In de Verenigde Staten kent vrijwel elke beroepsgroep een Hall of Fame, van popmuzikanten, Hollywoodsterren en sporters tot rodeocowboys, mijnwerkers en brandweermannen. Sinds kort hebben ook de stand-upcomedians hun eigen eregalerij. De eerste vier comedians die in dit nieuwe Pantheon zijn geplaatst zijn George Carlin, Robin Williams, Joan Rivers en Richard Pryor. (meer…)
Pieter Bouwman was in 1992 het zevende lid van het Amsterdamse comedygezelschap Comedytrain. Na een paar jaar besefte hij dat hij niet voor het podium geboren was. Hij raakte verveeld als hij zijn materiaal meer dan tien keer moest herhalen. Maar de stand-upcomedian in Bouwman is nog niet verloren gegaan. Zijn boekje met oneliners Gezellig bijkletsen! leest als een aantal korte sets op een stand-up-comedy-avond met een line-up van vier comedians, met tekenaar Martyn F. Overweel als MC.
Pieter Bouwman, regisseur van onder anderen Hans Teeuwen, Hans Dorrestijn, Paul Haenen, Van Muiswinkel & Van Vleuten en een van de breinen achter radiohits als De Mannen van de Radio (met Hans Teeuwen) en Radio Bergeijk (met George van Houts) is een verwoed twitteraar. Bijna dagelijks gooit hij er fraai geformuleerde zinnen uit als ‘Het probleem met de plegers van terroristische aanslagen is vaak dat ze zo slecht maat kunnen houden’ of ‘Annemarie (79) had bij het intermenselijk verkeer in het verzorgingshuis een sterke voorkeur voor het zogenaamde ‘kleineren’ van haar lotgenoten.’
Soms wordt voor het plaatsen van de tweet stevig geschaafd aan de puntige gedachte. Grammaticaal advies krijgt hij zo nu en dan van Erik van Muiswinkel en ook Herman Finkers springt weleens bij. Finkers is een groot fan van de oneliners van Bouwman en heeft het voorwoord geschreven voor zijn tweede bundel met grappige, maar zeker geen oppervlakkige comedy-aforismen. Zonder een grammetje ironie overlaadt hij Bouwman met complimenten: ‘Zoals je een excellente film, theatervoorstelling of roman moet kunnen samenvatten in één enkel perfect geformuleerde basisgedachte, zo zijn deze Bouwman-zinnetjes de perfect geformuleerde basisgedachten van evenzovele romans die alleen nog maar geschreven hoeven te worden. Gezellig bijkletsen! lijkt daarom een boekje met veel functioneel wit en korte zinnetjes, maar in wezen houdt u een volledige bibliotheek in uw handen.’
Bouwman is een man die een scherpe blik heeft voor het menselijk tekort, en dat heeft zeker ook te maken met een stevige dosis zelfkennis. Hij heeft (volkomen ten onrechte) altijd een laag zelfbeeld van zichzelf gehad. Er wordt in zijn oneliners eigenlijk nooit iemand afgebrand, er is altijd wel mededogen. Dat maakt de sukkels toch menselijk. Hij plaatst zichzelf ergens tussen het absurdisme van tekenaar Gummbah en de tragiek met ironie van Peter van Straaten. ‘Na 600 meter dacht Wim ineens: “Ja doei! Val kapot met je marathon.” Of… ‘”Ik ben geen schim meer van de alcoholist die ik was…”, mijmerde Eppe boven zijn tomatensapje.’ Of… ‘De zon komt op. Godverdomme, daar gaan we weer met z’n allen.’
Je ziet die mensen, denkt nog even dat je gelukkig niet bent zoals zij, maar diep in je hart weet je dat je ook niet echt een bruisend leven leidt om trots op te zijn.
Tussen de zinnetjes door heeft cartoonist Martyn F. Overweel koppels op de gespreksbank geplaatst, die je niet direct met elkaar gezellig ziet bijkletsen. Maar oh wat zou de wereld er mooi uitzien als die mensen wél eens rustig met elkaar zouden kunnen praten. Zoals God en Darwin, Churchill die een arm om Hitler slaat, prinses Diana en koningin Elizabeth, een puntmuts Ku-Klux-Klan en een lieflijk zwart meisje. We tekenen er in gedachten zelf even Zelenski en Poetin bij. Ja, gezellig.
Gezellig bijkletsen! van Pieter Bouwman, met tekeningen van Martyn F. Overweel en voorwoord van Herman Finkers, Uitgeverij De Republiek, 15 euro. Foto: Krijn van Noordwijk