Een vrouw (Olympia Kotopoulos) bevindt zich alleen in een witte ruimte, omsloten door felle lichtbalken. Ze draagt een lange, witte jurk, het haar is lang en iets asblond, ze lijkt aan de tijd ontheven. In de openingsscène ligt, zit en staat ze in verschillende houdingen waarin het spotlicht haar telkens ‘bevriest’. (meer…)
De toeschouwers lopen de Groningse Stadsschouwburg van achteren binnen. Vanuit de coulissen komen ze het podium op, kijkend naar de grote zaal waar ze normaal gesproken zouden moeten plaatsnemen. Coulissen en podium zijn bezaaid met… ja, waarmee eigenlijk? Laten we het maar installaties noemen. Een doormidden gezaagde gele duif dient als coffee corner. Links daarvan ligt een zwembad, gevuld met zwarte plastic ballen. Erachter een gigantisch opblaaskasteel, rechts werkstations met achterlijk oude computers en achterlijk oude telefoons – een soort DDR-kantoor.
Dat is de scène van France distraction, het ‘attractiepark’ van de Noord-Franse theatermakers Halory Goerger en Antoine Defoort dat vrijdag zijn Nederlandse première beleefde op het Groningse festival Noorderzon. Wie Germinal heeft gezien, de tweede voorstelling waarmee dit Franse duo op Noorderzon staat, herkent in France distraction hun wonderlijke en zeer oorspronkelijke gevoel voor humor. In een interview voor het festival doen Goerger en Defoort het voorkomen alsof hun attractiepark is ontstaan uit een toevallige samenloop van invallen.
Laten we hen eens op hun woord geloven. Dan nog valt op – na verloop van tijd, als je een beetje je weg hebt gevonden door de attracties en je hebt laten meeslepen in en door France distraction – hoe het overkomt als een planmatig, samenhangend geheel. In een geluidsstudio in de hoek zitten Goerger en een van zijn medemakers te freaken op keyboards, met koptelefoons op het hoofd. Pak je de hoorn op van een van die achterlijke telefoons, dan hoor je wat ze maken: muzak. Wachtmuziek, maar dan amateuristisch-lullig. Intussen tonen de beeldschermen van de achterlijke computers beelden van lege, verlaten kantoorwerkplekken. Naburige printers poepen A4’tjes uit met opruiende teksten zoals de moderne kantoorslaaf die een paar keer per jaar om de oren krijgt tijdens door de baas betaalde bijscholingscursussen en middagen op de hei.
Vlei je neer in het luchtkasteel – pas wel op: Goerger c.s. laten het ding regelmatig leeglopen – en je ziet Defoort een groteske versie ten beste geven van het soort betekenisloze speech dat bestuurlijke types een paar keer per dag uitspreken. De begeleidende beelden tonen de even betekenisloze gebeurtenissen die inhoud geven aan hun werkdag. Linten knippen, eerste-steenleggingen, de eerste prijs uitreiken voor de lokale Miss Wijnrank, zwemkampioen of ijverigste ambtenaar van het jaar X. Het decor is steevast hetzelfde: de mairies (stadhuizen) en andere openbare gebouwen die in Frankrijk zijn neergezet in de jaren zeventig en tachtig, in een vlaag van onbegrensd vertrouwen in wat publieke bestuurders vermogen. De samenleving was maakbaar, destijds. Zeker in het Frankrijk van president François Mitterand, die regeerde van 1981 tot 1995.
In die zin refereert France distraction – de titel zegt het al – aan de diepe crisis van het Franse systeem, die de Fransen zelf halsstarrig weigeren onder ogen te zien. Een veel te grote overheid die veel te veel belastinggeld kost en daarmee de particuliere sector de lucht uit de longen drukt. De vergeelde telefoons herinneren aan Minitel, het systeem dat de Fransen in staat stelde met elkaar praktische informatie uit te wisselen, zoals het weer, de beurskoersen en hotelboekingen. Dertig jaar geleden al, lang voordat het internet ontstond. Ooit waren de Fransen voorlopers in moderne technologie. Ooit.
Maar de installatie is universeler dan dat. Misplaatst bestuurlijk optimisme, de lelijke, uniforme architectuur die daarbij hoort, de opgeklopte vrolijkheid van kantooruitjes, de curieuze sfeer van wachtruimtes – ze zijn ook voor ons zeer herkenbaar. En kennelijk onweerstaanbaar: opvallend veel volwassen mannen springen uitgelaten met hun volle gewicht in de ballenbak. De oerbetekenis van het Franse woord distraction is ‘afleiding’ en heeft zich van daaruit verbreed, vooral naar ‘vermaak’ en ‘recreatie’. De keus van dit woord door Goerger en Defoort kan geen toeval zijn, daarvoor zijn zij te zeer taalkunstenaars. Hun pretpark laat zien hoe gemakkelijk wij ons zoet laten houden met stadsparken, straatfestivals en pepsessies voor kantoorklerken in treurige congreshallen. France distraction wrijft ons modern opium voor het volk onder de neus.