn er in de wereld buiten de theaterzaal geen Trigger Warnings. Als je iets te ver doorloopt langs de Noordzee, kom je vroeg of laat wel een piemel tegen. En wat dan? Gillend wegrennen?
In de artikelen die ik lees, is dit een vaak terugkerend argument van de oppositie: Je hoort studenten niet af te schermen voor de wereld. Het is juist van groot belang dat je met hen praat over gevoelige, controversiële onderwerpen op een plek waar er ruimte is om hun gedachtegoed te vormen, uit te dagen en aan te sterken. Door ervoor te waarschuwen loop je het risico dat een student ervoor kiest zich er afzijdig van te houden. Volgens de handleiding van de Universiteit van Michigan zijn TW’s echter zeker niet bedoeld om studenten te vertroetelen of af te schermen tegen de boze buitenwereld: On the contrary, it treats them as adults who can and should attend to their own well being with all available information.
Daar heeft Michigan een punt. Wie ben ik om voor iemand anders te bepalen wat wel en niet gevoelig ligt, waar iemand tegen opgewassen zou moeten zijn? En waarom zou ik mordicus besluiten dat men hard, koud, sterk moet zijn. Dat hoort bij een paradigma dat met de aandacht voor mentale gezondheid lijkt te veranderen. Van streng zijn en doorbijten naar veiligheid en sensibiliteit voor elkaar.
Hoewel de meningen hierover erg uiteen lopen in de academische wereld (in de VS), vind ik er veel minder discussie over in de kunstsector. Terwijl dat juist de plek is waar doelbewust risico’s worden genomen omtrent het beïnvloeden van mensen en hun emoties. ‘Maken om te raken.’ Zou de kunstsector hier niet juist een koploper in moeten zijn? Uiteindelijk had ik liever mensen geraakt die ervoor kozen het risico te willen lopen geraakt te worden en de rest beschermd. Nu lag alle verantwoordelijkheid bij mij: Ik had het voorgeschoteld en dus voelde ik de plicht het op te lossen. Terwijl ik geen psycholoog ben. Ik ben slechts een mens die iets schrijft en hoopt daarin troost of wijsheid te bieden.
Een voorval dat me helder bijstaat waarin ik als toeschouwer ongewenst getriggerd raakte was bij het kijken van de film Promising Young Woman, van Emerald Fennell. Ik ging met drie vriendinnen. Wij waren allemaal getriggerd. De trailer presenteerde de film als een zwartgallige, geëngageerde comedy. Er zat een speels muziekje onder, sommige rollen werden gespeeld door bekende Amerikaanse komieken, alles was bekleed met vrolijke kleuren. Ik had niet verwacht dat het zo ver zou gaan. Na afloop was ik ontsteld en buitensporig boos. Hoe had de regisseuse het lef zoiets te presenteren?
Hoewel ik wist dat seksueel overschrijdend gedrag het onderwerp van de film zou zijn, wist ik niet in welke mate dit thema zich voor zou doen: Een vrouw die gedrogeerd wordt (uit wraak) en naast een onbekende man in een hotelkamer ontwaakt, suggesties van beelden waarin iemand verkracht wordt, moord op een personage dat tergend lang krampachtig haar vingers uitreikt terwijl ze naar adem snakt. Het had echt geen kwaad gekund om in de trailers en aan het begin van de film een melding te maken. Al is het om de toeschouwer een moment te geven zich mentaal voor te bereiden. Als er een trigger warning was geweest bij Promising Young Woman had ik tenminste een inschatting kunnen maken van of ik de inhoud op dat moment aankon. Bovendien had ik na afloop mijn kritiek op de film zelf beter kunnen scheiden van mijn onaangename, non-cathartische geraaktheid.
Als ik hier terugkijkend bij stilsta, realiseer ik dat deze herinnering voor mij doorslaggevend is. Liever raak ik gewenst dan dat ik ongewenst trigger. Mensen geven nu geen waarschuwingen, niet als statement tegen TW’s, maar omdat ze zich niet bewust zijn van de mogelijkheid te waarschuwen. Een richtlijn voor het bespreken van gevoelige inhoud (onder kunststudenten, regisseurs en publiek, schrijvers en redacteuren, onder de kunstwereld in het algemeen) moet ergens beginnen. Het geven van concrete, sensibele waarschuwingen lijkt me een goed begin.
