Een van Nederlands bekendste rappers, Willem de Bruin, toert langs theaterfestivals met een muzikale monoloog over zijn versplinterde zelfbeeld. Bij zonsopgang en zonsondergang speelt hij in de open lucht zijn solo Spuug van God, een relaas over licht in het donker en naar jezelf kijken door de ogen van een ander. Theatermaker Eva Line de Boer regisseert hem, in een glazen installatie.
Waar zit die moedervlek dan? Hij wijst naar zijn perfect getrimde baardje. ‘Hier, onder mijn snor. Als ik mij steviger scheer, komt ie tevoorschijn.’ Rapper, muzikant en nu ook theatermaker Willem de Bruin (37) heeft zijn eerste solovoorstelling, Spuug van God (2021), vernoemd naar een uitdrukking in het Papiaments, de taal die gesproken wordt op Curaçao, Bonaire en Aruba. Skupi di dios betekent letterlijk ‘spuug van God’ en figuurlijk ‘moedervlek’. Als God niest, zeggen ze ook wel eens, worden er kinderen geboren met veel sproeten.
De Bruin, zoon van een Curaçaose vader en Nederlandse moeder, kreeg bij zijn geboorte die donkere pukkel mee, boven zijn lip. Maar meer nog dan die moedervlek verwijst Spuug van God naar hoe De Bruin zich voelde tijdens zijn jeugd in Noordeinde, een klein wit dorp ten noorden van Alkmaar waar hij voetbalde en naar school ging in gehuchten als De Rijp en Graft. Een bruine smet op een wit shirt, zo omschrijft hij het zelfbeeld dat zich toen in de polder in hem heeft genesteld: ‘Ik hoorde nergens bij, niet bij Nederlanders, niet bij Antillianen, maar ik werd wel voor zwarte, Marokkaan of Turk uitgemaakt. Terwijl ik nog nooit een Turk had gezien. En dan had ik ook nog die naam.’ Al die twijfel en verantwoording over wie hij was en niet was, zouden hem later naar de rand van de afgrond dirigeren, in die gitzwarte periode na het plotse einde van het succesvolle hiphopduo The Opposites, dat hij in 2003 met zijn vriend Twan van Steenhoven had opgericht.
In 2013 gaf hij met Van Steenhoven (alias Big2) nog een legendarische show op Pinkpop en Lowlands, met hits als Slapeloze Nachten, Sukkel Voor De Liefde, Licht Uit en Crazy Zin In. Het duo, tevens winnaar van de Popprijs 2013, leek onoverwinnelijk, overal lieten ze een spoor van moshpits achter. Een jaar later trok Van Steenhoven onverwacht de stekker eruit; een leven met deze sterrenstatus zag hij niet meer zitten. De Bruin stortte in een zwart gat. Depressie, angstaanvallen, geldzorgen, en toen volgde ook nog onverwacht de verantwoordelijkheid voor een kind. De Bruin en zijn vriendin kregen in 2015 een zoon, en een jaar later een dochter.
‘Het was niet makkelijk om met luiers en flesjes te slepen, in een studio aan een soloalbum proberen te werken en ondertussen ook nog geregeld bij de crisisdienst van de GGD te belanden.’ In aardedonkere nummers als Oorlog, op zijn prachtige soloplaat Man In Nood (2018), klinkt door hoe hij zo neerslachtig en zelfs suïcidaal werd dat alles te veel werd, inclusief het ouderschap.
Theaterpotentie
Jarrod Francisco, directeur van theaterproductiehuis Likeminds, zag een concert van De Bruins Man In Nood en herkende meteen theaterpotentie. Via dramaturg Liet Lenshoek kwam Eva Line de Boer (33) in beeld als regisseur: ‘Willem is een rasperformer. Hij is zo fluïde, precies zoals hij schrijft dat hij niet één Willem hoeft te zijn, zo probeer ik hem te laten spelen. Je komt super dichtbij als toeschouwer, je zit in zijn hoofd, maar tegelijk blijft hij ook ongrijpbaar, door die glazen installatie.’
