Als je mensen hun naam afpakt, pak je niet alleen hun verleden af maar ook het verleden van hun kinderen en kleinkinderen. In de voorstelling NOM.NOS – Portugees voor ‘geef ons een naam’ – gaan enkele performers onder aanvoering van Gil Gomes Leal op zoek naar hun West-Afrikaanse wortels. Dans, poppen en mythische verhalen wijzen hen de weg. (meer…)
In de nieuwste productie van Gil ‘The Grid’ Gomes Leal en zijn gezelschap Amenti Theatre Company staat de positie van de vrouw centraal aan de hand van de mythische figuur Lilith. In een duistere mix van skills, van spoken word tot paaldans, zijn we getuigen van een ritueel empowerment.
In een waas van rood licht verschijnen ze; drie vrouwen gekleed in tijdloze gewaden, zwaar opgemaakt rondom de ogen. Hun bewegingen houden het midden tussen moderne dans, hoekige popping en locking en acrobatiek. Hier en daar zijn ook bewegingen te herkennen uit de vechtsport. We horen een verteller (Amara van der Elst), die ons inleidt in het verhaal van de schepping en het paradijs van Adam en Eva. Later verschijnt ze op het toneel en sluit ze zich aan bij de dansers.
Het achtertoneel is bezaaid met de instrumenten van twee excentriek geklede muzikanten; ‘Oervrouw’ Dizzi Geetha bedient allerhande percussie en meer, terwijl ‘heks’ Ibelisse Guardia Ferragutti gitaar en elektronica bespeelt. Beiden gebruiken hun stem veelvuldig, soms ontstaat zo een geheimzinnige taal.
Gil ‘the Grid’ Gomes Leal, geboren in het Rotterdamse Spangen werd in 2013 Wereldkampioen Experimenteel tijdens het internationale hiphop-dansevenement Juste Debout, later was hij een finalist van het tv-programma Holland’s Got Talent. Hij creëerde eigen werk onder de vlag van ISH Company en richtte daarna zijn collectief Amenti Theatre Company op. Lilith is zijn tweede productie onder die vlag.
Naast zijn werk als choreograaf zet Gomes Leal zich, samen met zijn collectief, in voor de helende werking van dans. Hij ervoer zelf hoe dans hem door de moeilijkste tijden hielp na een psychose. Die spirituele inslag is overduidelijk terug te vinden in de signatuur in het werk.
Ledematen worden geïsoleerd en overmatig uit elkaar gesterkt; acrobatische, onnatuurlijke posities van het lichaam brengen dramatische beelden voort. Wat illustratief vangt Lilith aan. Langzaam dringt door dat we onderdeel zijn van een beladen ceremonie. Teksten schetsen een beeld van de historische (‘his story’) onderdrukte positie van de vrouw, terwijl duetten laten zien wat dat fysiek betekent.
Interessant is vooral het tweede deel als Gomes Leal de individuele skills van de vrouwen inzet en virtuositeit en poëzie ruimte krijgen. Pole dancer Yvonne Smink steelt de show. Of ze nu ondersteboven aan haar paal hangt of op het puntje van diezelfde paal balanceert in de lucht; haar lichaamsbeheersing is ongekend.
De dramaturgie van Lilith is nog wat hortend, waardoor het werk een rollercoaster wordt vol pieken en dalen. Maar de twee muzikale gidsen loodsen ons er aardig doorheen. Ze zijn de dragers in dit bezwerende rituele werk, dat slechts één euforisch hoogtepunt kent waarin alles even los mag. Soms blazen ze de uitgebluste vrouwen letterlijk nieuw leven in. Slachtoffers transformeren tot strijders en de eenheid binnen de groep schept nieuwe krachten. Maar uiteindelijk sluit het vrouwenbolwerk zich, hermetisch als een oester. Hoe symbolisch.
Foto: Motel Mozaique / Niek Hage