Tom Lanoyes remake van Who’s Afraid of Virginia Woolf is een sprankelend taalfeest – we hadden van de Vlaamse bard niet anders verwacht. Inhoudelijk mist Wie is bang echter urgentie. Ondanks de inzet op een aantal actuele kwesties laat Lanoye na het stuk van Albee ook structureel grondig dooreen te schudden. En wie de machtsverhoudingen binnen en buiten het drama onaangeroerd laat, houdt wezenlijk de status-quo in stand. (meer…)
Schoolkamp is over zeven dagen – dan zal de elfjarige Vincent naar de middelbare school kunnen en verlost zijn van Dilan en Stephan, de jongens die hem elke dag na school opwachten en in elkaar slaan. Wat kan er nou in één week gebeuren? Vincent is overal op voorbereid met het survivalblikje dat hij om zijn middel draagt.
Ik ben Vincent en ik ben niet bang is gebaseerd op het gelijknamige kinderboek van Enne Koens uit 2019. Een snelle bewerking naar het toneel voor het verhaal over een jongen die precies weet hoe hij moet overleven in de natuur, maar het moeilijk heeft met vrienden maken op school.
Vier acteurs geven het verhaal vorm in een eenvoudig decor van een grote hoeveelheid bierbanken, die in verschillende opstellingen school, kampgebouw en natuur verbeelden. Ze springen van bank naar bank, slalommen er tussendoor, klimmen eroverheen. De vele personages worden met minieme verschillen in pet, capuchon of houding vormgegeven.
Reno van Rijsewijk speelt Vincent: een slimme, wat bedremmelde jongen, die niet wil dat volwassenen zich zorgen om hem maken. Daarom schreeuwt hij niet als hij wordt geslagen en verzint hij liever verhalen om de mensen gerust te stellen die hem zouden kunnen helpen. Mooi om te zien hoe Van Rijsewijk Vincent doet opbloeien van zijn nieuwe vriendschap en hoe hij daardoor minder lijdt onder de intensiverende pesterijen.
Alle andere personages liggen bij de overige drie acteurs, die allen uitstekend werk doen. In één zin kan actrice Evalinde Lammers van een denkbeeldig eekhoornvriendje omwisselen naar de coole nieuwe vriendin van Vincent: ‘de Jas’. Roán ten Cate en Nick Renzo Garcia schakelen eveneens behendig tussen onder andere Vincents twee vaders, zijn andere twee denkbeeldige vriendjes en zijn twee pestkoppen.
De sobere uitvoering geeft je precies genoeg om het stuk te volgen, maar maakt het geheel ook wat eentonig. Ook omdat Vincent al heel erg zielig is bij de start van het stuk, en na de komst van zijn nieuwe vriendin de Jas alleen nog maar harder gestraft – en dus zieliger – wordt door zijn kwelgeesten. Ook vraag je je af en toe af of de leeftijdsindicatie (8+) klopt – regisseur Rob Vriens onderschat zijn jonge publiek in elk geval niet.
Het mooie verhaal mist hoe dan ook zijn uitwerking niet en biedt aanleiding voor een stevig gesprek over pesten. ‘Waarom moet iemand die een beetje anders is, gepest worden?’ vraagt Vincent boos aan de therapeut die beaamt dat hij misschien anders is dan de rest. Een hele goede vraag, die lang blijft hangen.
Foto: Moon Saris