Bovendien wilde De Boer heel graag een keer een locatievoorstelling maken. Theun Mosk ontwierp het strakke decor. ‘We hebben Willem wel wat aangedaan door hem vast te pinnen op een eenzame draaischijf. Maar we houden beiden heel erg van radicale vormen. En zijn tekst en voordracht zorgen voor een prachtige golfbeweging. We hebben er echt samen een compositie van gemaakt, waarin hij met zijn hele ziel en zaligheid probeert grip te krijgen op die versplinterde persoonlijkheid.’
De voorstelling ging in première tijdens het Zeeland Nazomerfestival 2021 en vervolgt nu haar (door corona uitgestelde) tournee langs festivals. Inclusief die opvallende tijdstippen: Spuug van God speelt bij zonsopgang en zonsondergang, omdat, zoals De Boer zegt, ‘het een soort imaginaire rit wordt, een transitie van donker naar licht, van hard naar zacht, en omgekeerd.’ In de geest van hoe De Bruin zelf gevoelsmatig in en uit donkere tunnels reed.
‘Willem heeft dus eigenlijk voortdurend een jetlag. Ligt hij om middernacht in bed, moet hij om drie uur ’s ochtends er weer uit. Hij staat continu op scherp.’ Dicht bij de polder, maar ook alleen, in gesprek met zijn, door de spiegelende ruiten vermenigvuldigd, zelfbeeld. Hij ziet het publiek pas aan het slot, wanneer de celwanden opendraaien. ‘Maar omdat hij muzikant is weet hij heel goed wanneer hij moet vertragen en versnellen. Hij weet kiertjes licht te creëren in die geïnternaliseerde zelfhaat.’
Gelukkig staan de zaken in huize De Bruin er inmiddels veel rooskleuriger voor. De Bruins soloalbum is goed ontvangen. The Opposites hebben weer samen opgetreden. En De Bruin heeft zijn vaderschap grif weten te omarmen. Na het interview racet hij naar een turnoptreden van zijn dochter.
Hij heeft het gered, wil hij maar zeggen. ‘Al ben ik er echt nog niet, maar ik weet nu hoe ik moet bijsturen als de balans de verkeerde kant dreigt door te slaan.’ Bovendien, hij is een vechter, zo bewijst ook het gouden kettinkje om zijn hals, met de kickbokser eraan, dat hij dag en nacht om heeft.
En het helpt, zegt De Bruin, dat hij door deze monoloog emotionele reacties krijgt van andere mensen die dubbelbloed zijn. Hoe ze zich herkennen in het zich nergens thuis kunnen voelen, in alledaags racisme, in het niet begrepen worden.
Tijdens Spuug van God gaat De Bruin terug naar al die ervaringen in Noordeinde en Curaçao. Hoe hij met zijn bruine uiterlijk altijd opviel, omdat hij niet zo zwart was als zijn vader en neef, maar ook niet zo wit als zijn zus en moeder. ‘Ik voelde me nooit helemaal samenvallen met mijn omgeving. Ik had toen heel erg graag zo’n solo gezien. Om er minder last van te hebben en mij minder eenzaam te voelen.’
Foto: Eva Line de Boer
Mensen kijken me aan en vragen mij wie ik ben
Ze vragen waar ik vandaan kom.
Dat geeft mij het gevoel een dier te zijn dat niet in zijn eigen natuurlijke habitat rond loopt.
Als een vlek op een wit t-shirt.
Jezelf een leven lang moeten verantwoorden en uitleggen wie je bent maakt je zelfbeeld wazig.
‘Het’ spreekt de taal en ‘Het’ is toegankelijk maar ‘Het’ is niet van hier.
Als de hele wereld donker was, was mijn stem mijn identiteit.
Dan luisterden de mensen naar wie ik ben in plaats van te kijken naar wat ik ben.
Als ik een dier mocht zijn zou ik een kat zijn.
Katten zijn katten en niemand vraagt ze waarom.
Mocht ik een substantie zijn dan was het water,
als een stromend beekje of in een glas – maar soms ook als dichte mist.
De nevel op je gezicht.
Een kameleon verandert van kleur, maar is nog steeds een kameleon.
Willem komt ook in verschillende kleuren.
Maar wie Willem is weet niemand.
Zelfs Willem niet.
(Uit Spuug van God, tekst en muziek: Willem de Bruin)
Spuug van God door Willem de Bruin & Likeminds is nog te zien t/m 2 september
Spuugvangod.nl