Dirk de zwerver, de opgewonden docent Duits met spuug op de lippen, de sneue Frank, onder de plak van zijn moeder, die zo graag een wilde vriendin wil, en niet te vergeten de kluizenaar Walter de Rochebrune zijn overleden. (meer…)
Als ‘inwonende zoon’ van de wethouder van Juinen, de geilneef, doctor Clavan, Cor van der Laak en zijn vrouw Cock, was het voor Kasper van Kooten bijna onmogelijk zijn achternaam te noemen zonder dat die tot verwachtingen en vergelijkingen leidden. Als je dan zelf ook nog de creatieve kant op gaat en de schijnwerpers opzoekt, kies je als een ‘Van Kooten’ niet de makkelijkste weg. Hij raakte verslaafd aan het stofje endorfine, dat in zijn bloed kwam toen hij eenmaal met een bandje op het podium had gestaan.
In de voorgaande acht cabaretvoorstellingen die hij de afgelopen twintig jaar maakte, probeerde hij vooral niet een ‘zoon van’ te zijn. Met Van Kooten en de beat als titel van zijn nieuwe muzikale programma, omarmt hij op vijftigjarige leeftijd zijn afkomst en achternaam. Hij verwijst er immers nadrukkelijk mee naar het legendarische satirische tv-duo dat zijn vader vormde met Wim de Bie.
Het programma heeft dezelfde titel als het boek dat begin dit jaar van hem uitkwam en waarin hij zijn leven als muzikant schetst. Of beter gezegd: als drummer. Degene die het ritme van het bandje bepaalt, de controle heeft, maar altijd op de achtergrond zit. Naarmate het leven vorderde, durfde hij op de voorgrond te dringen. Met een eigen bandje, met een bescheiden hitje als ‘Mooie Blouse’, als acteur in talrijke tv-series en films, met enkele boeken en met muzikale cabaretvoorstellingen, fijn geëngageerde of verhalende met een kop en een staart.
In Van Kooten en de beat staat een sobere versie van het drumstel prominent op het podium. Hij kruipt er – naar de zin van ondergetekende – te weinig achter, net als hij vooral in de eerste helft ook te weinig muziek maakt met zijn fijne gitarist Frank Stukker. Want dan krijgt het programma een boost. Hij heeft een mimiek en een losse vertelstijl die de aandacht vasthouden, maar de opbouw van deze bijna twee uur durende voorstelling vergt dat je veel geduld moet hebben voor het verhaal diepte krijgt en beklijft. De chronologie van een boek zit de theaterversie kennelijk in de weg.
Te lang is het een simpel verhaal van een jongen die een muzikale droom najaagt en die ook deels in vervulling ziet gaan. Het is een erg lange aanloop om zijn ziel bloot te leggen: dat het voortdurend obsessief najagen van zijn jongensdroom hem geen leuker mens maakte. Toen hij het ritme van zijn eigen leven niet meer kon slaan en de controle kwijt was, viel bij een psycholoog het kwartje: hij streefde bewondering na, terwijl Kasper van Kooten gewoon ‘gezien’ wil worden.
Zoals zijn in 2015 geboren dochter hem gewoon ‘ziet’. En zijn ex-vrouw dat wilde. Op zijn beurt ‘ziet’ hij op een avond in de tuin van het familievakantiehuis in Frankrijk ineens zijn echte vader als deze hem een ontboezeming doet. De vader die hem, vlak voor zijn allereerste optreden met zijn jongensbandje, nog even goede raad gaf, niet beseffend dat hij daarmee de lat voor de zoon weer beklemmend hoger legde. Die vader ‘ziet’ hem nu ook en voor de zoon valt veel op zijn plek.
Zo blijkt in de laatste drie kwartier Van Kooten en de beat toch veel meer dan de avonturen van een drummer. Dan blijkt het inderdaad dat ‘meest persoonlijke’ programma te zijn dat hij aankondigde.
Foto: Karen van Gilst