In haar boek De kunst van anders: 6 voorstellen voor culturele innovatie laat onderzoeksjournalist Renée Steenbergen een doorsnede zien van het theater- en kunstenbestel. De vragen die centraal staan: hoe houden makers, instellingen, fondsen, overheid en private geldschieters samen een systeem in stand dat de laatste jaren onhoudbaar is geworden? En, nog belangrijker: hoe veranderen we dit? (meer…)
De Brabanthallen in Den Bosch waren deze week van woensdagmiddag vier uur tot vier uur donderdagochtend in roze gehuld. Nadat je over de roze loper naar binnen was gelopen, kwamen de roze ballonnen, kleedjes en medewerkers in roze shirts en met roze puntmutsjes je tegemoet. Het was geen maatschappelijk statement, maar de witte puntmutsjes van vorig jaar deden wel heel erg denken aan de Ku Klux Klan en dat is geen beste associatie voor ‘The Funniest Festival Ever’.
De tweede editie van dit humorfestival, dat wordt georganiseerd door de Koningstheateracademie en Theater aan de Parade, had dit jaar een wat intiemere hoek van het evenementencomplex toebedeeld gekregen dan de megahallen en gangen van vorig jaar. Maar men snakt naar de definitieve behuizing: het nieuw op te leveren Theater aan de Parade in de Bossche binnenstad.
Misschien waren de Brabanthallen nog niet de ideale locatie, maar Anna UitdenHaag, directeur van de Koningstheateracademie, is uiterst tevreden met het inhoudelijke resultaat van het festival, dat zich wil onderscheiden van andere humorfestivals. ‘De naam The Funniest Festival Ever is natuurlijk een grapje. Ik wil het fenomeen humor van alle kanten bekijken. Wat is de visie van de maker, jong en oud, vernieuwend en behoudend, moralistisch en amuserend. We plakken geen waardeoordeel aan uitersten zoals Tineke Schouten of Stefano Keizers en voor ons is tekst en muziek even belangrijk als uiting van humor. Maar we willen ook laten zien hoe het publiek reageert op verschillende vormen van humor, wat de positie van de recensenten is, die ook weer uiteenlopende opvattingen hebben over het belang en de taak van de kritiek. En we willen weten hoe de wetenschap naar het fenomeen humor kijkt.’
‘Mensen die verschillende soorten humor leuk vinden, komen zelden bij elkaar. Het is goed als deze verschillende bloedgroepen elkaar op een festival ontmoeten. Als je die groepen mengt en je combineert het met kleine experimenten, met debat en met korte voorstellingen, kunnen we wat ruimte in ons hoofd maken voor andere opvattingen en welwillend kijken naar humorvormen waar we eerst geen waardering voor konden opbrengen. We willen uitgroeien tot een belangrijk festival waar kunst en wetenschap het gesprek aangaan. Dus universitaire humorwetenschappers als Dick Zijp en Ivo Nieuwenhuis horen er heel erg bij. Zij kunnen humor duiden en analyseren.’
Als je een middag en een avond rondloopt is duidelijk dat aan de brede opdracht die het festival zichzelf heeft gesteld is voldaan. In het Humorlab meten onderzoekers van drie universiteiten door middel van een vragenlijst en opnames van het zaalgeluid de reacties van het publiek bij vier verschillende korte voorstellingen over het onderwerp lifestyle. De gangen zijn gevuld met kraampjes met humoristische cartoons en schilderijen. In een van de vele zalen die in gebruik zijn neemt het duo Damn, Honey samen met hun gasten Dick Zijp en Slimste Mens en cabaretier (of moeten we nou cabaretière zeggen?) Lisa Loeb een podcast op over seksisme en feminisme in het humoraanbod. Loeb heeft in Twitterland na haar succesvolle tv-optredens nogal wat maffe commentaren gekregen over haar gebit. Zij stelt daar heel nuchter ‘tanden positivity’ tegenover. Een van de mooiere conclusie van het podcastuurtje was wel dat de opmerking ‘het was maar een grapje’ toch vooral een drogreden is. Ook waren de dames het erover eens dat verongelijkte cabaretiers niet zo snel moeten zeuren dat ze niet alles meer mogen zeggen, terwijl ze anderen wel het recht ontnemen om commentaar te leveren op hun grappen.
Recensenten gingen met elkaar en met de zaal in debat over de vraag hoe moraliserend een recensent mag zijn. Moet de criticus gewoon registreren wat de cabaretier te melden heeft of mag hij ook een oordeel vellen over de gewenstheid van bepaalde grappen?
Optredens waren er van talenten die boven waren komen drijven tijdens de eerste editie van het festival, zoals Farida Laan, die met haar absurdistische beschrijving van het leven in een ondergrondse bunker hoge ogen gooide op het laatste Amsterdams Kleinkunst Festival. Kiki Schippers, die haar opleiding aan Koningstheateracademie heeft gevolgd, speelde haar nieuwe programma Meer en Stefano Keizers probeerde voor de eerste keer materiaal uit van zijn komende show met de intrigerende titel Hans Teeuwen. Op de uiterst indrukwekkende, woeste openingstirade na over onrecht dat hardwerkende moeders en Moeder Aarde wordt aangedaan (‘Zij laat zich in alle gaten neuken en opeten door parasieten.’) was het natuurlijk nog een hoop los zand. Maar het uitgangspunt – de cabaretier is zijn alter ego Stefano Keizers spuugzat en verlangt weer naar Gover Meit, de man die hij oorspronkelijk was – maakt wel heel nieuwsgierig naar het eindresultaat.
Gaap