Foto: Johanna Malm, Iris, Pupil, retina, etc. van Iggy Malmborg
Als dit de weg is. Graag dan ook een triggerwarning voor voorstellingen die op geen enkele manier triggeren en waar ik moreel onaangeraakt uit wegwandel. Dan kan ik die ontlopen!
Dient kunst niet een (poëtische) schok te veroorzaken?
Deze schok is een soort tegenslag en trigger. Het publiek wordt met iets ‘geconfronteerd’ wat posities bevraagt en ook aan het wankelen brengt of kan brengen. De schok kan ontmaskeren en ontmantelen. Is de kracht van kunst niet juist haar ‘ontregelende’ functie? Dat wij door deze ontregeling met iets ‘confronteert’ worden wat we nog niet kennen of proberen te ontkennen (omdat we iets liever niet onder ogen willen zien). Wat blijft er van de kunst nog over als we de triggers weghalen? Vernietigen we dan niet (het wezen van) de kunst en blijft dan niet nog maar enkel moralisme over? De roep naar disclaimers lijkt me een bom te leggen onder de ‘oorzaken’. Heeft iets dan überhaupt nog gevolgen? En is er dan überhaupt nog een ‘verkenning’ en onderzoek mogelijk naar mogelijke oorzaken?
De schok is misschien al sinds de Griekse democratie in de 5e eeuw voor Christus het fundament van het (Westerse) theater en van de samenleving. Op toneel worden dingen uitgebeeld en getoond die het publiek misschien choqueren, met de doelstelling het publiek van zijn eigen handelen en bijhorende verantwoordelijkheid en ‘zorg’ (de zorg voor de ander) bewust te maken.
De bloedwraak van Medea heeft het Atheense publiek toen waarschijnlijk als schokkend ervaren maar tegelijkertijd ook aan het denken en handelen gezet. De tragedie van Euripides wilde het publiek ervan bewust maken, dat er redelijk gehandeld dient te worden en dat mensen zich niet door emoties mogen mee laten sleuren.
Door de catharsis aan het einde kan het publiek ‘zich zuiveren’ en afstand nemen van het geziene, en vervolgens het leven ‘verbeteren’ – het eigen leven en dat van de samenleving. Door deze zuivering kan het publiek afstand doen van wat het heeft gezien en ervaren, en tegelijkertijd kan het publiek eraan consequenties verbinden voor het eigen leven en ‘leren trekken’. Dat kan tot een ethisch verantwoord handelen leiden.
Het publiek was in het antieke Griekenland in staat om een onderscheid te maken tussen wat er op toneel te zien was en het dagelijkse leven. Misschien is het probleem nu dat mensen fictie en dagelijkse realiteit, virtuele en fysieke werkelijkheid, schermrealiteit en theater steeds slechter van elkaar kunnen onderscheiden, en misschien juist daarom bijzonder heftig op bepaalde triggers reageren. Omdat ze alles meteen ‘persoonlijk’ ervaren en opvatten omdat ze het geziene als een deel van hun werkelijkheid beschouwen (in plaats van iets als fictie te herkennen die zich aan hen toont).
Een ander probleem is misschien dat alles tegenwoordig voor ‘gangbare munt’ wordt aangenomen en dat het publiek metaforen niet meer kan ‘lezen’ en de symbolen niet meer kan ontcijferen en interpreteren. Ook omdat ze liever ‘wegkijken’ – omdat het wellicht als choquerend wordt ervaren – in plaats van ‘de pijn op te zoeken’ en te kijken welke mogelijkheden in deze ervaring schuilen.
Is het pleidooi voor ‘waarschuwingen vooraf’ wellicht een eliminatie van een schok en het schok-effect, en een ondermijning van bezielende tegenkrachten? Voordat je het weet wordt de geschiedenis gebagatelliseerd, ‘verharmlost’ en ‘verniedlicht’. De plooien uit de geschiedenis worden dan glad gestreken want het mag niet (meer) triggeren of choqueren. Uiteraard is het altijd een vraag ‘hoe’ iets in beeld en op scène wordt gebracht, en waarom? Alleen is het een gevaarlijke tendens om de triggers uit de kunst en het theater te halen (bijvoorbeeld door waarschuwingen). Volgens mij gaat dat leiden tot een verschrikkelijk en ook totalitair moralisme, en in het ergste geval zelfs tot het einde van de kunst. Wat dan overblijft is misschien louter ‘goedbedoelde’ propaganda.
