1948
Wij noemen bijvoorbeeld de Chassidische dansen, welke eigenlijk blijde of ernstige gesprekken met God voorstellen, waarin het volk, dat God als een der hunnen beschouwt, de dagelijkse zorgen uitdrukt, en soms tot min of meer extatische gevoelsuitingen komt.
(Over het werk van Chaja Goldstein in Toneelschild jrg. 3, nr. 5)
1959
Kunst is levensbesef, tot schoonheid verwerkt. Kunst is het besef van ons bestaan als deel van het Heelal – leven. Zij zal dus altijd een element van het eeuwige in zich dragen.
(Albert van Dalsum in Het Toneel jrg. 80, nr. 5/6)
1962
De sociale religieuze waarde van het toneel moet worden weergevonden, of het toneel zal niet uit zijn coma ontwaken. Als het die waarden terugkrijgt zal het weer zijn louterende reinigende werking, welke het nu veelal ontbeert, hervonden hebben.
(Ben Stroman in Het Toneel, jrg. 83, nr. 4)
1976
Hoewel ik in het algemeen een beetje sceptisch sta tegenover mensen als Shearer, voor wie in iedere boom een geest zit (niet dat ik hem niet geloof, maar in mijn cultuur zitten er nooit geesten in bomen) en hoewel het Indiase danswezen me om vergelijkbare culturele barrières altijd nog vreemd is gebleven, gebeurde er iets vreemds. Krishnan maakte, op het hoogtepunt van het verhaal, een bepaalde beweging, hoe hij dat deed was een halve seconde erna al niet meer te vertellen, laat staan nu, en een golf van ontroering sloeg over het grasveld tegen over het toneeltje. Niemand die het niet voelde, niemand die het begreep, maar een groot gevoel van een intens-doorleefde gezamenlijke ervaring maakte zich van iedereen in mijn omgeving meester.
(Ruud Engelander bezoekt The New Theatre in de Verenigde Staten in Toneel Teatraal, jrg. 97, nr. 7)
1989
Door middel van dans kon – en kan – men zich van de controle van het denken en zo van psychische spanningen ontdoen. Op deze manier worden lichaam en geest weer opgeladen. Het is bekend dat mensen in staat zijn om hun koortsen en ziekten uit hun lijf te dansen. Dit is iets dat ik als danseres wel enigszins kan navoelen, en zelf heb ik weleens momenten van extase beleefd in een workshop Afrikaanse dans. Maar dans als middel om extase op te wekken is in West-Europa geen algemeen cultuurverschijnsel. Misschien komt Carnaval, als je je tenminste verkleedt met masker en al, er het dichtst bij in de buurt.
(Judith Hamer beschrijft haar bezoek aan Epidauros in Notes, jrg. 4, nr. 11)
1990
Heeft het gebaar ook geestelijke inhoud? In stad en land worden vandaag de dag cursussen gegeven die erop gericht zijn meer kennis over jezelf te verwerven. Die heten dan buikdans of Soefidans, maar ook oerdans, chakrance, primitieve dans, sacred dance of dans voor de universele vrede.
(Aart Bouwmeester maakt een rondgang in Notes, jrg. 5, nr. 2)
2001
Een voorbeeld van City-lore zag zij in de clubscene van New York. Liem: ‘Clubdansers dansen daar vaak in een cirkel. Als je als danser daarin jumpt, maak je als het ware een trip. Je bent weg van je aardse bestaan en weg van alle shit. Dat effect noemen ze de zone.’
(Anita Twaalfhoven spreekt Nita Liem over zwarte dansvormen in TM jrg. 5, nr.2)
2017
‘Kunstenaar, wees sjamaan’
(Opiniestuk van Sieger Baljon op Theaterkrant.nl, 2 oktober)