Een tot slaaf gemaakte op een Surinaamse plantage is bekneld geraakt in de suikerpers. Zijn arm is verbrijzeld, bloed mengt zich met suiker. Op de plantage breekt paniek uit, terwijl de eigenaar van de plantage nuchter en wat bozig vaststelt: ‘De suiker is verpest.’ Welkom in het Suriname van de 18e eeuw. (meer…)
‘Ik ben volmaakt doorwaadbaar’, zegt hij. In een spectaculair mooi decor van simpele, in hoogte variërende latjes toont Alwin Pulinckx alle mogelijke facetten van iemand die is bevangen door wanen. ‘Ik voel wat om mij heen gevoeld wordt (…), ik ben een rondzingende gevoelsinstallatie.’
De wanen is de eerste theatertekst van dichter Ingmar Heytze, die eerder voor regisseur Olivier Diepenhorst twee korte stukken van Steven Berkoff vertaalde, wat resulteerde in Eenzame begeerte (2017). In nauw overleg met Diepenhorst, dramaturg Janine Brogt en beoogd actrice Abke Haring heeft Heytze een mooie, poëtische maar ook geestige tekst geschreven. De tekst is op het lijf van Haring geschreven, een unieke maker met een sterke fysieke speelstijl en iets van mysterie om zich heen. Iemand met een grote gevoeligheid, een droeve kwetsbaarheid, alsof ze is gevangen in een existentieel soort eenzaamheid.
Helaas heeft zij zich ‘door persoonlijke omstandigheden’ moeten terugtrekken uit de voorstelling. In drie weken tijd heeft Alwin Pulinckx de rol overgenomen en hij doet dat fabuleus. Hoe verschillend ook, hij heeft eenzelfde soort gevoeligheid en kwetsbaarheid als Haring en tegelijk iets taais en onverzettelijks. Hij heeft zich volledig ingeleefd in de niet gemakkelijke rol van de hoofdpersoon die Heytze tot leven heeft gewekt.
Heytze vertelt in een interview op de site van Bellevue over zijn fascinatie voor ‘de waanzin’: zijn moeder werkte in de ‘krankzinnigenzorg’ en vertelde er levendig over. Zelf heeft hij geleden onder een reisfobie, die hem ruim tien jaar aan huis bond. Al in 2011 onderzocht hij tijdens een residentie in kunstenaarsverblijf Het Vijfde Seizoen (eerder in gebruik als bezigheidsruimte voor ‘onrustige mannen en vrouwen’) alle mogelijke psychiatrische stoornissen en schreef De Atlas van wanen, een dichtbundel die uiteindelijk niet is gepubliceerd maar wel het nodige materiaal opleverde voor deze theatertekst.
Het is vaak bijna poëzie, maar tegelijkertijd is het heel ‘down to earth’, laconiek, toegankelijk proza met een lichte toon. Bijna elke zin is het citeren waard. Zoals deze waarin de hoofdpersoon uitleg geeft over zijn angsten en wanen: ‘Uiteindelijk wil ik maar twee dingen écht niet: gek worden en doodgaan. Maar omdat het tweede zeker een keer gaat gebeuren, ligt het eerste levenslang op de loer.’ Of, als het over verslavingen gaat: ‘Je bent pas verslaafd als je liever iets beters te doen hebt dan wat je steeds maar doet terwijl je liever iets anders had gedaan.’ Dat zijn teksten met een ijzeren logica, niks geen waandenkbeelden.
Pulinckx speelt beheerst en licht, om zich heen kijkend met een verwonderde, observerende blik. Zijn het de anderen om hem heen die lijden aan wanen, paranoia en dwangvoorstellingen en neemt hij alles over? Hij noemt zichzelf ‘volmaakt doorwaadbaar’, alles om hem heen ervaart hij alsof het hem persoonlijk aangaat. Als hij na het innemen van een pil de bijsluiter leest, ervaart hij alle mogelijke bijwerkingen onmiddellijk. Dat is even herkenbaar als komisch.
Het decor – een ontwerp van Lidwien van Kempen – bestaat uit een woud van dunne verticale latjes die de suggestie wekken van een gevangenis of een andere betraliede omgeving (zoals een huis voor mensen die lijden aan wanen), maar soms ook de skyline van een grote stad oproepen of een fantasiewereld. Pulinckx lijkt er af en toe in gevangen, maar beweegt dan weer soepel tussen de latjes door. De uitgekiende belichting van Yuri Schreuders maakt dat de kleuren steeds verspringen: van warm geel, bijna oranje tot kil, uitgebeend licht. Later, als het vaker over de dood gaat, komt er steeds meer blauw in. De goudkleurige vloer weerspiegelt de kleuren nog eens.
Af en toe valt de scène even stil: een snerpend geluid, het licht hard, de lattenwereld grijs en bruin, de acteur zwijgt. Een soort donderslagen die maken dat de tijd even stil staat en dat de overgang naar een andere sfeer soepel verloopt. Christiaan Verbeek maakte een zorgvuldig uitgekiende, toepasselijke soundscape: soms hoor je de hartenklop, soms een stroomstoot, soms lijkt het of de buitenwereld binnendringt met harde, venijnige geluiden, soms wordt de ‘innerlijke stem’ van de hoofdpersoon eenvoudig versterkt.
De wanen geeft inzicht in de geest van iemand die getroebleerd is door waanvoorstellingen maar laat tegelijkertijd zien hoe de gedachtewereld van een ‘onaangepaste geest’ maar een paar stapjes verwijderd is van die van een zogenaamd normaal iemand. En hoe verbeelding en inlevingsvermogen soms dicht tegen waanzin aan schurken.
Foto: Sanne Peper
Ik heb vandaag de voorstelling gezien en ben diep onder de indruk. Wat een mooie tekst, wat een goed acteerwerk en inderdaad licht, decor en soundscape perfect. Petje af voor deze acteur die naar ik begreep het heeft overgenomen. Het heeft me enorm geraakt!