Pijn wordt tegenwoordig in alle vormen uit het menselijke leven geëlimineerd. Daardoor zijn mensen steeds meer aan het ‘overleven’ in plaats van dat ze nog aan het leven zijn. Daardoor dat pijn verdwijnt, kunnen wij mensen niets meer overwinnen. De overwinning heeft echter iets heroïeks. Want wij ‘leren’ van, door en met pijn. En wij kunnen er verhalen over vertellen.
De huidige cultuur is eentje van het elimineren van pijn en allerlei soort ‘pijnlijke’ verhalen. Daardoor wordt niet enkel het vermogen tot verbetering en dialoog uitgeschakeld maar in het ergste geval elke ervaring ‘gelijkgeschakeld’. Zonder frictie komt fictie steeds meer onder druk te staan, en is dat het einde van ‘verhalen vertellen’. Zijn echter niet juist theatermakers en kunstenaars mensen die pijn in alle vormen kunnen ‘laten zien’, ‘vertellen’ en bespreekbaar maken?
En natuurlijk overvalt ons pijn vaak onverwacht en zonder ‘disclaimers’.Juist daardoor kunnen we op een ‘goede’ manier ontregeld worden. Juist door ‘alert’ te zijn, kunnen we alle zintuigen de volle kost geven. Belanden we niet met louter waarschuwingen en disclaimers ook in een nieuwe vorm van ‘censuur’?
Sinds wanneer is het de functie van kunst om te ‘raken’? Is de behoefte om ‘geraakt’ te worden niet vooral een passieve en consumerende houding? Het gevaar van ‘lekker geraakt worden’ lijkt me toch dat het een houding is waar je iets snel en makkelijk naast je neer kan leggen zonder dat iets een ‘wezenlijke’ en ‘zuiverende’ ervaring is (geworden) en iets consequenties heeft. Of dat je enkel ‘ziet’ en ervaart wat je wilt zien en al kent, en zo in de ‘veilige bubbel’ blijft hangen.
Hoe kan je dan als publiek het perspectief (blijven) veranderen, open en onbevooroordeeld kijken en je met iets onbekends verbinden? Ontstaat niet juist door triggers ook nieuwsgierigheid? Zijn verrassingen (door het onverwachte) niet ook in potentie louter ‘verrijkingen’?
Kunst kan ons dat steeds weer opnieuw en op heel veel verschillende en verrassende manieren bewust maken en ons leren ermee te leven. Het leven is niet ‘veilig’ en er zijn geen zekerheden in het leven. Waarom zou kunst daarin een uitzondering zijn?
Dank Dara voor je helder betoog. +1
Ik heb de kwestie voorgelegd aan ChatGPT en de antwoorden waren prettig helder in hun kortheid:
Wat zijn de voordelen van trigger warnings in de kunstwereld?
1: Trigger warnings geven mensen die gevoelig zijn voor bepaalde onderwerpen of thema’s de kans om zich voor te bereiden op wat ze te zien krijgen.
2: Het kan mensen helpen om emotionele schade te voorkomen als ze te maken krijgen met materiaal dat hen kan triggeren.
3: Het kan de kunstwereld meer toegankelijk maken voor mensen met verschillende achtergronden en behoeften.
4: Het kan bijdragen aan een veiligere en meer inclusieve omgeving voor kunstbeoefenaars en bezoekers.
5: Het kan leiden tot een grotere openheid en acceptatie voor mensen met mentale gezondheidsproblemen.
Wat zijn de nadelen van trigger warnings in de kunstwereld?
1: Sommige mensen kunnen de trigger warnings als beperkend ervaren en voelen dat het de kunst beïnvloedt of beperkt.
2: Het kan leiden tot een oversensitiefheid voor bepaalde onderwerpen en een neiging om te vermijden in plaats van te confronteren.
3: Het kan leiden tot een verminderde artistieke vrijheid en een beperking van de uitdrukkingsmogelijkheden van kunstenaars.
4: Het kan leiden tot een vermindering van de kritische en analytische vaardigheden van bezoekers van de kunstwereld, omdat ze minder geconfronteerd worden met ongemakkelijke of confronterende thema’s.
5: Het kan leiden tot een vermindering van de impact en het effect van de kunst, omdat het de emotionele reactie van het publiek kan verminderen.
Dit is dus wat het internet er nu over te zeggen heeft. Aan ons de keuze.
