1914

Om kort te gaan: ik schrijf voor hen, die zooals ik denken. Het is nutteloos de meeningen van anderen te bestrijden. Men slaagt er soms in de menschen bij een gedachte-wisseling te overwinnen, overtuigen doet men ze nooit. Meeningen zijn als spijkers, hoe meer men er op slaat, hoe dieper men ze indrijft. Alles wat wij vermogen komt hier op neer, dat men zegt wat de waarheid schijnt te wezen. De menschen zetten de cijfers op de lei en de tijd maakt de rekensom. (F. Smit Kleine citeert Dumas fils in Het Tooneel, jrg. 43, nr. 10)

1945

Je logische verstand zegt: er zijn misschien 1000 officiersuniformen door de Canadezen verbrand. In geheel Europa moeten er 54.737 over zijn. Je hebt er daar maar 5 van noodig. Waar zijn die 54.732 andere stuks? (J. Sternheim in Tooneelschild, jrg. 1, nr. 1)

1954

2 = te weinig
3 = te veel
Proeve van zwarte humor
DÉCOR: Een bourgeois-hoekje bestaande uit twee zetels. Verder op afstand een losse deur in de ruimte, die naar een salon leidt. (toneeltekst van Tone Brulin in Het Toneel, jrg. 75, nr. 12)

1965

Het is onvermijdelijk, dat zulk een geheel nieuw opgezet werk niet onmiddellijk de volmaaktheid bereikt. Wat is trouwens voor zo’n werk de volmaaktheid? Engagementen en rollen blijven een uiterst summiere neerslag van een kunstenaarsloopbaan, een reeks hiëroglyphen, ontcijferbaar voor min of meer ingewijden, maar die kunnen ook dankbaar zijn voor dit documentatie-materiaal, dat feitelijke houvast geeft aan hun persoonlijke impressies. (André Rutten bespreekt het Lexicon van Coffeng in Het Toneel, jrg. 86, nr. 5)

1969

En wanneer al deze data beschikbaar zijn dan komen ze nog voort uit dermate verschillende uitgangspunten dat vergelijkingen met uitkomsten van andere landen of zelfs andere plaatsen erg moeilijk is. (Günter Schülz in toneel teatraal, jrg. 90, nr. 2)

1970

Eerste uitslag van marktonderzoek: niet alle wegen leiden naar Loenersloot. (Tickery Tape in Mickery Mouth, jrg. 1, nr. 4)

1982

1 2 3 4 5 èn 1 2 3 4 5 èn.
Niet de zes tellen, nee 1 2 3 4 5 èn.
(Column Hans Tuerlings in Dans Bulletin, jrg. 14, nr. 3)

1992

Er ontstaat steeds meer verwarring over de cijfers van de Raad voor de Kunst, het ministerie, en de gezelschappen. ‘Ik kan ook alleen maar een tussenstand geven, want er is iemand hier de hele dag mee bezig.’ (Martin Berendse in Notes, jrg. 7, nr. 6)

1999

Volgens de bezoekcijfers van de VNT gaat het helemaal niet slecht met het Nederlands toneel. Sterker nog, sinds tien jaar stijgt het aantal bezoekers gestaag. Dezelfde cijfers zijn voor de staatssecretaris Van der Ploeg reden tot ongerustheid. Hij vindt het noodzakelijk dat de gezelschappen meer aan publiekswerving gaan doen omdat te veel stoelen onbezet blijven. Wat is er aan de hand? (Lonneke Kok in TM, jrg 3, nr. 9)

2007

Een grotendeels handmatige telling (computerdatabases waren er in 1989 nog niet) van het repertoire van 1978 tot 1989 leverde een beeld op van een theatercultuur die naast het ijzeren repertoire van Grieken, Shakespeare, wat Duitsers, Britten en een enkele Fransman vooral erg veel nieuwe toneelstukken van eigen bodem bevatte. (Wijbrand Schaap in TM, jrg 11, nr. 3)

2019

En moesten jullie een beleefde brief terugsturen waarin jullie uitlegden dat in het jaar 2017 álles een speelbeurt was geweest – dat elk gesprek, elke ontmoeting, en ook de brief van het FPK zelf performatief was, deel uitmaakte van Werk. ‘We willen niet tellen maar vertellen’, zo zei je dat. (Brief van Evelyne Coussens aan Schwalbe in Theatermaker, jrg 140, nr. 3)

2021

‘En andere theatermakers vinden wetenschap niet ter zake doen, of gevaarlijk voor hun intuïtieve manier van werken, enzovoort.’ (Peter Eversman in gesprek met Simon van den Berg in Theaterkrant Magazine, jrg 143, nr. 2)

Dossiers

Theaterkrant Magazine september 2022