Andrade is geïnspireerd door het beroemde kannibalisme-pamflet van de Braziliaanse, modernistische dichter Oswald de Andrade. Gepubliceerd in 1928, beschrijft het de ingrijpende, ‘invasieve’ trekken van het koloniale regime als een vorm van kannibalisme. (meer…)
Midden in het Julidansfestival brengt Ballet de Lorraine een uiterst enerverend dubbelprogramma vol contrast. Schurend en ongemakkelijk is de obscure atmosfeer die Gisèle Vienne & Etienne Bideau-Rey creëren in Showroomdummies #3. Licht en amusant is Mathilde Monniers groepschoreografie Objets re-trouvés, die in de beleving van de danser zelf duikt en een vrolijk archief toont van bewegingen.
In 2009 herbewerkte Gisèle Vienne haar eigen versie van Showroomdummies, een voorstellig die dateert uit 2001. De voorstelling was destijds te zien tijdens het Amsterdamse Pop Arts festival. Showroomdummies #3 borduurt voort op eerdere versies en kent een andere samenstelling. Zo danst er slechts een man in plaats van twee en krijgt de derde editie een andere lading omdat de choreografie wordt uitgevoerd door een gezelschap zeer getrainde dansers. Poppen zijn een terugkerend gegeven in het werk van Vienne, die een opleiding genoot tot poppenspeler. Dikwijls zet deze theatermaakster, die niet alleen regisseert maar ook fotografeert en publiceert, zowel het levende als artificiële lichaam centraal in haar performances. Al lijken de poppen in haar laatste creaties, This is how you will disappear en The pyre, onlangs nog te zien in het Holland Festival, definitief plaatsgemaakt voor summier bewegende dansers en performers.
In het openingsbeeld van Showroomdummies #3 zijn danser en pop aanvankelijk niet te onderscheiden. Vrouwelijke figuren met lange haren, korte jurken en bleke armen hangen zittend of staand tegen de leuningen van een reeks design stoelen. Een jongeman beweegt zich door het verstilde landschap, verliest zichzelf in een van de dolende vrouwen en ziet haar vermenigvuldigd in vele andere versies. Pas als het podium intenser wordt verlicht, zijn ze te onderscheiden, de poppen en de levende dansers. Maar wat Vienne en Bideau-Rey hier tonen heeft weinig te maken met levendigheid, het zijn vooral mechanisch bewegende lichamen met uitdrukkingsloze, vaak gemaskerde gezichten die we hier zien, poserende modellen die met regelmaat het leven laten en op de grond storten of neervallen. Het is destructie ten top.
De live gespeelde muziekcompositie illustreert de koude, lugubere sfeer. In sommige scènes drijft de soundscape op een ritme, in andere benadrukken onaangename klanken het spookachtige landschap van paraderende en ineenstortende lichamen. Een elektronisch, snerpend geluid voert de boventoon. Steeds opnieuw verschijnen de dames, met een catwalk loopje, in nieuwe trendy outfits, één van hen murmelt een lied in glitterpak en stort daarna ter aarde. De jongen raakt beklemd tussen zijn modellen, doet nog een poging om hen te overmeesteren, maar kiest ten slotte de weg van de minste weerstand door zich ook te verkleden als model. Als we eenmaal gewend zijn aan de langgerektheid, is de voorstelling met een donkerslag plots afgelopen, zo abrupt dat het energie genereert.
Niet voor niets toont het laatste beeld een quasi ontketend, mechanisch dansend model. Showroomdummies #3 onderzoekt niet alleen de spanning tussen het bezielde en levenloze lichaam, of tussen erotiek en dood, maar zegt dankzij de uitvoering van Ballet Lorraine ook iets over de positie van de danser, die in het corps de ballet vaak niet meer is dan een marionet. Hoe contrasterend dit beeld is met de insteek van het tweede werk van Ballet de Lorraine, blijkt na de pauze als het de beurt is aan choreograaf Mathilde Monnier. Met veel humor en relativering zet zij het gehele corps de ballet op het toneel als mensen van vlees en bloed.
Het publiek neemt een kijkje in de keuken van repeterende dansers en krijgt een notie van de manier waarop zij hun passen onthouden aan de hand van associaties. Wave, kissing the floor, helicopterlift, hurricane Catharina, elke beweging krijgt een vermelding en dat wekt op de lachspieren, vooral als ook de privé-gedachten hardop worden uitgesproken. Bijvoorbeeld wanneer een van de danseressen zich verheugt op haar nieuwe shampoo of een ander gepreoccupeerd is met haar recente zwangerschap.
Bewegingen uit alle grote stukken als Les Sylphides, Gisèle en Het Zwanenmeer komen voorbij, de voorstelling toont in die zin een rijk inventaris van alles wat in het lichaam van de dansers is gearchiveerd. Halverwege kent de meligheid een dip en dreigt Objets re-trouvés te stranden, maar het stuk krijgt nog een vrolijke wending als de dansers hun jeugdige obsessies met dans tentoonstellen en het archief opfrissen met imitaties van dansen uit de clips van Michael Jackson of de Vogue beweging uit New Yorkse clubs. Wat een verassingen biedt deze memorabele avond, wat een avontuur om op één avond zulke tegenstellingen te kunnen zien. Het siert Ballet Lorraine en ook het team van Julidans.