Trigger warnings zijn altijd goed. Geven niets weg over de voorstelling en zorgen ervoor dat publiek niet onnodig met mogelijk persoonlijke traumatische taferelen in aanraking komen.
Zie het als de kijkwijzer icoontjes, maar dan voor het theater. Het neemt niets af, het voegt wel iets toe. Ik ben voorstander.
Ik heb zelf Promesing young women ooit gezien. Ik was voorbereid. De trailer bleek nogal expliciet. De film viel in de categorie thriller en er waren maar liefst 4 trigger-warning icoontjes aan toegekend: angst, geweld, grof taalgebruik en discriminatie.
Misschien iets beter opletten de volgende keer. De bezoeker heeft ook een verantwoordelijkheid.
Dan miste er in dit geval dus 1 belangrijke trigger warning Naomi. Een goed voorbeeld dat het soms beter is om themas vooraf expliciet te vermelden. Zoals sommige series nu ook doen.
Kan ik dan een triggerwarning krijgen voor mensen die de buitenwereld voortdurend verantwoordelijk stellen voor het ongerief in hun binnenwereld? Die mensen triggeren namelijk ongelooflijk veel onmacht in mij. En ik zou het fijn vinden als ik zelf mag beslissen of ik dit wil ervaren.
Goed dat je dit aankaart Dara Bazalet. In het artikel waar je naar doorverwijst vind ik het opvallend hoe vriendelijk, eenvoudig en open de begeleidende teksten bij colleges zijn geschreven. Veel toffer dan de alarmerende term ‘trigger warning’ doet vermoeden.
Als je met zo’n simpele handreiking meer mensen met een goed gevoel in een theaterzaal kan ontvangen, waarom zou je het dan niet doen?
Een kopje bij de creditlijst met welke thema’s er aan bod komen zou dan mijn voorkeur hebben boven een waarschuwingsbord op de deuren van de zaal. Dan kan iedereen die geïnformeerd wil binnenkomen dat opzoeken en iedereen die compleet verrast en overrompeld wil worden zonder enige voorkennis plaats nemen. Volgens mij kende elke Athener het verhaal van Medea trouwens al voordat ze de voorstelling gingen bekijken omdat de vertelden mythen onderdeel uitmaakten van de cultuur. En het is niet gezegd dat mensen een thema dat ze overstuur kan maken liever mijden.
Inderdaad, elke Athener kende waarschijnlijk het verhaal van Medea en was benieuwd wat op toneel ermee gedaan werd, ‘hoe’ het verhaal werd ‘verteld’. Het publiek in het oude Griekenland was waarschijnlijk goed geïnformeerd en ook geëmancipeerd, en naam haar verantwoordelijkheid als publiek. Het kijken naar theater was een ‘leerproces’ en loutering. Door te kijken kon men iets in het eigen leven en in het leven van anderen veranderen.
Bij mijn weten hadden ze in het oude Athene geen ’trigger warning’, wel trauma’s. Het woord ’trauma’ is nota bene van oorsprong het Griekse woord voor ‘wond’. Op geen enkele manier wil ik hier een trauma banaliseren, in tegendeel. Mijn vraag is (en dat is wellicht ook de vraag van anderen): hoe gaan we met een ‘wond’ om en welke zorg gaan we dragen? Zowel voor onszelf als ook voor de ander? Hoe ziet deze zorg uit?
Wanneer heeft ‘zorg’ een gidsende functie en wanneer een controlerende (en censurerende) functie? Wanneer geschiedt iets vanuit ‘machteloosheid’, wanneer vanuit ‘macht’? Wanneer komt zorg voort uit liefde en empathie, en wanneer uit controle? Hoe zorgen we voor elkaar, en wat is de ‘bron’ van onze zorg? Waar en wanneer vindt zorg plaats, en door wie? Wie besluit bijvoorbeeld of een trigger warning nodig is of niet? Mijn ‘zorg’ is dat wij de zorg steeds meer uitbesteden en steeds minder zelf verantwoordelijkheid kunnen en durven te nemen, en dat we steeds minder in staat zijn om te ‘zorgen’.
Welke verantwoordelijkheid heeft het publiek voor haar eigen (kijk)ervaring? Hoe kunnen we weer meer verantwoordelijkheid nemen? En hoe kunnen we beter geïnformeerd zijn, ook zonder trigger warnings? Wat doen we eigenlijk nog om tot ‘kennis’ te komen? Wat doen we nog om te leren? En welke rol speelt ‘pijn’ in ons leerproces?
