Het meest opvallende aan de reprise van de pocketversie van La bohème van de Reisopera is de vernieuwde instrumentatie. Niet langer piano, cello en klarinet, maar een arrangement voor percussie en piano. Dat levert enkele verrassende momenten op, maar ondanks de inzet van de twee musici en de solisten, brengt deze pocketversie niet de traan die een zelfs maar half geslaagde productie van Puccini’s geliefde opera als vanzelf oproept. (meer…)
Gedurende de zeventig minuten durende operette Kissi! Kissi! speelt de Volksopera met zichtbaar plezier met vastgeroeste rolpatronen en genderopvattingen.
Het gespeelde L’île de Tulipatan (1868) heeft niet het niveau van bekendere werken van Offenbach als La Belle Hélène en La Vie Parisienne en komt al helemaal niet in de buurt van Les contes d’Hoffmann, maar juist door daar nadrukkelijk op te spelen, weet de Vlaamse Volksopera van hun bewerking Kissi! Kissi! een zeer vermakelijke voorstelling te maken.
Een veel onwaarschijnlijker plot is nauwelijks denkbaar, maar in de kern is het niet eens zo bijster ingewikkeld: Koning Cacatois XXII van het eiland Tulipatan weet niet dat zijn enige zoon eigenlijk zijn dochter is. Dat is hem wijsgemaakt omdat hij zo in ieder geval een troonopvolger heeft. De premier van het eiland weet op zijn beurt weer niet dat zijn zoon eigenlijk een dochter is. Dat heeft zijn vrouw hem verteld om te voorkomen dat hij het leger in zal moeten.
Het wordt gecompliceerd als beide kinderen dit niet blijken te beseffen én ook nog eens verliefd op elkaar worden, met name voor de ouders die wel van het eigen bedrog weten, maar niet van dat van de ander. Maar na de nodige verwikkelingen is het eind goed al goed, en er kan vrolijk getrouwd worden.
Een plot vol verwarring en misverstand dus, vol mogelijkheden om flink uit te pakken. Maar juist dat doet de Volksopera niet. Het orkest is teruggebracht tot een elftal, waarbij dochter/zoonlief stoer mee mag drummen. Een decor is er evenmin en attributen zijn beperkt tot een verdwaald tennisracket en natuurlijk een gestorven vogeltje, onderwerp van de treurige aria ‘J’ai perdu mon ami’, waarop vader woedend reageert: ‘Nee! Nee! Niet die aria!’
De barcarolle, die in Les contes d’Hoffmann (1881) een melancholisch karakter zou krijgen, heeft hier nog vooral een komische functie – ‘Tijd voor de barcarolle, want daar heb ik altijd zin in na het eten!’ klinkt het halverwege – en een barcarolle besluit ook feestelijk de operette: ‘tralala tralala, dit is pas een barcarolle!’
Nee, Kissi! Kissi! moet het niet van de plot hebben, maar dankzij het spelplezier dat van de zangers en het tienkoppige Ensemble du Beurre et des Oeufs straalt, weet de voorstelling vanaf de eerste maten de harten van het publiek voor zich te winnen.