Op alle continenten speelt textiel van oudsher een hoofdrol in ancestrale, patrimoniale en sociale praktijken. Handgeweven of -versierde stoffen vervullen sacrale functies, van Indonesië tot Suriname, van Noorwegen tot Zuid-Afrika en in Latijns Amerika zijn de sporen van pre-Colombiaanse cultuur onder andere terug te vinden in een schatkamer aan textiele tradities. (meer…)
De bühne wordt beschenen door een kiertje rood licht. ‘TRAVESTI’, spuugt het achterliggende scherm in koeienletters, dat aandoet als een wegreclame. Renata Carvalho – losse haren, pronte borsten, vleeskleurig slipje – dendert twee uur lang door haar persoonlijk politieke geschiedenis, en dat is geen makkelijke.
Carvalho, mensenrechten- en LGBT-activiste, richt zich met Manifesto Transpofágico op de geschiedenis en representatie van het trans lichaam. Als ‘transpologe’ houdt ze zich bezig met de leefwereld van trans personen, confronteert tegelijk de medemens met belangrijke vraagstukken over de maatschappelijke constructie van gender. Voorstellingen over dit thema maakt ze sinds 1996. In 2020 werd ze met de dood bedreigd, door de vertolking van Jezus als trans persoon in de Braziliaanse bewerking van Jo Cliffords Jesus, Queen of Heaven.
Luid vertelt Carvalho hoe het leven vooraf is bepaald. Piemeltje, balletjes, voetbal, niet bij de meisjes staan. Een reeks scheldwoorden volgt: flikker, mietje, kontlikker. Ze neemt de stem aan van haar vader: ‘Ik heb nog liever een drugsdealer, dan een demonisch goddeloos wezen als zoon.’ Carvalho zegt dat ze is gestorven, want over wie niet wordt gesproken, die bestaat niet.
Via het scherm wordt ingezoomd op haar lichaam. Wat volgt is een pijnlijk verhaal over injecties, pillen en voorgeschreven hormonen. Hoe dikke naalden, dezelfde als die veeartsen gebruiken, dagelijks in iedere bil een gelatine-achtige substantie spoten. Een tijdrovend en gevaarlijk proces. Begeleid door dreunende muziek klimt ze op tafel. Achter haar, op het scherm, wordt via Google het woord ‘travesti’ ingetypt. Het staat gelijk aan toiletten, hotels, het lichaam als etalage, pijpen, neuken, klaarkomen: een hoerenlichaam.
In de delen die volgen verhaalt Carvalho over het trans lijf als poppen-, carnavals-, gecensureerd en risicolichaam, vervolgens over de travesti-genocide. Er volgt een gruwelijk fragment van travesti op de Braziliaanse televisie die zichzelf snijden. Brazilië is een extreem transfoob land, met het hoogste percentage zelfdodingen en moorden op trans personen ter wereld. Ze worden door familie verstoten, soms gedwongen geprostitueerd en blootgesteld aan geweld. ‘Maatschappelijk gezien zijn we dood.’ Toch staat deze dood voor Carvalho gelijk aan wedergeboorte. Aan het eind van haar pleidooi loopt ze het publiek in, opent het gesprek. En iedereen mag voelen. Aan haar borsten, haar billen.
In Manifesto Transpofágico vertelt Carvalho op heldere wijze en met politieke toon wat het betekent om trans te zijn in een wereld die daar anno 2022 nog steeds akelig mee omgaat. Toch slaagt ze er niet in de aandacht twee uur lang vast te houden. De boventiteling werkt afleidend, de ellenlange beschrijvingen van bekende trans personen, jaartallen en gebeurtenissen wisselen elkaar in veel te rap tempo af. Hierdoor beklijft maar de helft van alle informatie. Natuurlijk is het prachtig dat ze zichzelf aan het eind letterlijk blootgeeft, maar ook dat duurt te lang.
Foto: Nereu Jr