De Grieken kenden de mythologie. Wat doet het publiek tegenwoordig om zich (vooraf, tijdens en achteraf) te informeren en tot kennis te komen, en om naar ‘intellectuele gelijkheid’ (zoals Jacques Rancière de activiteit van het publiek noemt in zijn essay ‘De geëmancipeerde toeschouwer’) te streven? Ranciere wilde net als Brecht en anderen het publiek verantwoordelijk stellen, zodat deze tot ‘zorg’ konden komen. De ‘zorg’ voor de samenleving was dus vaak een gevolg van wat er op toneel te zien was. Het publiek kan door de ‘schok’ tot andere en nieuwe (zelf)inzichten komen. De verantwoordelijkheid lag aan de kant van het publiek. Een trigger warning legt deze verantwoordelijkheid nu elders neer, zo lijkt,
Is de roep naar trigger warnings op een bepaalde manier niet ook uitdrukking van een passieve houding? Staat de roep naar regulering van buitenaf en het uitbesteden van verantwoordelijkheid niet haaks op emancipatie? Hoe staat het eigenlijk om onze emancipatie? Hoe geëmancipeerd zijn we eigenlijk? Waarom moet veiligheid in vorm van protocollen en regels door anderen ‘geïnstalleerd’ worden? Welk idee zit erachter? Verliezen we niet met elke millimeter veiligheid die we claimen een millimeter vrijheid? En kan de roep naar ‘zorg’ niet juist ook omslaan in het tegenovergestelde?
De scheidslijn tussen zorg en controle kan flinterdun zijn. In dictaturen wordt politiek gemaakt in naam van (zogenaamde) zorg (de zorg voor het volk) om uiteindelijk het volk te controleren en te onderwerpen. Dat dictatoren zich graag met een kat of hond laten fotograferen maakt ze uiteraard nog niet tot liefdevolle mensen.
Is een trigger warning niet ook al een ‘Bevormundung’ en ‘oordeel’ vooraf (dus een vooroordeel)? Als van tevoren een label opgeplakt wordt, kan dat snel als ‘waarheid’ aangenomen worden zonder zelf iets ervaren en bevraagd te hebben. Nu lijken we wellicht niet meer in staat om zelf(standig) tot een ‘oordeel’ te komen maar moet het ons opgelegd worden. Hoe open kijkt een kijker dan nog als het voor hem/haar/hen al werd ingevuld? Leidt het in het slechte geval niet daartoe dat het publiek niet meer zelf ‘op zoek’ gaat maar iets ‘aanneemt’ (omdat het van tevoren werd ‘gezegd’)? En worden ‘vooroordelen’ op deze manier dan niet snel tot oordelen en zelfs tot veroordelingen? Iets is aanstootgevend, iets is gevaarlijk, et cetera. Zonder dat we de redeneringen kennen en weten.
Misschien past de roep naar trigger warnings bij de zorgwekkende ontwikkelingen in de maatschappij en het theaterveld. Het theater lijkt steeds meer tot boodschappen- en zendingstoneel te verworden, tot theater vol uitleg, moralisme en louter goede bedoelingen. Wordt het door ‘keurlabels’ niet allemaal nog keuriger?
Hoe kan kunst dan nog ontregelen en ons kennis laten maken met iets onbekends en iets anders? Is kunst niet een plek voor ‘gevaar’ bij uitstek (‘Keine Schönheit ohne Gefahr’)? Is het theater niet idealiter een plek voor avontuur, dus om in contact te komen met vreemde en onbekende ‘werelden’, met het andere, met het anders-zijn, met het eigen anders-zijn. En is de ervaring van het andere en anders-zijn niet een vereiste om tot (gezamenlijke) zorg te komen?
@ Florian Hellwig
Dank voor de reactie. Een belangrijke nuance om te benoemen is dat het geven van een waarschuwing niet bedoeld is om ‘de schok’ te elimineren of verbieden. Het beschermt een werk eerder door de toeschouwer er buitenom empathisch te benaderen, als medemens. Zo kun je binnen het werk zelf aandachtiger omgaan met bijvoorbeeld een lange, ‘zuiverende’ boog (zonder bij elk moment an sich bezig te hoeven zijn met eventuele persoonlijke gevolgen voor de kijker).
