De Amerikaanse toneelschrijver Tennessee Williams (1911-1983) schrijft zelf dat hij van zijn toneelstuk The Glass Menagerie uit 1945 liever geen al te realistische weergave zou willen zien. Het gaat namelijk om de herinneringen van de verteller Tom en die zijn per definitie gekleurd, verstoord, poëtisch. Toch zou hij misschien schrikken van wat Jan Versweyveld er voor het Parijse Odéon-Théâtre de l’Europe van heeft gemaakt: een bruine ondergrondse grot met op de muren rotstekeningen van gestorven en verdwenen mensen. 

De beroemde Franse film- en theateractrice Isabelle Huppert heeft het zelf op haar geweten. Zij had veel van Ivo van Hove als regisseur gezien en nam toen zij allebei in New York waren contact met hem op, vertelde ze eerder deze week in de Volkskrant. Van Hove kwam vervolgens met het stuk van Tennessee Williams, dat hij diens meest intieme toneelwerk vindt met waarschijnlijk een zelfportret in de persoon van Tom.

Die vertelt het verhaal van zijn moeder Amanda Wingfield, van rijke afkomst, maar nu verpauperd, van zijn kreupele en extreem verlegen zusje Laura, en van hemzelf, een armzalige magazijnbediende met literaire aspiraties. En van zijn vriend Jim, die eerst even gecharmeerd lijkt van Laura, maar die dan toch met een ander meisje blijkt te zijn verloofd.

Jim is het meest realistische personage. Hij probeert hogerop te komen in de televisietechniek en met een cursus spreken in het openbaar. De anderen zijn drie eenzame mensen uit de Verenigde Staten in de jaren dertig, die niet helemaal in de werkelijkheid leven. Isabelle Huppert kan schitteren als Amanda, de moeder van Tom en Laura. Zij leeft totaal in het verleden, toen zij in haar herinnering een rijke, aantrekkelijke dochter van een zuidelijke landeigenaar was, die tientallen aanbidders had, maar daaruit de verkeerde man koos. Haar zoon Tom, herkenbaar en levendig gespeeld door Nahuel Pérez Biscayant, leeft in een imaginaire toekomst, waarin hij een beroemde dichter zal zijn. Laura, een wel heel timide Justine Bachelet, trekt zich terug in zichzelf samen met haar glazen beestjes en wat grijsgedraaide grammofoonplaten. Zij lijkt een onmogelijk schuw dier, als zij bijna onzichtbaar wegkruipt in wat lappen op de grond.

De Amanda van Isabelle Huppert is moeilijker te vatten. In hetzelfde interview in de Volkskrant vertelt zij dat Ivo van Hove haar als actrice helemaal vrij liet binnen zijn eigen concept. Daar valt veel voor te zeggen, maar hier schiet zij alle kanten uit: nu eens koel, streng, liefelijk, hysterisch, moederlijk en dan weer onmogelijk. Je snapt wel dat eerst haar man en nu Tom niet weten hoe gauw ze aan haar moeten ontsnappen. Het stuk wordt hier enigszins gepresenteerd als een sterrenvehikel voor Huppert, maar zo speelt zij het helemaal niet. Er is geen sprake van dat zij de andere acteurs wegspeelt of overschaduwt.

Cyril Guei als de galante vriend van Tom, die wordt uitgenodigd voor het diner in de hoop dat het wat zal worden tussen hem en Laura, is een sympathieke, zwarte acteur. Dat zou tot een originele benadering van de rol kunnen leiden, maar dat gebeurt net niet. Er is wel een uitzinnige, heftige dans tussen Jim en Laura, waardoor zij eindelijk ontdooit. Het is spijtig dat dit op niets uitloopt. Je kunt je trouwens niet goed voorstellen dat de quasi-sjieke moeder Amanda in het Amerika van de jaren dertig niet schrikt als haar dochter aan een zwarte man dreigt te worden gekoppeld, maar dat is hier geheel afwezig.

Alles bij elkaar vind ik het een heel interessante, maar onevenwichtige en niet zo erg poëtische voorstelling, waarin het donkere oer-decor uiteindelijk geen enkele rol speelt, behalve als je daarmee aan wil geven dat overheersende moeders, ziekelijk bedeesde dochtertjes en vluchtende mannen en zonen van alle tijden zijn. Ivo van Hove ziet er eenzame mensen in, die zich redden door middel van hun fantasie. Dat is positief gesteld, maar meer betekenis kan ik er niet uithalen. Ik weet niet hoe het werkt in de context van het Parijse theater, maar het stuk blijft zo, ondanks het goede spel en sommige gedurfde keuzes, toch tamelijk ver van mij af staan.

Foto: Jan Versweyveld