Lenig en slim, dat zijn de sleutelwoorden voor de versie van de klassieke tragedie Elektra door het Rotterdamse gezelschap Mooi Weer & Zo. (meer…)
Verslaving leidt tot zelfdestructie. Of leidt drang naar zelfdestructie tot verslaving? Verslaving is een psychische aandoening die fysieke vervulling eist. Kortom: waar begint en eindigt verslaving, die complexe verknoping van lichaam en geest. Deze gedachten dienen zich aan bij het zien en beluisteren van de beklemmende monoloog Slaaf van Oscar van Woensel door het Rotterdamse theatergezelschap gezelschap Mooi Weer & Zo.
Van Woensel schreef de tekst samen met acteur Jack Wouterse in 2011 voor het Ro Theater (in 2014 ook verfilmd). Het was voor alles een autobiografisch statement van Wouterse zelf, verslaafd aan vooral eten maar ook meer. Bij Mooi Weer & Zo in de regie van Lynn Schutter is de voorstelling losgezongen van de autobiografie, en dat geeft een andere ervaring. Nu draait het puur om tekst, spel en regie, zonder biografische duiding.
Het decorontwerp van David van der Wees bestaat uit een manshoog, langwerpig plankier. Op een van de tafels ligt een pistool, een Taurus 0.9, waarmee de ik-figuur zichzelf wil doden. Voordat hij daartoe overgaat, richt hij zich in een videoboodschap als een biecht tot zijn ouders. ‘Papa, mama’: met deze woorden begint de voorstelling. Op een scherm zien we de acteur die eerder zichzelf toespreekt dan zijn ouders. Boven hem toont een ander scherm wolken, een geliefd meisje, etenswaren, ontworpen door Didi Kreike.
Drinken, snuiven, seks, eten: de jongeman is verslaafd aan kicks, elke keer weer, kicks om de beklemmende psychische leegte te doen vergeten. Prachtig is het beeld van de kogel die een gat in zijn hoofd zal slaan, en hem daardoor bevrijden van de ‘spookgedachten’ die maar ronddolen. Het is indrukwekkend hoe Van Woensel alle facetten van verslaafd-zijn belicht, waarbij regisseur Schutter krachtige accenten legt.
Zo toont ze de ik-figuur als een gekooide, vereenzaamde jongen die in zijn spel realisme combineert met hallucinaties. Evenals Wouterse destijds schuwt acteur Edouard Kain de verhevigde expressie niet, variërend van klagend zelfmedelijden tot boosheid en woede op de wereld. Verslaving in beide versies is niet intiem of stil gehouden, maar lijkt eerder een aandoening die van de daken geschreeuwd moet worden. Een fijne vondst is de Google Assistent die reageert op de opdrachten van de ik-figuur: ‘Uw dealer staat klaar.’
Kain laat zien dat verslaving een spookachtig fenomeen is dat zich nauwelijks laat benoemen. Rationele verklaringen schieten tekort: doodsdrift, verslaving, wanhoop, manische gedachtespinsels – het loopt allemaal door elkaar. De wijnflessen die op tafel staan en die leeg moeten, nog een laatste lijntje coke: acteur Kain brengt het met dwingende overtuiging. Hoewel het pistool onaangeroerd blijft liggen, vindt er aan het slot toch een kentering plaats, op bijna poëtische manier.
Gelukkig is de tekst open genoeg om als toeschouwer ook tot zelfreflectie te komen, mede geïnspireerd door de programmatekst van dramaturg Alexander Schreuder: ‘Genot, het dempen van emotionele trauma’s, het verlangen naar schoonheid, het zoeken naar balans in het leven. Is de man in Slaaf vrij of onvrij?’ Vragen die in een theaterspel als dit onontkoombaar aan bod komen.
Foto: Maarten Laupman