De mogelijkheid van het geven van een Trigger Warning kan in die zin opluchten, in plaats van verstikken: Als een toeschouwer iets te heftig vond is dat ook hun eigen verantwoordelijkheid. De betreffende persoon had er immers voor kunnen kiezen om niet te kijken/lezen.
Je pleidooi tegen het gebruik van TW’s lijkt te suggereren dat iets niet meer kan choqueren wanneer je weet dat het komen gaat. Dat lijkt me teniet doen aan de waarde van alle choquerende elementen die los staan van een feitelijke gebeurtenis zelf. Is het niet de opbouw naar een moment toe dat de impact van het moment grotendeels bepaald? En, als we het over theater hebben, dan ook het licht, het geluid, de enscenering, het spel, etcetera?
Weten dat er bijvoorbeeld een verkrachting plaatsvindt stelt een toeschouwer in staat een overweging te maken om al dan niet te kijken in de eerste plaats. Je weet dan dat er mogelijk iets ‘triggerends’ komt. Hoe, wanneer, door wie, wat, waar weet je niet.
Bovendien zouden waarschuwingen optioneel kunnen zijn (zoals Casper Vandeputte oppert).
…
PS Ik denk dat je je publiek onderschat met de gedachte dat ze tegenwoordig fictie en werkelijkheid met moeite van elkaar onderscheiden. Waren het niet juist die Grieken die een acteur toeschreeuwden wanneer hij de schurk speelde? Waren zij het niet, die schaamteloos huilden en lachten, als ging het om het echte leven?
Hoe weet je nou wat iemands trigger is? Bij mij zijn het Diddl muizen
Is het niet gewoon een oplossing als de trigger warnings standaard bij voorstellingen worden meegegeven, maar wel enkel vindbaar op de website van maker of producent? Met een linkje ernaar op de website van het theater?
Dan kan een ieder er zelf voor kiezen of ze het willen zien of dat ze zonder enige voorkennis naar binnen kunnen gaan.
Bedankt voor het openen van dit gesprek Dara en de moed om je hiermee kwetsbaar op te stellen!
Net als jou, Jeroen en Casper ben ik voorstander om te kijken naar hoe publiek hier meer in geholpen kan worden. En om tegelijk de ‘kijkwijzer theater’ (in welke vorm dan ook) optioneel te laten voor de maker. Dit geeft iedereen volgens mij de vrijheid of juist tools om publiek wel/niet te instrueren.
Toen ik op de toneelschool zat (en nog steeds weleens) was het altijd weer spannend bijvoorbeeld of ik familie wel/niet kon uitnodigen omdat onduidelijk was of er gevloekt werd/naakt in de voorstelling te zien zou zijn. Ik heb het idee dat een grote groep mensen theater om die reden al vermijdt: Het is onduidelijk of het past bij hun normen en waarden. Je zou kunnen zeggen, dat is niet het probleem van de maker, maar dat kan iedere maker dan zelf beslissen.
Wanneer we (net als in film), van te voren bepaalde dingen zouden aangeven, kunnen we theater voor een grotere groep mensen toegankelijk maken.
We bewegen zo deels naar de toeschouwer toe, maar eigen ervaring leert ook dat de normen en waarden van toeschouwers na het zien van meer theater langzaam oprekken.
Ik denk er dus graag eens over verder, ook hoe we dit op een goede manier kunnen doen. Mag ik je eens contacten om te kijken hoe we dit verder vorm zouden kunnen geven?
De jonge kunstenaar is steeds meer een modelburger aan het worden. Een ideaal mens dat binnen de lijntjes kleurt en vooraan gekondigd een keertje keft. Niet al te hard natuurlijk. Er zou eens iemand geschokt kunnen zijn. Theateropleidingen als fatsoensfabrieken. Moreel correct en keurig voorspelbaar progressief worden de studenten afgeleverd. En iedereen speelt ophef. Pijnlijk genoeg zijn het hier niet de echte kunstenaars die het woord voeren. Die weten hoe waardevol de vrije ruimte is. Studierichtingsleiders, zelfbenoemde belangenverenigingen, horizontale overlegstructuren waarin iedereen het woord voert (want iedereen is natuurlijk maker) en een reeks aan commissies. Het lijkt alsof er zo hard wordt gestreden maar de kunst bloed dood…. waar we bij staan.