Als danser Ali Zanad op de grond gaat liggen, komen zijn drie medespelers bovenop hem liggen. De gestapelde lichamen maken het glashelder dat je niet ontkomt aan groepsdruk. In Matties vertellen vier personages in snelle dans en rake tekst over hun jeugd en sluiten met horten en stoten vriendschap. (meer…)
‘Ik ben Ali en dit is mijn verhaal’, zegt danser Ali Zanad en hij kijkt energiek de zaal in. ‘Ik ben Karima en ik zing’, zegt Karima el Fillali met omfloerste stem. De jongerenvoorstelling Dubbelbloed #2 van Danstheater Aya begint eenvoudig, maar het schitterend gedanste en gezongen verhaal slaat in als een bom.
De dansvoorstelling is een vervolg op Dubbelbloed uit 2005, waarin danser Regilio Sedoc en rapper Vincent van der Velde samen een bootreis doormaken. Ook Dubbelbloed #2 gaat over afkomst, vooroordelen en het inslaan van een nieuwe weg.
Danser en performer Ali Zanad vertelt en beweegt en brengt levendig in beeld hoe het is om je geboorteland te verlaten. Als Irakese vluchteling belandt hij zonder zijn vrienden in een kaal azc, waar hij eindeloos wacht op een verblijfsvergunning en met tien families samen één douche moeten delen. Zijn krachtige en expressieve dans maakt de benauwenis en het ontheemd zijn sterk invoelbaar.
Maar er is ook een voetbal, een plein en een aardige coach en later kan hij appels plukken en krijgt de familie een huis in het Gelderse dorp Kerkdriel. Ook zijn er de kinderen die hem naroepen: ‘Hé, kutbuitenlander!’ Of een juf die een komkommer uit haar tas haalt en er een condoom omheen doet. ‘Vandaag gaan we het hebben over kutjes, piemels en seks’, zegt ze zomaar tegen haar klas. Als Ali dit thuis aan zijn moeder doorvertelt, reageert ze nuchter: ‘Dit is de cultuur van Nederland: wen er maar aan!’ Zanad speelt de scène met droge humor. Zijn moeder is dan ook een vrouw die tijdens drie opeenvolgende oorlogen te midden van de bombardementen haar kinderen baarde. Een groter contrast dan tussen het leven in Kerkdriel en in Bagdad is haast niet denkbaar.
De Nederlands-Marokkaanse Karima el Fillali beweegt met hem mee, stelt vragen en omlijst zijn levensverhaal met Arabische en Westerse zang. Met haar lange lichaam en mysterieuze gezicht heeft ze de uitstraling van een ware ster en haar stem brengt het publiek in vervoering. Ze treedt dan ook op in zalen als Carré en Het Concertgebouw en bracht eerder onder meer een ode aan de legendarische Egyptische zangeres Oum Kalthoum.
De danser en zangeres zijn subtiel op elkaar ingespeeld en haar lyriek vult zijn krachtige motoriek mooi aan. Voordat Zanad professioneel danser werd, was hij voetballer en freerunner en zijn persoonlijke dansstijl komt daar op een herkenbare manier uit voort.
De enscenering van choreografe en regisseur Wies Bloemen is sferisch en vol contrasten. Indringend is de oorlogsscène, met een solosoundscape van El Fillali die met haar lenige stem het fluitende, gierende en exploderende wapentuig verbeeldt. Zanad danst dan een hectische solo vol vluchtbewegingen in een regen van papiersnippers die in grauw licht naar beneden dwarrelen. Maar Bagdad is niet klein te krijgen en even later bezingt El Fillali in de rol van de Godin van Bagdad de schoonheid van deze bakermat van de beschaving.
Dubbelbloed #2 speelt op middelbare scholen en in de theaters en is een schot in de roos. De voorstelling over vluchten en thuiskomen in een vreemd land is afwisselend nuchter, grappig en poëtisch, maar bovenal lyrisch en ontroerend.
Foto: Menno van der Meulen